Kerkelijk Leven

„Noachs boot wordt gevonden; dat gaan wij nog meemaken”

Zeister arkoloog op zoek naar de ark

Door J. van 't Hul
ZEIST – Een donkerrode, gondelachtige kuipvorm op een van de hellingen van de berg Ararat heeft Gerrit Aalten opnieuw in zijn mening bevestigd dat de ark van Noach daar nog ligt. De Zeistenaar (46) is net terug van zijn vierde expeditie naar Armenië. Heeft hij nu de ark gezíén? „Zij had het kunnen zijn”.

Het dossier over Noachs schip der behoudenis groeit met het jaar. Iedere vermeende vondst loopt braaf in het kielzog van de vorige. Flavius Josephus berichtte reeds over speurtochten op de ruim 5000 meter hoge Ararat. Elke eeuw na hem leverde nieuwe vondsten op. Steeds weer kwamen er mensen uit dit oostelijk deel van Turkije terug met planken, balken en stukken hout van de ark. Uit 1883 is een Turks persbericht bekend waarin melding wordt gemaakt van de vondst van een groot houten geraamte aan de voet van de Ararat. Amerikanen hadden al eens 2000 meter hoger een rotsformatie gevonden die de vorm had van een boot.

Vooral in onze eeuw is er onophoudelijk naar de ark gezocht. In 1955 werden pogingen ondernomen, in 1969 opnieuw. In 1977 maakte een Amerikaanse onderzoeker luchtfoto's van de zuidelijke top van de berg. Hij had iets gezien wat op een boot kon lijken. Ook de Evangelische Omroep heeft zich bezig gehouden met een arkexpeditie. Een camarateam maakte luchtopnamen boven het interessantste deel van de berg. Bij vertrek uit Turkije werden de films echter in beslag genomen door Turkse autoriteiten.

De mistigheid blijft. Maar Gerrit Aalten (de enige Nederlandse 'arkoloog') weet het zeker: „Er wordt over de ark wel veel komedie gemaakt, maar de ark wórdt gevonden. Dat gaan wij nog meemaken”.

Dierenpark
Als kind al was Gerrit Aalten gefascineerd door de geschiedenis van de zondvloed. „Dankzij mijn ouders, want ik ben grootgebracht met de Bijbel. Toen ik later een baantje kreeg in het dierenpark van Amersfoort ging het plotseling allemaal leven: hoe al die dieren door Noach in de ark werden gebracht. Ze moeten nauwkeurig, een voor een, zijn ingescheept, stel ik me voor”.

In 1975 kwam Aalten het eerste krantenartikel over een arkexpeditie op het spoor. Het greep hem. „Maar het verbaasde me ook geweldig. Er was weer eens wat gevonden, schreven ze. Er was weer eens wat gezien. Maar fotomateriaal ontbrak natuurlijk. Eén gedachte liet me niet meer los: Zou ik, Gerrit Aalten, niet eens voor die foto's kunnen gaan zorgen?”

Arkmuseum
Het krantenknipsel vormde het begin van een enorme verzameling arkberichten. Aalten bewaart alles: boeken, ooggetuigenverslagen, oude gravures, postzegels, teksten, artikelen uit kranten en tijdschriften en zelfs een foto van een stukje hout dat afkomstig zou zijn van Noachs boot. In 1996 exposeerde de Zeister amateur-onderzoeker zijn spullen in de bibliotheken van Zeist en Rijssen.

Inmiddels denkt Aalten na over een permanente expositie, een arkmuseum. „Er is zo veel kostbaar materiaal. Daar zou je, in het belang van de samenleving, eigenlijk iets mee moeten doen”.

Aalten, tegenwoordig huisschilder van beroep: „Veel mensen beseffen het niet, maar het is toch interessant om te weten dat de ark een verenigende factor is tussen joden, christenen en moslims. Want zowel Mozes als Jezus en Mohammed sprak over Noach en zijn ark. Je vindt erover in de thora, in de Bijbel en in de koran, hoewel de Bijbel wel de meeste informatie verstrekt. Dat, samen met 270 losse zondvloedverhalen en legenden, maakt de ark tot een erfenis voor de gehele mensheid”.

Gletsjerspleet
Of de resten van de ark werkelijk nog onder de geweldige ijskap van de Ararat liggen, is voor Aalten geen vraag meer. Hij signaleert te veel sporen die in die richting wijzen om dat nog langer te ontkennen. „In 1989 heeft een Italiaan twee gletsjerspleten ontdekt, 133 meter lang met een tussenruimte van 22,5 meter. Heel opmerkelijk, want volgens de Bijbel was de ark 300 el lang en 50 el breed, dat is dus iets minder dan 150 meter lang en iets minder dan 25 meter breed. De plaats waar die Italiaan zijn ontdekking deed, was dezelfde locatie als die waar Armeense christenen lang geleden kerkdiensten hebben gehouden. Later is dat allemaal ondergesneeuwd”.

Maar als er al zo lang wordt gezocht, hoe is het dan mogelijk dat er nog steeds niets concreets is gevonden? „De berg Ararat ligt vanwege de oorlog tegen de Koerden op militair gevoelig terrein. Sinds 1968 is dit verboden gebied. Alle archeologen zijn het er wel over eens dat de ark op de noordoostelijke berghelling moet liggen. En dat is nu net de plaats waar niemand mag komen. Men kan de Ararat van alle zijden beklimmen, en dat gebeurt ook veel door toeristen, maar niet aan de noordoostelijke kant. We hebben het dan over het grensgebied van Armenië, Azerbeidzjan en Iran. Daar liggen allemaal militaire tentenkampen. En dan daarbij: de ark zal, na ongeveer jaar daar gelegen te hebben, best wat afgetakeld zijn, wat minder herkenbaar”.

Resultaten
Wat heeft de vierde expeditie van Gerrit Aalten (”Aalten's Arksight”) opgeleverd? „Opnieuw moet officieel worden gesteld dat nog niets concreets van Noachs ark is teruggevonden. Ik had de pech dat er bij de video-opnamen te weinig licht op de berg bleek te zijn. Dat resultaat valt dus wat tegen. Toch heb ik opnieuw waardevol feitenmateriaal ontdekt dat vooral in cultureel-historisch opzicht van belang is. Ik heb een drie uur durende ontmoeting gehad met professor Herouni Paris, directeur van het Radiophysics Measurement Institute. Hij toonde mij nog een zilveren onderscheiding waarop de ark staat afgebeeld. Hij had die ooit ontvangen van het hoofd van de Armeense Kerk”.

Ds. Poort
Ook wijlen ds. J. J. Poort heeft zich beziggehouden met de ark. Ooit stond hij aan de voet van de Ararat. Hij schreef toen: „Ik moet er niet aan denken dat het ooit iemand gelukken zou een overblijfsel van de ark te vinden. Ik moet er niet aan denken dat iets van deze ark, door de rechtvaardige Noach toebereid, door onrechtvaardige handen wordt meegenomen naar een museum. Ik hoop dat het de ark, verborgen onder de lavamantel van de Ararat, zal vergaan zoals het lichaam van Mozes, onvindbaar op de berg Nebo: door de Heere Zelf te zijn begraven en daarmee voorgoed te zijn beschermd tegen ontheiligend onderzoek”.

Wat zegt archeoloog Gerrit Aalten hierop? „Ik kan dat volkomen begrijpen. God is groot. Veel groter dan wij kunnen denken. Toch ben ik er aan de andere kant ook van overtuigd dat God de resten van de ark ooit aan de wereld zal tonen, als getuigenis van Zijn almacht”.