Kerkelijk Leven

Ds. Van Kooten: De dag is niet ten einde, daarom werk ik nog

Bakkerszoon en domineesdochter

Door J. M. D. de Heer
DELFT – „Wat jammer, wat jammer, dan is mijn vrouw op hugenotenreis”. Deze kanttekening plaatste ds. G. H. van Kooten bij de afspraak voor een gesprek over zijn vijftigjarig ambtsjubileum. Die ene zin typeert de betrokkenheid van mevrouw Van Kooten bij het ambtelijk werk van haar echtgenoot én bij het brede kerkelijke leven. Het jubileum van vandaag is er met recht een van het echtpaar Van Kooten-Kok, van de bakkerszoon en de domineesdochter.

In alle gemeenten die ds. Van Kooten diende, Brandwijk, Genemuiden, Huizen en Delft, was zijn echtgenote betrokken bij allerlei vormen van verenigingswerk. Voor mij, zegt de hervormde emeritus predikant, was haar betrokkenheid erg plezierig. De gemeenten werden door ons beiden gedragen. Onze trouwe huishoudster Nenna, vult hij direct aan, gaf mijn vrouw gelegenheid zich zo voor de gemeente in te zetten.

Geurt Hendrik van Kooten was het elfde kind in een Veenendaals bakkersgezin. „Ik werkte thuis wel mee in de bakkerij, maar had al jong de begeerte het Evangelie te verkondigen. Het was mijn behoefte om mensen in zielennood de liefde van Christus voor te houden”.

In de oorlogsjaren studeerde hij theologie in Utrecht. De jonge student moest in een loyaliteitsverklaring beloven zich te onderwerpen aan de bevelen van de Duitse overheid. Hij deed het niet. „Uiteraard”. Het gevolg was wel dat hij via kamp Ommen op transport naar Duitsland moest. „Ik ging van het ene onderduikadres naar het andere. Totdat mijn vader zelf onderduikers in huis nam. Toen kon ik er ook nog wel bij”.

Ds. R. Kok
Bakkerij Van Kooten stond naast de pastorie van de plaatselijke gereformeerde gemeente, waar ds. R. Kok stond. De verkering met diens dochter Annie bracht de bakkerszoon in een domineesgezin. „Zelf kwam ik uit een echt hervormd-gereformeerd gezin, met een liefde tot een schriftuurlijk-bevindelijke prediking. De afscheiding had ons nooit aangesproken”.

En toen kwam u in een echt afgescheiden gezin! „Dat zou je denken. Ds. Kok had groot respect voor de Hervormde Kerk. In Montfoort was hij onder ds. Lekkerkerker getrokken. Dat gaf verbondenheid”. De leer en de prediking van ds. Kok hebben me bijzonder gericht en gesticht, zegt ds. Van Kooten als hij terugblikt. „Wat mij zo aansprak, was zijn prediking van het aanbod van genade. Bij hem vond ik de rechtsgrond om aan onbekeerden ruim het Evangelie te verkondigen”.

Geregeld was de Utrechtse theologiestudent op ds. Koks studeerkamer te vinden. „Als ik kwam, zei hij nogal eens: Kom eens, ik heb weer wat moois ontdekt. Hij werd een geestelijk vader voor me”. Maar, voegt ds. Van Kooten toe, „ik ging de hervormde dominees niet voorbij. Met mijn grote vriend ds. A. Vroegindeweij had ik een fijne band. Hij heeft samen met ds. Kok ons huwelijk bevestigd. Heel leuk dat dat kon”.

Geweldig team
Ds. Van Kooten diende zijn vier gemeenten met veel genoegen. Brandwijk was zijn eerste liefde. Uit Genemuiden kon hij eigenlijk niet wegkomen. En bij het noemen van Huizen roemt hij direct het „geweldige predikantenteam. Met J. den Besten, J. H. Cirkel, G. Boer en J. Vermaas beleefden we een tijd van geestelijke verbondenheid. Ik vond er ook grote vrijmoedigheid om over de persoonlijke beleving te spreken. Toen ik er als beroepen predikant preekte, kreeg ik veel brieven, sommige wel acht kantjes vol”.

De gang van Huizen naar Delft was „verschrikkelijk moeilijk. Ik zag er donkere wolken drijven, maar ik kon niet anders”. In hervormd Delft zat vanouds een sterke linkse stroming. Twee jaar na de komst van ds. Van Kooten, in 1967, werd de latere Amsterdamse hoogleraar R. Zuurmond studentenpredikant. „Ik probeerde rustig maar onverkort de gereformeerde principes te verdedigen. Soms kregen we zelfs uit de linkse hoek bijval, door de erkenning van het recht van de gereformeerde gezindheid”.

Twintig jaar, tot zijn emeritaat in 1985, diende ds. Van Kooten Delft. Hij raakte met deze stad vergroeid en woont er nog steeds. „Er was in de gemeente een grote kern in de geest van ds. P. Zandt. Dat gaf verbondenheid aan Schrift en belijdenis. Het hervormd-gereformeerde deel van Delft was heel trouw. Ook standvastig. Het leek in mijn tijd wel of de wereld geen vat op jongeren kreeg”.

Familie
Het geslacht Van Kooten-Kok mag met recht een domineesfamilie heten. De oudste zoon van de Delftse dominee is predikant in Soest. De oudste dochter Alie is getrouwd met dr. J. Hoek. De jongste zoon Geurt Henk hoopt in de theologie te promoveren. Zwager Iz. Kok was hervormd predikant, zwager dr. C. den Hertog en de neven G. C. den Hertog, W. Kok, R. Kok en H. H. Klomp dienen de Christelijke Gereformeerde Kerken. Neef W. G. Hulsman is hervormd predikant. „God zorgt voor Zijn kerk”, stelt ds. Van Kooten vast, „hoe die ook mag heten”.

Wel is de predikant bezorgd over de toekomst. „Waakt en bidt, want de tijden worden zwaarder. Wat geestelijk bij elkaar hoort, moet niet tegen elkaar vechten, maar met elkaar strijden. Samen op Weg brengt weinig goeds. Ik hoop dat hervormd-gereformeerden een eigen plaats krijgen, onafhankelijk van de andere VPKN-leden. Het proces houdt me volop bezig”.

Psalmen
Op psalmzangdagen, waar zijn zoon ds. R. van Kooten jaarlijks de meditatie verzorgt, komt de emeritus predikant nog altijd graag. „Ik geniet van de zeer rustige zang van de psalmen, die zo'n rijke inhoud hebben. Ze vertolken het Evangelie van Gods genade. Psalmen, graag in de oude berijming, steken ver uit boven al het andere. Thuis zingen we wel gezangen, maar in de eredienst zal ik ze nooit toelaten. Dat zou één verschrikkelijke verarming zijn”. De predikant gaat rechtop in zijn stoel zitten: „Het invoeren van gezangen, soms eerst voor of na de dienst, zie ik als een zorgelijke ontwikkeling. Het is een teken dat de rijkdom van de prediking naar Gods Woord teloorgaat. Ik zie het als de kortste weg van het verlaten van de leer der vaderen”.

Eén dag per week doet ds. Van Kooten ambtelijk werk in de hervormde evangelisatie in Schiedam. Eén dag per week in de Haastrechtse evangelisatie. Praktisch elke zondag preekt hij twee keer. Terwijl hij de tachtig nadert. „Mijn devies is: Werken zolang het dag is. De dag is nog niet ten einde. En daarom werk ik nog. Met genoegen”.