Meditatie |
Niet tegenstaanDeze dingen doet gij, en Ik zwijg; gij meent, dat Ik ten enenmale ben gelijk gij .Psalm 50:21 Een mens begeert zijn zonden niet te zien om daarover niet verontrust te worden in zijn consciëntie. Hij wil het niet om zijn zonden te bekennen en te verlaten en zich voor God en de mensen te veroordelen. O Heere! ik zucht erover dat ik nauwelijks iemand ontmoet die overtuigd wil zijn of daarover bedroefd is. Altijd wil men voor zichzelf pleiten, dat de zonde niet zo groot is en niet zo kwaad is, dat er ook nog wel enig goed is en daarom dat er ook nog wel enige hoop is dat God wel genadig zal zijn. Maar hun mond is gesloten om te zeggen dat ze schuldig zijn. Daar is minder overtuiging in de wereld in deze eeuw dan velen vermoeden. Want ik geloof dat al de helse machten samenspannen om de mensen de ogen te verblinden en hun hart te verduisteren. Dat zij het grote werk van Christus in zijn beginsel tegenstaan. Het is een grote boosheid Christus bij zijn eerste aanval op de ziel te stuiten. Ach, hoe weinig weet u wat u hiermee doet en welke smarte u zich daarmee op de hals haalt. Wilt u de eerste ademingen van Christus' Geest om u te behouden, tegenstaan? Welk leed zal het u toch doen dat u het ergste van uw staat weet en daardoor hoop hebt om eruit gered te worden? Anders zullen al uw zonden u op een zekere dag toch voor ogen worden gesteld, doch dan wanneer het te laat is. Thomas Shepard, predikant te Cambridge |