Kerkelijk Leven

Berlijnse evangelist infiltreerde bij Kruistochten en Licht im Osten

Bijbels smokkelen voor de Stasi

Door W. B. Kranendonk
Van de Nederlandse organisatie Kruistochten kreeg hij lectuur, een auto en forse geldbedragen. De Duitse organisatie Licht im Osten (LiO) gaf hem duizenden Russische Bijbels, bestemd voor christenen in de Sowjet-Unie. De Oost-Duitse evangelist Gerd Bambowsky smokkelde het leeuwendeel daarvan niet verder dan naar het hoofdkantoor van de Stasi in Berlijn. Gisteren en vandaag moest hij zich voor zijn spionnenwerk verantwoorden voor de tuchtkamer van de Evangelische Kerk in de Duitse hoofdstad. Achteraf blijkt de angst van iedere Oost-Europa-organisatie voor infiltratie zeker niet misplaatst.

Als we Bijbels en boeken bij Gerd Bambowsky brachten, dan moesten we naar een kleine loods in een plaatsje aan de rand van Berlijn. Bij het afleveren waren we uiterst voorzichtig om niet ontdekt te worden. Meestal sprak Gerd voor het vertrek een gebed uit”, herinnert de gereformeerde emeritus predikant F. H. Veenhuizen zich. Als koerier van de organisatie Kruistochten bezocht hij de Berlijnse evangelist verschillende malen. „Een innemende man, die met zijn geestelijk optreden vertrouwen wekte”. Dat Bambowsky schaamteloos de hulpverleners heeft bedrogen, verbaast ds. Veenhuizen „in hoge mate”.

De indruk die de gereformeerde pastor van de Berlijnse voorganger had, staat niet op zichzelf. „Wanneer Gerd preekte, bleef geen hart onberoerd. Als hij met anderen bad, dan kwam iedereen onder de indruk van zijn geestelijkheid”, zegt de Idea-reporter Marcus Mockler, die veel onderzoek deed naar de handel en wandel van de Stasi-spion. „Lange tijd vermoedde niemand in zijn omgeving dat hij een ijverig werker voor de Oost-Duitse Stasi was. Bijna 25 jaar heeft hij zijn spionnenwerk kunnen doen.

Als „inoffizielle Mitartbeiter” (IM) van de DDR-inlichtingendienst lukte het Bambowsky rond 1975 onder de schuilnaam Heinz Wendland of Cornelius Hammer binnen te dringen bij hulporganisaties en kerkelijke instellingen in de Bondsrepubliek. Via Duitsland kreeg hij contacten in Nederland. Door zijn verraad verhinderde hij tientallen bijbeltransporten die bestemd waren voor baptisten en evangeliechristenen in de voormalige Sowjet-Unie”.

De bureauchef van LiO, Erwin Damson, weet nog goed dat Gerd Bambowsky zich in 1975 meldde aan de deur van het hoofdkantoor in Korntal bij Stuttgart. Hij vertelde lid te zijn van een protestantse werkgroep in de DDR die contacten onderhield met protestanten in de Sowjet-Unie. „Bambowsky zei mogelijkheden te hebben Bijbels en boeken naar Rusland te brengen. Natuurlijk gingen we in die tijd niet zomaar op een aanbod in. We waren voorzichtig en trokken gegevens na. Bambowsky had een goede naam”.

De Berlijner leek een geschikte tussenpersoon; zijn levensgeschiedenis wekte vertrouwen. Bambowsky was aanvankelijk lid van een methodistengemeente, later sloot hij zich aan bij de Evangelische Kerk. Daar trad hij in dienst als evangelist voor inwendige zending. Kwam af en toe naar het Westen. Hij onderhield in de Bondsrepubliek contacten met de piëtisten in Würtemberg, waar hij vanwege zijn gebedsgaven een graag geziene gast was. Bovendien kon hij een reeks aanbevelingen van bekende personen tonen. „Dat alles maakte een integere indruk. Daarom gingen we op zijn voorstel in. Dat vertrouwen werd groter toen hij erin slaagde om mensen in erg moeilijke gebieden lectuur te bezorgen. Achteraf bezien zijn we veel te goedgelovig geweest”.

