Kerkelijk Leven

”Ekklesia” Evangeliekorps neemt verlaten kerkje in gebruik

De kolonel van Luchtenveld

Door J. M. D. de Heer
LUCHTENVELD – De kerk is net klaar. De verflucht is nog vers. Kolonel G. J. van Loon weet welke boodschap hij er gaat uitdragen: Jezus leeft, Hij is de Redder van de wereld, de Bijbel onthult Gods plan met Zijn volk Israël. Hij heeft er al een paar keer over gepreekt. Morgen houdt hij open dag en zondag neemt hij het gebouw in gebruik. Het wachten is op hoorders.

Folgersterloane 74, Luchtenveld. Een kilometer of tien van Drachten verwijderd. Zomaar midden in de uitgestrekte Friese landerijen staat de kapel daar. Al zeventig jaar. Naast de kapel staan een stuk of wat huizen. Alles wijst erop dat hier vóór de bouw van het bedehuis niets te vinden was dan kale, uitgestrekte vlakten, luisterend naar de naam Gronings-Fries heidegebied.

De kapel was al 25 jaar niet meer in gebruik toen G. J. van Loon zich in Friesland vestigde. „Bij het Leger des Heils had ik van Jezus gehoord, ik gaf antwoord op de oproep Hem aan te nemen. Ik was rooms-katholiek gedoopt, maar liet me opnieuw dopen door onderdompeling. Daarna volgde de doop met de Heilige Geest. Kijk, en dan bén je er niet, dan begint het pas. Ik was overtuigd van mijn roeping tot evangelist, maar daar kwam in de praktijk weinig van terecht. Toen heb ik gebeden: Heer, als U me roept, moet U ook de weg openen”.

Via een tv-programma van de NCRV kwam hij in contact met J. Overdijk, de eigenaar van de kapel in Luchtenveld. „Pure gebedsverhoring”, noemt Van Loon het. „Toen gebeurde er iets in mijn hart. Heer, bad ik, zou dit niets voor mij zijn?”.

Roeping
In 1928 was het kerkje gebouwd. Het was het initiatief van Berend Overdijk, filiaalhouder van een meubelzaak in Dokkum. Door contacten met een Duitse predikant werd hij zich bewust van zijn roeping tot evangelist. Overdijk kwam in aanraking met een groep rechtzinnig hervormden die zich niet thuisvoelden onder de vrijzinnige prediking in Rottevalle. Voor deze groep van zo'n twintig mensen bouwde Overdijk de kapel, een pastorie en enkele woonhuizen. Daarnaast begon hij een zondagsschool en startte hij met evangelisatiewerk in de wijde omgeving. Als Vrije Evangelische Broedergemeente stond de groep buiten elk kerkelijk leven.

Op 19 februari 1973 hield ds. Overdijk de laatste kerkdienst in het gebouw. Er waren geen hoorders meer. Vier jaar later overleed hij. Zijn zoon Jan zette het evangelisatiewerk voort, verspreidde traktaten in de omgeving, hield op zondag de deur van de kapel open, speelde wat orgel en luidde drie keer de klok.

In het gebouwtje trof Van Loon vele duizenden traktaatjes van ds. B. Overdijk aan. Omslagjes met drie blaadjes tekst: “Jezus verlost”. Maar ook preken van de evangelist, bijbelstudies van ds. J. de Liefde, liederenbundels en boekenleggers. Allemaal opgepakt op stellingen langs de wanden. De vloer was erdoor verzakt. Halsoverkop sleepte Van Loon vorig jaar juli de kapel leeg toen J. Overdijk overleed. „Ik wilde hem vanuit zijn eigen kerk begraven”.

Zuid-Afrika
Inmiddels ziet de kapel er keurig uit. „Ik heb er ontzettend hard aan gewerkt”, verzekert kolonel Van Loon. Aan de wand hangt een ingelijste fax uit Zuid-Afrika, gedateert 14 juli. „Het zijn de zegenwensen van het hoofdkwartier in Three Rivers”, legt Van Loon uit. „Tien jaar geleden ontmoette ik daar pastor Neser. Hij heeft een geweldige boodschap over het koninkrijk van God. Bij hem beleefde ik een tweede bekering”.

