Kerkelijk Leven

Van Dooijeweert kijkt terug op 25 jaar evangelisatiewerk

„Een echte organisator ben ik niet”

Door M. M. C. van der Wind-Baauw
VELP – Na twintig jaar wonen en werken in Tilburg, voelden evangelist J. W. N. van Dooijeweert en zijn vrouw zich verbonden aan het Brabantse land. Zo zelfs dat ze afspraken zich na hun overlijden ook in deze stad te laten begraven. „Bij de mensen tussen wie we gewoond en gewerkt hebben”. Toch is Van Dooijeweert inmiddels sinds ruim vijf jaar directeur van “In de Rechte Straat” (IRS) in Velp. Hij herdacht onlangs dat hij 25 jaar geleden evangelist werd.

De overstap van de evangelisatiepost van de Gereformeerde Gemeenten, waar Van Dooijeweert in 1973 begon, naar het kantoor van IRS in Velp was voor hem en zijn vrouw geen gemakkelijke. Ze waren van Tilburg gaan houden en dachten dat ze er de rest van hun leven zouden blijven.

Alles veranderde toen mevrouw Van Dooijeweert haar man wees op een advertentie. IRS zocht een opvolger voor ds. H. J. Hegger. „Organiseren is niet het beste werk dat je voor me kunt bedenken”, dacht de evangelist. Toch liet de oproep hem niet meer los. Gesprekken met ds. Hegger, de toenmalige directeur, en het bestuur volgden, maar liepen in eerste instantie vast. „Ik word nooit organisator”, dacht Van Dooijeweert toen. „Ik had bovendien geen vrijmoedigheid weg te gaan uit Tilburg. De stad was me lief geworden. Ik was er begonnen met twee, drie en zes bezoekers, op zondag in onze huiskamer. Het aantal was gegroeid tot zeventig, tachtig mensen. Kun je dan zomaar weggaan?”

Bevestiging
Weer veranderde alles toen IRS besloot iemand voor de boekhouding te benoemen. Daardoor kon Van Dooijeweert het werk als directeur-evangelist gaan verrichten. Toch zei hij niet zomaar “ja”. „We durfden niet te gaan zonder te weten dat het de weg van de Heere was. Als je antwoord van de Heere wilt hebben, dan moet je dat in de Bijbel zoeken. Niet door de Bijbel zomaar ergens open te slaan, maar door verder te gaan waar je bent gebleven. Dat deden we toen nog nauwkeuriger dan anders”.

De bevestiging kreeg Van Dooijeweert toen het echtpaar aankwam bij Lukas 9:57 en volgende. „De woorden „Doch gij, ga heen én verkondig het Koninkrijk Gods” gaven de voor ons zo nodige helderheid”. Van Dooijeweert zei ja. „Ik werd geen organisator. Ik bleef evangelist”.

In de Rechte Straat is een stichting die zich, naast de opvang van ex-priesters, richt op ondersteuning van evangelisatiewerk in rooms-katholieke streken en landen. Haar werkgebied ligt vooral in Nederland, België, Spanje en Midden- en Zuid-Amerika.

Van Dooijeweert ziet zijn werk bij IRS helemaal in het verlengde liggen van zijn werk als evangelist vanuit de Gereformeerde Gemeenten. De twintig jaar in Tilburg ziet hij voor een deel als voorbereiding voor het wereldwijde werk van IRS.

„Toen ik werd aangenomen als evangelist, had je als zodanig geen kerkelijke status. Je werd er niet voor bevestigd. Het deputaatschap zei: Evangelist bent u vanuit uw persoonlijke roeping. Wij maken gebruik van uw diensten. Ik zag het zelf ook zo. Pas veel later is onze kerk ertoe overgegaan om alle evangelisten tot ouderling te bevestigen”, legt Van Dooijeweert uit. „Van lieverlee ontstond meer het beeld dat een evangelist een ouderling met een speciale opdracht is”.

