Kerkelijk Leven

„Actie tegen 24-uurseconomie galmt door in het publieke debat”

Kardinale stellingen op het Binnenhof

Door S. C. Bax
DEN HAAG – Woensdagmiddag half vijf. De actie tegen de 24-uurseconomie loopt ten einde. Het is wachten op kardinaal Simonis. Cameramensen, journalisten en wat belangstellenden staan bij de deur van de Eerste Kamer op het Haagse Binnenhof. Schilders die de kozijnen van het gebouw een fris aanzicht geven, dalen de ladder af en gaan huiswaarts, de menigte de menigte latend.

Als de kardinaal arriveert, tien minuten te laat, stelt de perschef van de hoogste rooms-katholieke ambtsdrager in ons land de twee hoofdrolspelers voor. De kardinaal wordt correct aangekondigd. Ds. B. Plaisier, de secretaris-generaal van de Nederlandse Hervormde Kerk, heet plotseling „mijnheer”. De dominee roept vervolgens via de microfoon regering en volksvertegenwoordiging op ernst te maken met de rustdag. Fototoestellen klikken. „Wij willen mens zijn en geen slaaf van de economie”, aldus Plaisier.

De kardinaal ziet zichzelf „als een soort nieuwe Luther”. Camera's werken op volle toeren als beide kerkleiders vervolgens “7 stellingen tegen de 7-daagse 24-uurseconomie” op een tijdelijke deur voor de ingang van de Eerste Kamer spijkeren. Zeven stellingen, met als slot het bijbelcitaat „En God rustte op de zevende dag en Hij zag dat het goed was...”.

Voetbaltermen
De kardinaal bedient zich van voetbaltermen om de voorlopige afronding van het kerkelijk en maatschappelijk protest tegen de 24-uurseconomie aan de man te brengen: Wij spelen geen paniekvoetbal maar lossen een gericht schot, in de hoop dat dat zijn doel niet mist”. De kardinaal bepleit collectieve rustmomenten.

In perscentrum Nieuwspoort heeft de slotmanifestatie plaats. Minister Wijers van economische zaken komt pas als het programma een eind op weg is. Hij is in ieder geval niet onder de indruk van de zeven stellingen, de ruim 805.000 handtekeningen en een verzoek tot een referendum over de 24-uurseconomie dat hij daarbij krijgt aangeboden. De minister arriveert op het moment dat columnist Jan Kuitenbrouwer hem op de hak neemt. „Wie zich verzet tegen de 24-uurseconomie, verzet zich tegen die tevreden grijnslach van Hans Wijers. Tegen de verheerlijking van de haast, tegen de Code van het Noodzakelijk Ongeduld”. De columnist zei dat het feit dat deze minister niet terugkomt wel een kans is: Een kans om iemand te benoemen voor wie haast géén deugd is”. De minister krijgt het naar zich toe dat hij wat hij vandaag belijdt, zelf niet in praktijk brengt. „Kondigde u niet aan op te stappen als minister omdat u meer tijd wil besteden aan uw gezin?”

Aan de stellingen is een oproep gehecht: „Het verder opdringen van economische belangen door het verruimen van werktijden en openingstijden van winkels gaat op den duur ten koste van het welzijn van mensen. Wij roepen u met klem op collectieve rustmomenten te respecteren. Wij vragen u dringend het verruimen van werk- en openingstijden kritisch te bezien, te beperken en terug te dringen”.

Zes dagen
Rabbijn drs. R. Evers legt uit dat de boodschap van de Schriften is dat we zes dagen bezig zijn, maar dat de zevende dag in het jodendom een dag van absolute rust is en dat het gezinsleven onder spanning raakt bij een 24-uurseconomie. Kardinaal Simonis voert aan dat de kernvraag is of de mens individu is danwel een sociaal, op de ander gericht wezen. Hij wijst op de zondag als traditioneel erfgoed. Hij uit er ook diepe zorg over, inhakend op de videopresentatie van de RMU waarin emeritus hoogleraar dr. W. H. Velema zijn zorg onder woorden brengt, dat de 24-uurseconomie sluipend toeslaat.

Dr. Plaisier noemt individuele vrijheid op zich een groot goed –de minister hamert al zeer lang eenzijdig om dat aambeeld– maar stelt dat velen niet kunnen kiezen. Hij wil dat de overheid een zekere mate van paternalisme, bevoogding, uitstraalt en als een vader optreedt. Dat de kerk zich uitlaat over een kwestie als de 24-uurseconomie, noemt hij terecht: „De kerk heeft een woord, het Woord, voor lichaam en ziel beide”.

Gongslag
Ds. K. H. Wigboldus, voorzitter van het actiecomité, zegt bij de afsluiting dat de gongslag van de actie zal nagalmen in het nu ontstane publieke debat: „We zijn nu wel gestopt, maar indien nodig, is het comité zo weer bij elkaar”. Even later verzucht hij in een reactie op de uitlatingen van minister Wijers: „De actie moet maar doorgaan”.

Een enkele politici, onder wie SGP-fractievoorzitter Van der Vlies, toont belangstelling voor de overhandiging van de handtekeningen aan de minister. Hij herkent veel van wat Wijers naar voren brengt. „Dat zijn we al vier jaar van hem gewend. Maar het blijft wel schokkend om te horen”.