Kerkelijk Leven

Evangelisch Werkverband presenteert een nieuwe zangbundel

Het lofprijzingslied als rekstok

Door M.M.C. van der Wind-Baauw
SOEST – „Er is behoefte aan een ander stukje cultuur”. Dat is een van de redenen die ds. T. Wever uit Soest aanvoert voor het verschijnen van een nieuwe evangelische liederenbundel. „Tijdens de EO-conferentie “De boodschap en de kloof” bleek dat we wel een goede boodschap kunnen hebben, maar dat we de mensen niet altijd bereiken. Dat geldt ook van het lied”.

Het Evangelisch Werkverband binnen de Verenigde Protestantse Kerk in Nederland in wording (EW) presenteert vandaag op zijn landelijke ontmoetingsdag in Zeist een nieuwe evangelische liederenbundel. Een proefuitgave met 25 liederen is beschikbaar. De bundel zelf verschijnt deze zomer. Het EW wil een impuls geven aan de vernieuwing en de lofprijzing van de gemeente.

Het werkverband is drie jaar geleden opgericht en vormt een platform voor evangelisch denkenden binnen de drie Samen-op-Wegkerken. De oprichters zien uit naar een geestelijke vernieuwing binnen deze kerken en denken dat het evangelisch gedachtegoed daaraan kan bijdragen. Een van de speerpunten van het EW is het stimuleren van het gebruik van het evangelische lied in de gevestigde kerken. „De kerk is aan een nieuwe oriëntatie toe”, zegt de gereformeerde predikant ds. Wever, die tot voor kort werkzaam was bij “In de ruimte” in Soest.

Om de kwaliteit
Ruim twee jaar geleden ging een zeshoofdige werkgroep onder voorzitterschap van ds. Wever aan de slag. Ze zochten ongeveer 500 evangelische liederen uit bestaande bundels bij elkaar. Ook nieuwe gezangen kregen een plekje.

De werkgroep putte onder andere uit de Opwekkingsbundel, de Youth-for-Christbundel, Zing een nieuw Lied, Zingende gezegend van ds. A. F. Troost, de Ichthus-bundel, Johannes de Heer, Alles wordt Nieuw, de Taizé-bundel en de gezangenbundel van de Evangelische Broedergemeente. „Bij de keuze ging het ons om de kwaliteit van het lied. Criterium was het bijbels gehalte. We kozen onder andere liederen die ingaan op het persoonlijk geloofsleven, liederen met een gerichtheid op het uitdragen van het Evangelie en liederen waarin het werk van de Heilige Geest centraal staat. Deze thema's vertegenwoordigen de evangelische identiteit”.

Tot spijt van ds. Wever is gebleken dat een deel van de bundel van Johannes de Heer „eigenlijk niet meer kan”. Soms is dat wegens het archaïsche taalgebruik, zoals bij “Als g' in nood gezeten, geen uitkomst ziet”. Ook wegens theologische motieven vielen sommige liederen af.

Het is niet de bedoeling van het EW dat de evangelische liederen het Liedboek voor de Kerken, dat nu voornamelijk in de SoW-kerken wordt gebruikt, vervangen. „De nieuwe bundel is aanvullend. We zullen straks met blijdschap kunnen putten uit een verzameling evangelische liederen”. Een bezwaar van het Liedboek vindt de predikant dat het een bepaalde tijd weerspiegelt, ook in liturgisch opzicht.

Psalmen
Ds. Wever onderkent het gevaar dat de bundel de psalmen verdringt. Hij vindt het echter de taak van de kerken om te zorgen dat de psalmen niet buiten beeld raken. Het is ds. Wever opgevallen dat de kennis van het Geneefse psalter de laatste jaren in veel kringen achteruit is gegaan. De nieuwe bundel is volgens hem niet bedoeld om een bijdrage te leveren aan het beter zingen van bestaande psalmen. Wel is het de bedoeling de psalmzang weer te stimuleren. In de bundel zijn dan ook veertig bewerkingen van psalmen opgenomen. „We willen geen afbreuk doen aan de psalmen, maar ze juist verrijken. We laten zien dat ook in de evangelische beweging op een bepaalde manier uit het psalmboek wordt gezongen”.

