Kerkelijk Leven

Ds. Van Beek wijst voor SRB op dagelijkse geloofsomgang

In beoefenen van godzaligheid
vertonen we beeld van Christus

Van een medewerker
AMERSFOORT – „In het beoefenen van de godzaligheid gaan we lijken op Christus: we kijken met Zijn ogen, spreken met Zijn mond, wenken met Zijn handen en wandelen met Zijn voeten. Zijn spijze was het de wil Zijns Vaders te doen. Het is een dagelijkse omgang met de Heere, waarbij je in Hem alle dingen van je leven nodig hebt.”

In de aula van het Van Lodensteincollege te Amersfoort sprak ds. R. van Beek zaterdagavond voor de Stichting Reformatorische Bezinningsavonden (SRB) ruim 600 jongeren toe. Als uitgangspunt nam hij de woorden van Paulus tot de jonge Timótheüs: „Oefen uzelf tot godzaligheid.” Het woord godzaligheid komt slechts enkele malen in de Bijbel voor, maar is uitermate belangrijk, zo stelde de christelijke gereformeerde predikant uit Eemdijk. „De echtheid van de vreze des Heeren is in het geding, die gestalte moet krijgen in de heiliging. Dit heeft alles te maken met de gewone dingen van het leven. Je mag hier niets buiten houden.”

Gevoel
Vandaag de dag is er veel aandacht voor het gevoelsleven van de mens. Soms krijgt dit een te grote plaats. Het gevoel moet zich altijd bewegen op de maat van het geloof, citeerde de inleider een uitspraak van dr. W. H. Velema. Paulus dringt ernstig aan op de praktische verwerkelijking van geloof en liefde en vermaant om een afkeer te hebben van een gedaante van godzaligheid zonder de kracht ervan.

Timótheüs had te maken met mensen die precies wisten hoe je als christen leven moet: ze verheerlijkten de ascese, ze beperkten zich tot het uiterste in dingen die God ons gegeven heeft, zoals eten, drinken en seksualiteit. „Dit is gevaarlijk en kan zomaar omslaan in een volslagen vrijheid. Wij leven in een tijd dat alle mensen zijn losgeslagen: je doet wat je voelt. Jullie leven midden in deze invloedssfeer. Tot de praktijk der godzaligheid behoort ook dat je kunt verantwoorden waarom je vanavond hier bent en niet in de disco”, zo hield de Eemdijkse predikant de jongeren voor.

Sport
De sport stond in Paulus' dagen zeker zo hoog genoteerd als tegenwoordig. Dit beeld gebruikt de apostel om zijn vermaning kracht bij te zetten. In ons korte leven is het zaak ons te oefenen in de godsvrucht, want die is tot alle dingen nut. Sla niet door in sportbeoefening, laat er geen catechisatieles voor schieten, waarschuwde de predikant.

Godzaligheid vraagt om zelfdiscipline: breng orde in je leven met de Heere; neem tijd voor bijbellezen en bidden. Maar kún je dit wel beoefenen? Moet dit niet spontaan gebeuren? zo vroeg de inleider. De Bijbel staat boordevol aansporingen tot het dagelijks zoeken van de Heere.

Dat geldt voor iedereen, ook voor ambtsdragers. Het vraagt een gedurige worsteling in het gebed om de Heilige Geest. De 'grote' Abraham Kuyper kende een intens gebedsleven en de bekende opwekkingsprediker John Wesley stond dagelijks vroeg op om –soms urenlang– te bidden en te mediteren. Zijn vrouw, moeder van twaalf kinderen, sprak iedere dag een uur met een van hen over de vreze des Heeren.

Belofte
Paulus spoort Timótheüs en ook ons krachtig aan om te grijpen, te jagen naar het eeuwige leven. Dit vanwege de belofte die de Heere aan het zich oefenen in de godsvrucht verbindt. Er ligt een belofte in voor het tegenwoordige en het toekomende leven. Dat geestelijke leven is God en Jezus te kennen, Hem elke dag nodig te hebben en te zoeken. Alles van dit leven, ook van ons lichaam, draagt het stempel van de dood. De dood begint bij de geboorte, het leven bij de wedergeboorte. Grijp dan waartoe je geroepen bent: het eeuwige leven. Daarachter staat het werk van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, zo besloot de predikant zijn lezing.