Afwijzende reactie op positief advies van oud-decaanVrijmetselaren willen in Utrecht bijzondere leerstoelVan onze kerkredactie UTRECHT De theologische faculteit van de Universiteit Utrecht krijgt wellicht een bijzondere leerstoel uitgaande van de Orde van Vrijmetselaren. De omschrijving van de leerstoel zou, aldus een voorstel, wellicht kunnen luiden: Europese esoterische stromingen, met bijzondere aandacht voor de Vrijmetselarij. Prof. dr. N. J. Vlaar, hoogleraar theoretische geofysica in Utrecht en vooraanstaand vrijmetselaar, heeft over de mogelijke instelling van deze leerstoel binnenkort een gesprek met het bestuur, de decaan en de directeur van de faculteit. In Utrecht zijn naast de zeven leerstoelen voor gewone hoogleraren onder andere twee bijzondere hoogleraarsposten vanwege het vrijzinnige Haagsche Genootschap. Een daarvan is slapend, in afwachting van het vinden van een gekwalificeerd hoogleraar. De Raad voor de Zending van de NHK heeft een leerstoel missiologie. Daarnaast heeft de Gereformeerde Bond een bijzondere hoogleraarsstoel in Utrecht, maar ook de Oud-Katholieke en de Rooms-Katholieke Kerk. Onlangs is een bijzondere hoogleraarspost feministische theologie aangekondigd. Studenten zijn overigens niet verplicht colleges van bijzondere hoogleraren te volgen. Uitzondering op deze regel zijn de colleges feministische theologie. Die zijn vanwege een speciale constructie wel gedeeltelijk verplicht. Pinksterstroming Ook prof. dr. J. A. B. Jongeneel had nog geen kennis genomen van de plannen voor de nieuwe leerstoel. Daarom kan ik niet inhoudelijk reageren. Wel zei de Utrechtse missioloog zich de ogen uit te wrijven bij het horen van het plan dat door de oud-decaan van de faculteit, prof. dr. R. van den Broek, is neergelegd. Ik heb indertijd een bijzondere leerstoel bepleit voor het Pentecostalisme. Deze pinksterstroming heeft zeker tienduizend aanhangers in ons land. Mijn toen afgewezen verzoek loopt echter nog steeds. Ik maak bezwaar tegen dit nieuwe plan, omdat oude argumenten kennelijk niet meer gelden. Bovendien zouden eerdere aanvragen voor moeten gaan. Laat de universiteit eerst maar eens afwachten wat de gevolgen zijn van de ministeriële eisen rond de samenvoeging van theologische faculteiten, vindt de hoogleraar. Niemand wacht erop Prof. dr. F. G. Immink reageert als voorzitter van de hervormde kerkelijke opleiding in Utrecht . Weinig kerkelijke studenten zitten te wachten op deze leerstoel. Ik kan me ook niet voorstellen dat de faculteit er positief op reageert, omdat het beleid de afgelopen jaren juist niet gericht was op uitbreiding. Mocht zo'n leerstoel er komen, dan heeft dat geen invloed op het verplichte curriculum van de studenten, omdat het om niet-verplichte colleges zal gaan. De hoogleraar praktische theologie zou met prof. Jongeneel het liefst zien dat eerst de discussie rond de herstructurering van de opleidingen werd afgewacht. Prof. Immink noemt het onverstandig op dit moment te beslissen over deze bijzondere leerstoel. Het is niet onmogelijk dat straks in ons land een faculteit zal ontstaan die meer godsdienstwetenschappelijk van aard is, zonder kerkelijke opleiding. Misschien past een bijzondere leerstoel zoals nu is voorgesteld, beter aan zó'n instituut. Oud-decaan Prof. dr. R. van den Broek, tot zijn emeritaat verbonden aan de Utrechtse theologische faculteit en de voormalige decaan, heeft de kwestie van de bijzondere hoogleraarspost voor de Orde van Vrijmetselaren per brief aangekaart bij het faculteitsbestuur. Prof. Vlaar deelde mee dat hij prof. Van den Broek leerde kennen nadat deze een lezing gehouden had over de gnostiek. Hij was direct voor het idee geporteerd en heeft een brief gericht aan het bestuur van de theologische faculteit van Utrecht met het verzoek om een bijzondere leerstoel uitgaande van de Orde van Vrijmetselaren. Aanbeveling De voormalige decaan bevestigt dat hij de brief eind vorig jaar schreef en die voorzag van een aanbeveling. Hij motiveert zijn positieve advies door te wijzen op de buitenkerkelijke religiositeit. Prof. Van den Broek benadrukt dat aan de Utrechtse faculteit bewust verder moet worden gekeken dan, wat hij noemt, het kerkelijk geloof. Prof. Vlaar zegt dat volgens hem ten onrechte vaak zo kritisch gereageerd wordt op de Vrijmetselarij. Het lijkt iets geheimzinnigs te hebben, maar in werkelijkheid worden geestelijke geheimen gedeeld. Daarmee lopen we inderdaad niet te koop. Maar wij denken dat de leerstoel in een maatschappelijke behoefte kan voorzien. De Nederlandse Orde van Vrijmetselaren telt rond de zevenduizend leden, aldus prof. Vlaar. Leden dragen elk rond de vierhonderd gulden per jaar bij. Maar daar krijg je heel veel voor terug, zoals prachtige rituelen met een symbolische lading en periodieken. We doen niet geheimzinnig. Verder blijkt dat de vrijmetselaars zeker geen dwarsdoorsnede vormen van de Nederlandse bevolking. Deelnemen aan de orde vereist een zekere intelligentie, maar iedereen met een goede intentie kan uiteraard toetreden. Overigens is het lidmaatschap voorbehouden aan mannen. |