Dossier
Hoezeer Damson zich in Bambowsky heeft vergist, is hem duidelijk geworden door het lezen van de Stasi-rapporten. In het persoonlijk dossier van de LiO-chef zelf trof hij een gedetailleerde kaart aan met daarop een groot aantal smokkelroutes en adressen van contactpersonen. „We leefden met de gedachte dat veel van ons werk bij de Oost-Europese inlichtingendienst bekend was. Maar dat de Stasi zoveel wist, heeft me onthutst”, bekent Damson.

Elke reis van Bambowsky naar de Bondsrepubliek of Nederland en elk bezoek van een westerling aan de voorganger in Berlijn, leverde de Stasi een schat aan informatie op: lijsten met namen van organisaties en personen die lectuur smokkelden; plaatsen van tussenstations in de DDR en informatie over de methoden om in het geheim Bijbels naar Rusland te brengen. De Berlijnse spion wist de inlichtingendienst de details te vertellen over de zogenoemde tandemmethode. Een met lectuur geladen West-Duits 'smokkelvoertuig' passeerde met een transitvisum de Oost-Duitse grens op weg naar West-Berlijn. Deze wagen werd –conform de internationale afspraken– slechts oppervlakkig gecontroleerd. Kort daarop volgde een lege wagen waarvan de bestuurder een officieel visum voor de DDR had. Ondanks hun nauwkeurig speurwerk konden grensbeambten niets vinden en mocht de chauffeur zijn weg vervolgen. Op een parkeerplaats langs de transit-autobanen stopten beide wagens, vanwege 'pech'. Gedurende de schijnreparatie werd de lectuur van de ene wagen in de andere overgeladen. De chauffeur met het DDR-visum leverde de zending vervolgens af op een contactadres in de DDR.

Koerierswerk
Bambowsky slaagde er zelfs in zogenaamde smokkelsystemen te achterhalen. Voor verschillende organisaties deed hij koerierswerk naar de USSR. Daarbij maakte hij in veel gevallen gebruik van auto's van de betreffende instelling. Voordat de Berlijnse voorganger de lange rit naar het oosten maakte, kreeg de Stasi gelegenheid alle schuilhoeken van het voertuig te doorzoeken. Bambowsky gaf daarbij uitleg over de werking van de smokkelsystemen.

Ook de Nederlandse organisatie Kruistochten was slachtoffer van dit bedrog. Ds. Veenhuizen weet te vertellen dat de organisatie rond 1980 een systeembouwer naar de DDR stuurde, die met de Berlijnse voorganger een Oost-Duitse auto kocht, gefinancierd door Nederlanders. De Hollandse technicus bouwde vervolgens een geheime bergplaats in de auto, waarvoor Bambowsky hem ontroerd bedankte. Ook LiO-chef Damson kan zich de schenking van deze auto te herinneren. „Inderdaad, Gerd Bambowsky heeft innige contacten met Nederland gehad”.

Jenö Sebök van Open Doors –de huidige naam voor Kruistochten– bevestigt de gift. „We hebben toen een bestelwagen van het merk Trabant gekocht en daar heeft een van onze mensen een systeem in gebouwd. Bambowsky had echter niet door dat we bij elke wagen een andere methode kozen om lectuur te verbergen. Er was geen systeem identiek. Achteraf jammer dat we erin getrapt zijn, maar het heeft geen negatieve effecten voor andere smokkelwagens gehad”.