Van Loon werd als kolonel opgenomen in het “Ekklesia” Evangeliekorps, zijn vrouw werd kapitein. Samen vertegenwoordigen zij het Zuid-Afrikaanse korps in Nederland.

Kolonel Van Loon had een „goed gesprek” met de gereformeerde predikant van Drachtstercompagnie, ds. J. de Kok. „Ik zou zonder meer onder zijn prediking kunnen zitten”. Toch wil hij zich „onder geen beding” bij een kerk aansluiten. Waarom niet? „Dat is niet zo moeilijk. Als je ergens deel van wordt, moet je altijd iets inleveren. Wat ik van de kerk weet, is dat ze zich vastpint op dogma's”.

Visie op Israël
De ondertitel van het korps luidt: “Kwartiermakers van het koninkrijk Israël onder het Nieuwe Verbond”. Dit houdt verband met een uitgesproken visie op Israël. „Een verkoopster in bijbelwinkel Zebulon in Apeldoorn legde me eens uit wat het koninkrijk Gods betekent. Daarna kreeg ik een visioen. Ik zag Nederland verzonken in een duisternis, een absolute duisternis. Maar het kwam los van Europa in een helder licht. De Heere zei: „In Zebulon zal het licht opgaan”. Ik ging weer naar de boekwinkel. Daar hoorde ik dat Nederlanders zeer waarschijnlijk afstammelingen van Zebulon zijn. Ik nam een hele stapel boeken mee en leerde in de loop van jaren dat wij behoren tot de verloren stammen van Israël. Dat was een geweldige ervaring”.

Alle beloften zijn voor het natuurlijke Israël, vervolgt Van Loon stellig. „Wie daar buiten valt, is een heiden. De kerken hebben een oplossing verzonnen: De christelijke kerk is geënt op Israël. Ze begrijpen er niks van. Maar ik kan vertellen dat ik werkelijk een kind van God ben, door de afstamming uit Zebulon. Ik ben een Israëliet en zal ons volk vertellen dat ze het uitverkoren volk van God zijn”.

Studeren
„Wie ooit kolonel Van Loon ontmoet heeft, zal weten van het verloren huis van Israël. Daarover heb ik al twintig jaar gepreekt. Heb gecorrespondeerd met predikanten, maar ook met de Evangelische Omroep. Maar je krijgt zo weinig gelegenheid om samen met alle heiligen de Bijbel te bestuderen. Als we dat doen, krijgt de Heilige Geest de kans iets te openbaren. Maar niemand wil studeren. Ik heb niet de illusie dat heel Nederland achter mijn inzichten zal aanlopen. Na twintig jaar houdt dat op”. Wel volgt een vaste groep van een man of vijftien elke veertien dagen bijbelstudieavonden op het hoofdkwartier van de kolonel in Buitenpost.

Het Evangelie brandt op zijn hart. Een paar zondagen preekt hij al in zijn kapel. Zonder hoorders. „Maar het is niet vervelend om met de Heer alleen te zijn. Zo leer ik preken”. Zijn eerste preek heeft hij in druk uitgegeven. „Wat is de inhoud van het Evangelie van het Koninkrijk?” klonk het in Luchtenveld. Ademloos luisterden de stoelen toe. „Het herstel van de twaalf stammen van Israël. Daarin is de Heere Jezus het absolute middelpunt. Dit aspect van Jezus' bediening is volledig uit het oog verloren en onze taak is dit weer onder ons volk terug te brengen. Met Gods hulp is alles mogelijk”.

Voor de toekomst is kolonel Van Loon „ontzettend benieuwd wat de Heere doet. Komen er mensen? Twee of drie is voldoende. Maar als blijkt dat de Heere me hier niet riep, houd ik ermee op. Zo nuchter moet je zijn. Dan ga ik met een boot de wereld rond. Toch geloof ik dat God me hierheen stuurde. Niet alleen voor Luchtenveld. Ik ben kolonel voor heel Nederland. Zo zal ik mijn talent uitbuiten”.