Kerkelijk Leven

Ds. Arras: Wat mij verraste, was het grote aantal kinderen

Een 'Hollandse' kerk in Beerfelden

Door J. M. D. de Heer
BEERFELDEN – 's Morgens komt er een man of honderd naar de kerk. Na de dienst komen de Duitse gemeenteleden Hollandse vakantiegangers tegen en even later klinkt in de evangelische kerk in Beerfelden psalmgezang uit de mond van enkele honderden Nederlanders. Wie regelmatig naar het buitenland op vakantie gaat, is eraan gewend geraakt. Maar wat vindt de plaatselijke predikant ervan?

Pfarrer S. Arras is sinds 1991 verbonden aan de gemeente van Beerfelden. Eerder was hij vicaris in Darmstadt. Hij studeerde anderhalf jaar in Jeruzalem, waar hij Russische en Griekse kerken bezocht en contacten had met joden en moslims. In Beerfelden kreeg hij te maken met een nieuwe blikverruiming: hij ging er enkele keren ter kerke bij een Nederlandse predikant.

„Wat mij verraste”, begint ds. Arras, „was het grote aantal kinderen dat ik in de kerk zag. Er waren ook veel jongeren. Hele gezinnen kwamen met elkaar naar de kerk. Daar was ik heel blij mee. Verder viel me op dat de kerkgangers zeer conservatief gekleed waren. De meeste mannen hadden een stropdas om, de vrouwen hadden nette jurken aan en vaak ook een hoed op”.

Tijdens de dienst werd veel en goed gezongen, kan de predikant uit Beerfelden zich verder nog herinneren. „Er was een goede organist en de mensen zongen heel levendig. Ze waren er echt helemaal bij”.

Ook als ds. Arras zelf niet de dienst bijwoonde, was hij getuige van een 'Hollandse kerkgang'. Zijn pastorie staat naast het kerkgebouw, zodat hij de gasten naar de kerk ziet lopen. En als hij op een warme zomerdag de deuren openzet, kan hij het psalmgezang horen.

Ook andersom
Andersom komen er ook geregeld Nederlanders naar de diensten van de Beerfeldense predikant. In het Odenwald Hotel zijn regelmatig toeristen uit Nederland. Buiten het vakantieseizoen zijn ze helemaal aangewezen op de Duitstalige diensten, maar ook 's zomers bezoeken ze de evangelische kerk in Beerfelden. Ds. Arras komt verder geregeld Nederlanders tegen in de dorpen die bij de gemeente van Beerfelden horen, zoals Gammelsbach en Finkenbach. De twee predikanten van Beerfelden leiden om de beurt kerkdiensten in deze dorpjes.

Ds. Arras probeert zoveel mogelijk met gasten rekening te houden. „Als ik weet dat er Nederlanders zijn, is de schriftlezing tweetalig en ook de tekst waarover de preek gaat, lees ik voor in het Nederlands. Zo kunnen ze, als ze geen Duits kennen, toch iets begrijpen”. Verder blijkt het vaak niet gemakkelijk te zijn om een preek in een andere taal te begrijpen. Ds. Arras vraagt het Nederlanders wel eens die bij hem naar de kerk zijn geweest: „Haben Sie es verstanden?” (Hebt u het begrepen?). Vaak krijgt hij als antwoord dat het toch wel moeilijk was.

Vriendelijk
Het is de predikant verder opgevallen dat de Hollandse vakantiegangers doorgaans vriendelijk zijn tegen elkaar. „Maar dat zal wel te maken hebben met de vakantiestemming. Iedereen is hier tenslotte gast”. Hij hoopt in elk geval dat zijn gemeenteleden gastvrij zijn voor nieuwkomers in de kerk. „Vooral in grotestadsgemeenten heeft men weinig aandacht voor vreemden. Dat hoort niet zo te zijn”. Bijzondere gastvrijheid maakte ds. Arras mee in Zuid-Korea, waar buitenlandse bezoekers een koptelefoon kregen, zodat ze een vertaling van de preek in het Engels konden beluisteren. Ook in de Verenigde Staten werd hij gastvrij in de kerken ontvangen.

Zelf staat ds. Arras na afloop van de dienst bij de uitgang om alle bezoekers de hand te drukken. „Bedankt voor de dienst”, is een opmerking die hij vaak hoort van de Nederlandse gasten. Een inhoudelijke opmerking over zijn preek heeft hij zelden gekregen, ook niet als een Hollandse predikant de dienst bezocht.

Bekendheid
Het grote aantal bezoekers van de vakantiediensten verklaart ds. Arras door de bekendheid van Beerfelden in kerkelijk Nederland. „Uit de wijde omgeving komen Hollanders hier 's zomers naar de kerk”.

Van de ruim 6000 leden van de evangelische kerk in Beerfelden bezoeken doorgaans tussen de 100 en 150 de zondagse eredienst. Voor Duitse begrippen is dit tamelijk veel. Ds. Arras sprak onlangs een collega bij wie 's zondags slechts tien oude vrouwen naar de kerk komen.

Voor kinderen organiseert de gemeente kindernevendiensten. Tussen de zestig en zeventig kinderen komen bij elkaar om een bijbelse geschiedenis te horen en om te kleuren, te zingen en te knutselen. „Een preek van een kwartier tot een halfuur is te lang voor kinderen”, motiveert ds. Arras. De gemeente organiseert wel regelmatig gezinsdiensten. „Kinderen krijgen dan gelegenheid om voor in de kerk een spel of een theaterstuk op te voeren”.

Veel leden komen alleen naar de kerk als er een speciale aanleiding is, zoals het doen van belijdenis des geloofs en het brengen van rouw in de kerk. Met Kerst zit de kerk vol. Bij een doopplechtigheid is de hele familie aanwezig, evenals op de zondag na de doop. En ten doop houden doet 99 procent van de leden van de Beerfeldense gemeente.

In de liturgie van zo'n doopdienst staat ook een “genadeverkondiging”. Is dat niet moeilijk als u weet dat de familie die voor u zit over twee weken de kerk weer een tijdlang voor gezien houdt?
„De meesten komen inderdaad slechts zelden naar de dienst, maar ze voelen zich wel betrokken op de kerk en leiden vaak een bewust christelijk leven. Ze verplegen bijvoorbeeld een oude moeder en kijken naar een kerkdienst op de televisie. Maar ze hebben nu eenmaal de eigenaardige gewoonte om alleen dan naar de kerk te komen als er een concrete aanleiding is. Voor het overige slapen ze op zondag liever uit”.