Kerkelijk Leven

Pastoraal centrum opent de deuren voor prostituees in Den Haag

„Ze zat zo te huilen en nu is ze weg”

Door J. M. D. de Heer
's-GRAVENHAGE – „Ze zat zo te huilen en nu is ze weg”. Peter Strating had een Bijbel gegeven aan een prostituee in de rosse buurt van Den Haag. Een week later wilde hij de vrouw weer opzoeken. Haar vriendinnen vertelden echter dat ze was vertrokken. „Ze zat in de Bijbel te lezen en moest telkens zo huilen. En nu is ze weg”.

Nu is ze weg. Deze zin bleef haken bij Strating, die al bijna tien jaar evangeliseert onder prostituees in de Poeldijksestraat. „We konden bemoedigen, troosten, een Bijbel geven, maar hadden geen veilige plek waar vrouwen met hun verhaal terecht konden”. Vandaag opent stichting De Haven, waarin het werk onder prostituees is ondergebracht, de deuren van een pastoraal centrum aan het Groenewegje. Strating (34), inmiddels Nederlands gereformeerd predikant in Rijswijk, geeft als pastor leiding aan het project, waarin achttien vrijwilligsters actief zijn.

Op de kop
Het beeld dat Strating van prostituees had, is door zijn kennismaking met de praktijk „op de kop gezet. Voor mijn gevoel hoorde prostitutie bij de boze buitenwereld. De werkelijkheid blijkt veel ingewikkelder in elkaar te zitten. De meeste vrouwen hebben een normaal leven geleid. Alleen kwamen ze terecht, zo moet je het denk ik zeggen, in de strikken van de satan, waar ze niet gemakkelijk uitkomen”.

Negentig procent van de prostituees in de Haagse rosse buurt komt uit Latijns-Amerika en Afrika. Sommigen hebben enorm veel geld geleend –eenmaal hoorde ds. Strating zelfs van 25.000 dollar– voor een ticket naar Nederland. Hun werd een gouden toekomst in het rijke Westen voorgespiegeld. De hoopvolle vrouwen konden echter nergens aan de slag. Ze hadden geen geldige papieren. Voor de prostitutie zijn die nog steeds niet nodig... En zo kwamen veel vrouwen in de ellende van de rosse buurt terecht.

De weg uit de prostitutie is moeilijk, weet ds. Strating uit de verhalen die hij hoorde. „Vaak hebben de vrouwen in hun eigen land nog kinderen voor wie ze moeten zorgen. De vader was allang weggelopen toen hij het onderhouden van zijn kinderen niet meer zag zitten. Bovendien houden ze naar de familie aan de andere kant van de wereld vaak de schijn op dat ze hier een mooie baan hebben. Het alternatief is dat ze met hun hoge schuld en met hun trieste verhaal teruggaan naar hun land. Maar wie zorgt dan voor hun kinderen?”

Dilemma
Stichting De Haven biedt een „christelijke handreiking aan mensen in de prostitutie”. Als eerste doel noemt de folder het „herstel van de relatie met God”. „We proberen uit het dilemma te komen dat vooral Afrikaanse vrouwen ervaren: Ik heb gefaald, ben zondig en daarom verworpen. Ze komen soms zelf aan met bijbelteksten over de hoer Babylon uit Openbaring 17.

Eens zei een vrouw tegen me: Ik wist niet dat ik hier in de prostitutie zou terechtkomen. Toch was ik zondig, want ik heb niet gebeden of het goed was om naar Nederland te gaan. Dat vind ik heel mooi, maar aan het feit dat zij hier in de prostitutie zit, heeft zijn geen schuld. Ze is slachtoffer van zondige structuren. Sommigen hebben zich bij die structuren neergelegd, maar dat heeft weer te maken met hun achtergrond. In een aantal Afrikaanse culturen wordt de vrouw gezien als een gebruiksartikel”.

Ds. Strating legt in zijn pastoraal werk graag sterke nadruk op Gods beloften. „We willen laten zien dat God Zich ontfermt over verstotenen, dat de Heere Jezus Zich ook inliet met hoeren en tollenaren. Vooral de psalmen, met de roep uit de nood, zijn heel geschikt voor ons werk”.

De Haven biedt ook hulp bij de wens om uit de prostitutie te komen. Voor deze doelstelling onderhoudt de stichting contacten met allerlei maatschappelijke instellingen en organisaties. „Allereerst is echter nodig een verandering bij de vrouwen zelf”, zegt ds. Strating. „In het begin wilden we prostituees zo snel mogelijk uit het circuit trekken. Dat leer je wel af; als ze niet in staat zijn zelf die keuze te maken, lukt het niet. We proberen prostituees daarom voor ogen te houden dat er ook voor hen een normaal leven mogelijk is, dat het niet nodig is zich te laten knechten tot werk waar ze nooit plezier in zullen krijgen”.

Heel leeg
De opening van het eigen pand is het resultaat van een lange weg. Tien jaar geleden ging Peter Strating in Den Haag wonen. Hij woonde op de hoek van de Poeldijksestraat, een van de gebieden waar raamprostitutie is toegestaan. „Ik zag zo het leven aan me voorbijtrekken, probeerde me in te leven waarom die mannen daar liepen en kwam tot de conclusie dat hun leven heel leeg is”.

Eerst evangeliseerde de student aan het Nederlands gereformeerd seminarie op de hoek van de Poeldijksestraat. „De meeste mannen hadden niet echt interesse om een gesprek te beginnen. Ze wilden niet op hun gedrag worden aangesproken”. Aan de activiteiten kwam na vijf jaar een einde toen de burgerlijke overheid een samenscholingsverbod uitvaardigde voor de straat. Peter, inmiddels bijgestaan door Gerda Schoneveld, ging de Poeldijksestraat in. Op een keer riep een vrouw vanachter een raam: Wat zijn jullie aan het doen? Het was het eerste gesprek met een prostituee. Vele zouden volgen.

Toen het Kerst werd, bedachten Peter en Gerda een plan waarvan de uitkomst hen totaal verraste. „We kregen een paar honderd scheurkalenders met spreuken, verpakten die met repen chocola en gingen ze ronddelen. 't Sloeg enorm aan. Achteraf heb ik eruit geleerd dat veel prostituees behoefte hebben aan een oprecht stuk belangstelling”.

Het appèl van de prostituees werd steeds groter. „Wat kunnen jullie voor ons doen?” Die vraag zette Strating aan het denken. „We konden een Bijbel geven, bemoedigen, troost bieden, maar meer mogelijkheden hadden we niet”.

Drempel
Inmiddels zijn die mogelijkheden er wel. Twee jaar geleden gingen de deuren van een aanloopcentrum open. Een middag per week. Onvoldoende, was de slotsom van Strating. „De drempel is toch al hoog. Als je een Afrikaanse prostituee uitnodigt om morgen, overmorgen, of zelfs volgende week eens langs te komen, doet ze dat niet. Je moet ze direct kunnen uitnodigen”.

Met financiële steun uit een aantal christelijke en Nederlands gereformeerde kerken uit Den Haag en omstreken kon stichting De Haven een eigen pand kopen. De vrijwilligsters hebben nu een thuisbasis waar ze prostituees kunnen uitnodigen. In de toekomst wil ds. Strating ook samenkomsten beleggen met schriftlezing, gezang en een overdenking. „Naar de prostituees toe noemen we het kerkdiensten. De stap naar een echte kerkdienst is veel te groot. Maar als kerk proberen we present te zijn in de stad. En daar hoort ook de rosse buurt bij”.