Kerkelijk Leven

Heidenapostel groeide op in een knooppunt van culturen

Tarsus: geboorteplaats van Paulus

Door G. Roos
TARSUS – Het toerisme dienende Turken zijn er zeker van: de Agri Dagi, de „steile berg”, is de Ararat. Daar landde Noach met de ark. Maar oudheidkundigen tonen twijfel. Die ongewisheid bestaat niet over Paulus' geboorteplaats Tarsus, of Tarsen. Vreemde verhalen doen wel de ronde. De bron op de plek waar de prediker het eerste levenslicht zou hebben aanschouwd, heet heilig water te bevatten. Met een geneeskrachtige werking.

Niemand mag Tarsus verwarren met Tarsis. De plaats waar Jona heen wilde vluchten, lag als Fenicische kolonie in het zuiden van het huidige Spanje. De profeet Ezechiël spreekt in hoofdstuk 27:12 over dezelfde nederzetting. Een islamitische legende beweert dat zijn vrienden hier ook de profeet Daniël ten grave hebben gedragen.

Wie de plaats van Paulus bezoekt, kan het beste naar Adana in Turkije vliegen. Dat ligt net voor de bocht waar de kust van de Middellandse Zee de zuidelijke richting kiest. Tarsus bevindt zich een goede 40 kilometer westelijker, in een zeer vruchtbare streek met een mild klimaat. Liefhebbers van sinaasappelen, citroenen, bananen en ander fruit kunnen hun hart ophalen. De nabijgelegen zeehaven Icel of Mersin –zij lijdt onder het embargo tegen Irak– heeft prima hotels, maar ziet behalve Joden weinig buitenlandse toeristen.

Oude historie
Seth, de zoon van Adam, zou de geboorteplaats van de apostel volgens een islamitische traditie hebben gesticht. En als Paulus in Handelingen 21:39 spreekt over „geen onvermaarde stad” heeft hij daar reden toe. Want gedurende het tweede millennium voor Christus fungeerde de stad waar hij nog op straat had gespeeld, als hoofdstad van het Hethitische koninkrijkje Kizzuwatna. Als overslagplaats voor handel tussen Syrië en Egypte vervulde Tarsus een belangrijk rol. De Griekse geschiedschrijver Xenophon beschreef de stad rond 400 voor Christus als rijk en machtig.

In 333 voor Christus zou Alexander de Grote, zich badend in het ijskoude water van de ten oosten van de stad stromende rivier Cydnus, bijna zijn verdronken. De vrouwelijke schoonheid van de Egyptische koningin Cleopatra betoverde vanaf 41 voor Christus de machtige Romeinse heerser Marcus Antonius. Uitgedost als Aphrodite, de godin van de liefde, roeiden slaven haar met zilveren riemen op de cadans van harpen en fluiten in een fraai versierde schuit met vergulde achterspiegel naar Tarsus. Zij veranderde de machthebber in „de dwaas van een lichtekooi”, om met Shakespeare te spreken. Nadat Marcus Antonius zijn eigen vrouw in 32 voor Christus verstiet, pleegde het nieuwe paar twee jaar later zelfmoord. Vanaf toen was Egypte een provincie van het Romeinse rijk.

Tarsus is nu een voor Turkse begrippen kleine stad met ruim 200.000 inwoners. Toen Saulus nog klein was, kon hij bij de haven spelen. Maar vijf eeuwen later had afzetting van slib voor een ondoordringbaar moeras gezorgd. Momenteel moet een wandelaar 15 kilometer afleggen om vanuit het centrum de zee te zien. De overblijfselen van tweeduizend jaar geleden bevinden zich minstens 6 of 7 meter onder het huidige oppervlak. Dat is een bekend verschijnsel. In het hartje van de „niet onvermaarde” stenenzee legden archeologen een antieke Romeinse weg bloot. Daar moet de welsprekende en later door humanisten verafgode Cicero af en toe gewandeld hebben toen hij rond 50 voor Christus diende als gouverneur van Tarsus.

Weinig te zien
Er valt weinig meer te zien uit de tijd van de heidenapostel. Een gerestaureerde poort van de voorheen ommuurde stad uit de oudheid heet afwisselend naar Paulus of Cleopatra. Onder het terrein van het Tarsus American College moet zich de onzichtbare fundering bevinden van een antieke renbaan. Toch zette hij die zich in Filippenzen 3:5 „naar de wet een Farizeeër” noemde hier zijn voeten op het levenspad. Dat moet ongeveer in dezelfde tijd geweest als de geboorte van de Heere Jezus Christus in Bethlehem. De bron vlak bij de groentemarkt zou bijna onderdeel zijn geweest van het geboortehuis. Dat is vrijwel de enige plaats die aan de leerling van Gamaliël herinnert. Maar niemand kan het overtuigende bewijs leveren.

De Bijbel vertelt in Handelingen 11:25 dat Barnabas Saulus opzocht in Tarsen nadat de broeders uit Jeruzalem hem teruggestuurd hadden naar zijn geboorteplaats. Dat verblijf duurde wel 10 jaar. Niet makkelijk voor het brandend hart van iemand die, zoals Paulus, „terstond Christus predikte in de synagogen”. Het ligt voor de hand dat de jood met Romeins burgerschap bij het begin van zijn zendingsreizen en passant ook zijn ouderlijk huis nog wel eens heeft willen zien.

Tarsus lag op een kruispunt van wegen. De handel nam een grote vlucht. Tentenmaken gold als een specialiteit van de inwoners van de stad. Het is dus niet toevallig dat ook Saulus daarmee zijn brood kon verdienen. En in zo'n commercieel centrum, een knooppunt van culturen, leert iemand met hersens naast de lokale spraak ook gemakkelijk Aramees, Grieks, Latijn en Hebreeuws. Dat laatste omdat er, zo schrijven Everett C. Blake en Anna G. Edmonds in hun ”Biblical sites in Turkey”, rond het begin van de jaartelling sprake was van een bloeiende Joodse gemeenschap.

Nimbus
In 431, 435 en 1177 zouden christenen grote kerkvergaderingen, concilies, hebben gehouden in de stad. Ik heb ze in geen enkel kerkgeschiedenisboek kunnen vinden. Dat kan een goed teken zijn. Alleen het geruchtmakende, twist en ketterij, haalt de historieblaân. Vergaderden de kerkvaders misschien in de oude kerk die volgens deze en gene als begraafplaats voor Paulus diende?

Dat valt niet te zeggen. Maar teraardebestelling op deze plek is onwaarschijnlijk. Andere historische bronnen melden dat omstanders het zielloos lichaam van de Benjaminniet na zijn onthoofding tussen Rome en Ostia direct aan de groeve der vertering toevertrouwden. En deze kerk verrees pas rond 850. Een Russische tsaar wilde iets aardigs doen in de richting van de Ottomanen.

De afbeelding van de heidenapostel bij de bron toont Paulus met een nimbus, een ronde schijf om het hoofd van een persoonsvoorstelling als teken van waardigheid. Een soort stralenkrans. Christenen noemden dat ding ook „glorie”. Het valt te betwijfelen dat de prediker daar prijs op zou hebben gesteld. Hij wist te goed dat er niemand rechtvaardig en waardig is.

Er is weinig te zien in Tarsus. Maar dat geeft niet. Want God bestuurde de hand van Paulus om te getuigen en op te schrijven dat „de rechtvaardigheid Gods geopenbaard is geworden zonder de wet... door het geloof van Jezus Christus”. De rest doet weinig terzake.


Dit is het eerste deel van een serie van vier. Donderdag deel twee: ”De eerste ‘kathedraal’ ter wereld”.