Achterdocht
„Vanzelfsprekend zorgde de man er wel voor dat (delen van) zendingen aankwamen”, zegt Idea-redacteur Mockler. „Als er nooit ontvangstbevestigingen uit de Sowjet-Unie waren gekomen, zou hij al spoedig achterdocht gewekt hebben”. Toch kwamen er grote aantallen Russische Bijbels in de opslagkelders van de Stasi in Berlijn terecht. Een greep uit het dossier van Bambowsky: in 1985 ontving de Oost-Duitse inlichtingendienst zesduizend bijbels, in 1986 vijfduizend. Bij de Wende ontdekten onderzoekers van de Stasi-opslagruimten in totaal twintigduizend Russische Bijbels die Bambowsky daar had afgeleverd. Daarnaast vonden ze een grote hoeveelheid andere christelijke lectuur die hij had bezorgd.

De dubbelhartigheid van de Berlijnse spion blijkt vooral uit verhalen over zijn manier van afscheid nemen van koeriers die geheime ladingen lectuur hadden afgeleverd. Een voorbeeld: drie theologiestudenten uit West-Duitsland brachten een partij Russische en Duitse Bijbels en boeken bij de geheime opslagplaats van Bambowsky. Na het lossen gaf de voorganger opdracht de autoradio knetterhard aan te zetten, zodat eventueel afluisteren onmogelijk was. De telefoon dekte hij om dezelfde reden met een kussen af. Pas toen deed Bambowsky een gebed om bewaring tijdens de terugreis en de grenspassage. Zodra echter het drietal vertrokken was, schreef hij een uitvoerig rapport met de namen van de koeriers, titels en bestemmingen”.

Geld
Juist deze voorgewende geestelijkheid van Bambowsky droeg bij aan het vertrouwen dat hij won bij westerlingen. „Ik had respect voor die man”, zegt een oud-koerier. De Stasi-spion misbruikte dat vertrouwen niet alleen om lectuur bij zijn bazen in Berlijn af te leveren, maar wist ook geld uit andermans zakken te kloppen. Zo vroeg hij ds. Veenhuizen een bedrag om een fototoestel te kopen dat hij wilde gebruiken voor kerkelijke doeleinden. De predikant had geld bij zich van de diaconie van de gereformeerde kerk van Apeldoorn om „te besteden daar waar het het meest nodig was. Gerd had voor zijn verzoek een goed verhaal, dus gaf ik hem dat geld. Hij toonde zich bijzonder dankbaar”. Ook Kruistochten zegt begin jaren tachtig „een fors bedrag” aan Bambowsky te hebben gegeven.

De grootste schade heeft Gerd Bambowsky echter niet in het Westen, maar in de USSR aangericht. Damson van Licht im Osten schat dat zijn organisatie in de loop van de achterliggende 25 jaar zo'n 50.000 Bijbels meer naar Rusland had kunnen brengen, als de Stasi-man er niet tussen had gezeten. „Hij legde aanvoerlijnen bloot, auto's met geheime bergplaatsen werden ontdekt. Niet in alle gevallen van ontdekking aan de grens is achteraf een directe relatie met de spion uit Berlijn te leggen, maar in de meeste wel”.

Drukkerijen
Veel belangstelling had Bambowsky voor de geheime bijbeldrukkerijen in de USSR. Regelmatig probeerde hij bij de westerse organisaties informatie over deze drukkerijen los te peuteren. Damson weet zeker hierover niets te hebben losgelaten. „Als het om de geheime drukkerijen ging, dan vertelden we bijna niemand iets. Ook Bambowsky heeft van ons niets gehoord”. Waar de Berlijnse voorganger zijn informatie vandaan haalde, is niet duidelijk, maar Mockler beweert dat het „nagenoeg zeker is” dat het verraderswerk van Bambowsky ertoe heeft bijgedragen dat eind jaren zeventig een drukkerij van niet-geregistreerde baptisten in de Baltische staten is opgerold. De medewerkers daarvan verdwenen achter de tralies. Wladimir Velitsko, lid van een baptistengemeente in Leningrad, bevestigt dit. „Enkele jaren geleden heeft een vroegere militiebeambte die betrokken is geweest bij de arrestatie van de drukkerijmedewerkers, me verteld dat de KGB bij het zoeken naar de geheime pers is afgegaan op informatie van een Duitser uit Berlijn. De leider van het onderzoek zei toen met een spottende ondertoon dat Duitse dominees soms hele waardevolle informatie doorspeelden, die beter was dan duizend preken”.