De nieuwe bundel bestaat uit zeven hoofdstukken: Psalmen; Bijbelliederen; Het kerkelijk jaar door; De schepping en het leven; Israël, de gemeente Gods en Gods opdracht; De toekomst van de Heer en Kinder- en tienerliederen. De rubriek psalmen was makkelijk groter te maken geweest, zegt ds. Wever. „In het kader van een evangelisch liedboek is dat echter een brug te ver. Daar zijn veel evangelischen nog niet aan toe”.

Als ds. Wever duidelijk moet maken waarom het evangelisch lied een plaats in de SoW-kerken moet krijgen, wijst hij op de jeugd. „Als jongeren niet meer in de kerk komen”, zegt hij, „dan is dat onder andere omdat er geen muziek is die hen aanspreekt. Je ziet vaak gebeuren dat jongeren zich niet meer in de gemeente thuisvoelen, maar wel op praise-avonden. Daar vinden niet alleen SoW-jongelui, maar ook jongeren uit de gereformeerde gezindte wat ze in de kerk missen”. Daaruit leidt de predikant af dat er duidelijk behoefte is aan een ander stukje cultuur. „Als EW willen we niet dat het Evangelie wordt uitgemergeld. We willen wel bij de tijd zijn”.

Een van de dingen die het EW wil bereiken is meer samenspel tussen het orgel en andere instrumenten. Niet dat het werkverband de orgelcultuur kwijt wil, maar de monopoliepositie hoeft voor ds. Wever niet zo. Het evangelische lied vraagt om een bredere muzikale begeleidingspraktijk, vindt hij.

Hoewel niet in alle rubrieken evenveel liederen voorkomen, ontkent ds. Wever dat het in de bundel alleen zou gaan om dankzegging, lofprijzing en aanbidding. „In de rubriek “De gemeente bidt” komen de noties van verootmoediging, heiliging en voorbede duidelijk naar voren. Liederen van verootmoediging komen ook voor in de opwekkingsbundel, alleen grijpt men in de praktijk vaak naar de lofprijzingsliederen. Uit pastorale ervaring weet ik dat mensen die in een dal zitten liederen nodig hebben die hun bijblijven. In opwekkingskring heeft men daar te weinig aandacht voor”.

Beleving
Ds. Wever denkt dat het opwekkingslied het zo goed doet omdat het mensen de kans geeft te beleven. In kerken is regelmatig de geloofsvreugde en -blijdschap ondergesneeuwd, vindt hij. Een van de sterkste kanten van het lofprijzingslied is voor ds. Wever dat „we ons kunnen uiten richting God. We kunnen Hem om Zijn grootheid aanspreken. Veel liederen, trouwens ook psalm 150, “Looft God, looft Zijn naam alom”, blijven steken in de oproep. Lofprijzingsliederen spreken God aan om Zijn naam en Zijn grootheid”.

Mag iedereen zulke liederen zingen?
„Je mag liederen ook zien als een rekstok. Je bent er misschien niet helemaal, maar je mag je aan de woorden optrekken. Ook de onbekeerde kan door dat lied worden aangesproken wanneer de Geest van de Heere Jezus erbij is. Misschien kan hij daarin een stukje toeleiding naar de Heere ervaren.

Dat er op een goedkope manier met lofprijzing kan worden omgegaan, onderschrijf ik. Daar moeten we tegen waken. Toch geloof ik niet dat het zonde is, wanneer een onbekeerd mens een gezang zingt dat de bekering veronderstelt. Misschien is het lied een hulp om zelf tot de ontmoeting met de Heere Jezus te komen”.