Op de dag dat Van Dooijeweert vertrok uit Tilburg was het voor hemzelf en zijn vrouw duidelijk dat hij als evangelist wegging. „Het was helder dat ik daarna geen evangelist in dienst van een kerk was, maar ik bleef het wel qua roeping. Het was voor mij helder dat de Heere mij voor een uitgebreider werk wilde gebruiken. Dat kwam voor mij voort uit Jesaja 61:5-7. Dat is jaren mijn worstelstukje geweest”. Vers 5, „Vreemden zullen uw akkerlieden en uw wijngaardeniers zijn”, was voor de evangelist, die op zijn 25e zijn fruitteeltbedrijf in het Betuwse Tricht had verkocht, wel duidelijk. Vers zes riep vele vragen op toen hij in Tilburg zat. „Ik wist geen weg met: Gij zult het vermogen der heidenen eten. Er waren in Brabant geen heidenen, geen mensen die nog nooit van het christendom hadden gehoord. Dat „onder de heidenen” bleek niet waar in Tilburg. Hier bij IRS wel. Vorig jaar was ik in Guatemala en Mexico. Toen dacht ik: Dit is het vermogen der heidenen eten”. Daar blijven zag de evangelist echter niet als de weg.

De 60-jarige Van Dooijeweert: „Ik ben zelf nog niet klaar met Jesaja 61. Ik geloof dat mijn taak nog niet af is. Als er ruimte komt om meer werk te doen in Zuid- en Midden-Amerika zullen wij er gehoor aan geven. Daarvoor waren tot nu toe de middelen niet aanwezig, maar het is verrassend om te zien dat er vanuit de achterban juist voor dat werk meer aandacht komt. Ik weet niet hoe, maar misschien mag ik daar dienstbaar zijn. Daar zou een verlangen van jaren mee in vervulling gaan. De zending had altijd onze liefde, ons hele hart”.

Vertrouwen
Of je nu in Nederland of in Zuid-Amerika evangeliseert, de basis is hetzelfde, is de ervaring van Van Dooijeweert. „Om te kunnen werken, moet je een vertrouwenskader scheppen. Je kunt bijvoorbeeld refereren aan feiten die mensen kennen. Iedere rooms-katholiek kent Maria. Dan moet je niet beginnen met roepen over het aanbidden van Maria. Je kunt eerst een heel eind samen op pad. Zo kweek je vertrouwen. Je kunt refereren aan de Bijbel en de eigen kennis die mensen van bijbelverhalen hebben. Die verhalen moeten dan wel in een bevindelijk kader geplaatst worden. Niet in een emotioneel kader. Het is niet even: Neem Jezus aan en klaar”.

Een bedreiging in Zuid-Amerika is dat mensen in handen van sektarische groepen vallen. Daarom vindt de evangelist het zo belangrijk dat mensen door bijbelstudie worden gewapend. Hij ziet een groot gevaar in het emotioneel tot geloof in de Bijbel komen. „Dan zijn mensen er na drie, vier jaar vaak op uitgekeken. Het gaat om de diepte in het hart”.

Bedelende hand
Als iemand de stichting het verwijt van remonstrantisme maakt, zoals in het verleden wel is gebeurd, trekt evangelist Van Dooijeweert zijn schouders op. „Vooringenomenheid kan veel schade doen in de christelijke kerk. Het bestuur bestaat uit mensen van de Gereformeerde Bond in de Hervormde Kerk, de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Gemeenten. Ik denk dat het wel meevalt met dat remonstrantisme. Ik ben blij dat velen ons werk beter hebben leren kennen en begrijpen dat het bij IRS gaat om de eerlijke boodschap van het Evangelie. Het Evangelie is zelf op het scherp van de snede. Zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden. Als de Bijbel dat zegt, wie ben ik dan om iemand te veroordelen die zegt: Ik heb Jezus aangenomen. Niet bovenhands, zodat ík er mijn hand op leg, maar met een bedelende hand”.