Kerkelijk Leven |
Hervormde Kerk herdenkt veertig jaar vrouw in het ambtDe deur van de consistorie kiertDoor M.M.C. van der Wind-Baauw Het besluit in 1958 nam de hervormde synode met een krappe meerderheid van 27 tegen 24 stemmen. Onmiddellijk werden vele vrouwen in het ambt bevestigd. Jarenlange discussie was eraan voorafgegaan. Rond 1951 durfde men het niet aan alle ambten open te stellen uit angst dat de hele nieuwe kerkorde daardoor zou worden afgestemd. Een besluit dat vrouwen ook het ambt van predikant mochten bekleden, zou nog tien jaar op zich laten wachten. In 1967 ging echter ook deze kogel door de kerk, al mochten vrouwen voor die tijd wel in bepaalde gevallen en voor bepaalde werkzaamheden predikant zijn. Honderd jaar geleden, in 1898, vroeg voor het eerst een vrouw toegang tot het predikantsambt in de NHK. Zij werd niet toegelaten, net als velen daarna. In 1902 verwierp de synode het voorstel van mevrouw K. W. J. Cremer met tien tegen negen stemmen. Sinds 1924 kon de theologisch kandidate worden ingeschreven in het kerkelijk album, het kerkelijk voorbereidend examen afleggen en tot hulpprediker worden benoemd. Als zodanig was zij in sommige gevallen bevoegd openbare godsdienstoefeningen te leiden. Inmiddels is van de hervormde predikanten ongeveer eenvijfde deel vrouw. Gereformeerde Kerken De Evangelisch Lutherse Kerk was van de drie tegenwoordige SoW-partners de eerste die de vrouw toeliet tot het ambt. Al voor de oorlog, sinds 1931, waren in deze kerk vrouwen predikant. In 1994 waren er ongeveer evenveel vrouwelijke als mannelijke predikanten. Dat geldt overigens voor Nederland. In verscheidene andere landen kan de vrouw geen ambt bekleden in de lutherse kerk. Nog eerder dan de lutheranen hadden de Doopsgezinde Broederschap (1911) en de Remonstrantse Broederschap (1920) een vrouwelijke predikant. Nederlands gereformeerd Een voorstel ter vergadering om het onderscheid tussen het ambt van ouderling en dat van diaken te laten vervallen en dus beide ambten voor de vrouw open te stellen, kreeg destijds niet de steun van het moderamen. Dit was om uitspraken over het hellend vlak (vandaag de diaken, morgen de ouderling) de kop in te drukken. Het besluit werd een halfjaar later, op 20 mei 1995, definitief. Van de 88 aanwezige afgevaardigden stemden er elf tegen. Drie personen onthielden zich van stemming. Het besluit kwam de verhouding met andere kerken evenwel niet ten goede. Christelijk gereformeerd Ook in de synode is er discussie over de kwestie geweest. Een in november 1995 ingestelde studiecommissie zal aan de komende synode van dit jaar (1998) een schriftuurlijk gefundeerde verantwoording geven van het gereformeerde standpunt ten aanzien van de vrouw in het ambt. Dit moet leiden tot een officieel kerkelijk standpunt dat past binnen het raam van de schriftbeschouwing. Het is de bedoeling dat de bestaande stellingname (die de vrouw in het ambt afwijst) schriftuurlijk wordt onderbouwd. Bewust is geen bredere opdracht gegeven zoals het bestuderen van de vragen rond de vrouw in het ambt. Vrijgemaakt De Rooms-Katholieke Kerk piekert er niet over de vrouw in enig ambt toe te laten. Dat geldt evenzeer voor kerkverbanden zoals de Gereformeerde Gemeenten, de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en de Oud Gereformeerde Gemeenten. Ook het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond is er niet voor. |
![]() |