Bearbeiding

Christus is alleen gekomen om barmhartigheid te betonen aan diegenen, en aan geen anderen, die gevoelig zijn van hun ellenden waar zij van nature door de zonden in zijn gekomen. De Heere heeft besloten dat Hij alleen voor de zodanigen en voor geen anderen ten goede zal wezen. Want alhoewel Hij wel anders zou kunnen doen, daar Hij almachtig is, Hij doet dit nochtans niet. Dit is de orde die God houdt.

Daarom denk ik dat Hij ook zo handelt met diegenen die in hun jonkheid zijn bekeerd en wanneer zij naderhand tot de jaren van onderscheid zijn gekomen, ze weer bij de hand neemt en ze leidt tot het geloof in Christus. U moet weten dat er verschillende mate en trappen zijn in deze vernedering en angsten in de geest. Maar er moet in allen wel iets van gevonden worden. Zoals blijkt bij de joden, zij waren geprikkeld in hun hart en zeiden: „Wat zullen wij doen mannen broeders?”

De stokbewaarder echter, hij beefde en viel neer voor de voeten van Petrus. Zo ook in Lukas 4. Sommigen waren arme, sommigen gebrokenen van hart, sommigen verslagen en verbrijzeld. Sommigen dorstig als in Jesaja 55. Dat gaat weer zo diep niet als in het voorgaande. Want God werkt in sommigen het gevoel van hun ellende direct en in sommigen allengskens, voetje voor voetje. In sommigen werkt God het gevoel van haar ellende met verberging van de verlossing, anderen toont Hij tevens de remedie tegen deze ellende. Hij is vrij om dit te doen.

Arthur Hildersham predikant in de provincie Leicester
(Twee godvruchtige meditatiën, 1669)