Kerkelijk Leven 31 maart 1999

SoW-kerken evalueren kritiek

Mening OJEC over
Dienstboek weegt zwaar

Van onze kerkredactie
DRIEBERGEN – De Samen-op-Wegkerken laten de kritiek van het Overlegorgaan Joden en Christenen (OJEC) op een vermeende anti-joodse tekst in hun liturgisch handboek zwaar wegen. Bij de samenstelling van de definitieve versie van het Dienstboek zal een speciale evaluatiecommissie terdege met de bezwaren van het OJEC rekening houden.

Dat heeft de Generale Raad voor Kerkopbouw, Theologie en Opleiding van de drie protestantse kerken aan het OJEC laten weten. Het orgaan voor joods-christelijke dialoog had de raad gevraagd het voor Joden beledigende Beklag Gods uit het Dienstboek te schrappen. In de middeleeuwse tekst, onderdeel van de liturgie op Goede Vrijdag, klaagt God Zijn volk aan wegens de kruisiging van Jezus.

De redactie van het Dienstboek was er zich volgens de raad van bewust dat het Beklag Gods gemakkelijk verkeerd begrepen kan worden en tot „anti-joodse gevoelens” kan leiden. Een voorafgaand gedicht van Revius („'t En zijn de Joden niet, Heer Jesu, die u kruisten”) moet daarom duidelijk maken dat het Beklag Gods niet aan het joodse volk maar tot de lidmaten van de christelijke gemeente is gericht.

De raad wijst er verder op dat er in de toelichting bij het liturgisch jaar doelbewust nader uitleg wordt gegeven bij het Beklag Gods als onderdeel van de kruismeditatie op Goede Vrijdag. In de eerste druk van het Dienstboek blijkt in deze toelichting „helaas” een belangrijke zin te zijn weggevallen. „Met vreze en beven spreekt de kerk deze woorden uit, gezien haar eeuwenlange agressieve houding tegenover het joodse volk, juist in de paastijd”, had er moeten staan.

De Generale Raad wil graag met het OJEC verderpraten over de suggestie van het overlegorgaan om een bijeenkomst te organiseren over de vraag hoe in kerkdiensten tijdens de Goede Week en op Pasen de joods-christelijke betrekkingen op een positieve manier aandacht kunnen krijgen.

Dieptepunt
Dr. G. Cohen Stuart, die in de jaren tachtig wetenschappelijk adviseur was van de Nederlandse Hervormde Kerk in Jeruzalem, uitte onlangs in ”Woord en Dienst” eveneens kritiek op het Dienstboek. „Het doet allesbehalve recht aan de joodse traditie.” Het Beklag Gods typeerde hij als een dieptepunt. „De valse beschuldiging van godsmoord wordt opnieuw leven ingeblazen. De kerken verspreiden anti-joods gif in het Dienstboek.” Hij doelt daarbij onder andere op de woorden: „Want Ik heb u uitgeleid uit het land van Egypte, maar gij hebt een kruis bereid aan uw Redder... Ik heb u met grote kracht uitgeheven boven de volkeren; – en gij hebt Mij gebonden aan het hout van het kruis.”

Met het opnemen van een dergelijke tekst in het dienstboek bevloeien de SoW-kerken, aldus dr. Cohen Stuart, de nog altijd vruchtbare anti-joodse voedingsbodem.

Het opnemen van de tekst is zo ongehoord, aldus dr. Cohen Stuart, dat „het verbijstert dat iemand deze na 1945 nog durft publiceren. Zelfs tot liturgen moet zijn doorgedrongen dat de hevigste pogroms altijd plaatsvonden in de lijdenstijd. Met als hoogtepunt Goede Vrijdag. Dan vormde de beschuldiging van godsmoord de aanleiding om de dood van Jezus te gaan wreken op de Joden.” De voormalige theologisch adviseur vraagt zich af waarom in de SoW-kerken het besef ontbreekt verantwoordelijk te zijn voor woorden waarvan is gebleken dat ze dodelijk zijn.

Het OJEC gaf in een reactie hierop reeds te kennen niet gelukkig te zijn met de opname van de tekst in het Dienstboek. L. Evers, de joodse vice-voorzitter van het OJEC, noemde de kritiek van Cohen Stuart echter „tendentieus en niet helemaal eerlijk.”