Bekers
Binnen de Oost-Europese inlichtingendienst werd het werk van Bambowsky gewaardeerd. Stasi-akten maken meer dan eens melding van zijn ijver en zijn initiatieven. In juni 1976 kreeg de spion daarom al twee vergulde bekers door een hoge Sowjet-beambte uitgereikt. Daarnaast ontving hij regelmatig 'voordeeltjes' als uitbundige reizen naar het Westen en allerlei premies. „Hij verstaat de kunst zich als een uitgesproken geldwolf te gedragen”, schreef een Stasi-commandant in een rapport over Bambowsky. Vooralsnog lijkt geldzucht het belangrijkste motief voor de Berlijnse geestelijke te zijn geweest om gemene zaak met de Stasi te maken.

Mensen die betrokken zijn (geweest) in het Oost-Europa-werk zeggen enerzijds geschokt te zijn door de onthullingen over het werk van de Stasi-spion, anderzijds niet geheel verbaasd. „Organisaties hielden altijd rekening met spionage en infiltratie”, zegt een medewerker van het Zwitserse onderzoeksinstituut Glaube in der 2. Welt. „Er is wel eens gespot met de voorzorgsmaatregelen die deze stichtingen namen. Dat zou valse romantiek zijn. Nu blijkt weer eens hoe nodig dat was. Tegelijk moeten we beseffen dat er eind jaren zeventig –een dieptepunt in de Koude Oorlog– weinig geschikte koeriers waren. Iedereen die vertrouwen wekte, was in principe welkom”.

Toch rezen er binnen de organisatie Licht im Osten twijfels over de betrouwbaarheid van Bambowsky. LiO-chef Damson: „Begin jaren tachtig waarschuwde een oude broeder me voor Gerd. We hebben ons toen van hem gedistantieerd. Opvallend was dat kort na de breuk met Bambowsky een auto van ons aan de DDR-grens gepakt werd en de lading ontdekt. Ook ons netwerk van contacten rond Leipzig viel geheel uiteen”.

LiO maakte Kruistochten deelgenoot van haar zorgen, waarop de Nederlanders ook hun contacten met de Berlijnse voorganger verbraken.

Justitie
Het kerkelijk gerecht van de Evangelische Kerk van Berlijn-Brandenburg boog zich gisteren en vandaag over het dossier-Bambowsky. Damson treedt daar op als getuige. Van verschillende zijden is er kritiek op de traagheid van de kerkelijke autoriteiten. Sinds 1995 zijn zij al op de hoogte van het spel van Bambowsky. De Heidelberger kerkhistoricus prof. dr. Gerhard Besier, bekend vanwege zijn boek “Die SED-Staat und die Kirche”, heeft een verklaring. „De kerken nemen alleen tuchtmaatregelen tegen foute ambtsdragers die nog dienen. Emeriti ontspringen de dans. Als je dossiers maar lang genoeg laat liggen, dan heb je weinig tuchtzaken. Hoe minder zaken, hoe heroïscher het beeld van de kerken”. De Heidelberger kerkhistoricus heeft in zijn boek het optreden van Bambowsky een van de schrijnendste voorbeelden genoemd van collaboratie van kerkelijke werkers. Voor hem is het onbestaanbaar dat de kerk het dossier van de Stasi-spion zo lang heeft laten liggen. „Helaas moet je constateren dat de kerken de waarheid van hun eigen verleden niet onder ogen willen zien. Sterker, ze verdraaien de feiten: momenteel krijgen studenten subsidie om scripties te schrijven waarin de kerk van belastende feiten wordt ontdaan. Als je dat hoort, dan denk je: De oude tijden komen terug. Voor 1989 zetten de communisten de geschiedenis naar hun hand; nu de kerken. Bambowsky heeft daarvan voordeel gehad”.