Ds. De Vries tijdens lezing over Puriteinen:
Geloofszekerheid is aangevochten bezitVan een onzer redacteuren Hij was geen groot geleerde, maar een ketellapper. Toch 'veroverde' zijn bekendste boek, De Christenreis, ruim 200 talen. Afgelopen zaterdag sprak ds. P. de Vries, hervormd predikant te Elspeet, over een van Engelands grootste theologen, de bekende prediker en zielzorger John Bunyan. Ds. De Vries was de vierde spreker in het winterproject Puriteinen en Preciezen, een serie van zes lezingen die georganiseerd is door de Stichting tot Studie van de Nadere Reformatie (SSNR). Eerdere sprekers belichtten William Perkins, John Owen en Hugo Binning. Nog op het programma dit voorjaar staan Andrew Gray en Thomas Boston. Evenals voor Luther was voor Bunyan de rechtvaardiging het hart van het christelijk geloof, merkte ds. De Vries op. De rechtvaardiging ging bij Bunyan echter niet ten koste van de heiliging, zoals beschuldigers hem ten laste legden. Voor Bunyan is het onmogelijk dat iemand gerechtvaardigd is terwijl dit niet tot uitdrukking komt in een heilige wandel. Wie vergeving van zonden begeert te ontvangen, dient te geloven in het bloed van Christus. Maar wil je aan je naaste laten zien dat je werkelijk genade bij God ontvangen hebt, dan moet je dat laten zien met goede werken. Bunyan zag de rechtvaardiging dus geenszins als een bedreiging voor de heiliging van het leven, aldus ds. De Vries. Al genoot Bunyan geen universitaire opleiding, hij wordt algemeen aanvaard als groot theoloog, knap psycholoog en literator. Bunyan was een man met geweldige mensenkennis en met een open oog voor de onderscheiden leidingen van de Heere in het leven van Zijn kinderen. Zijn bijbelkennis was fenomenaal. Omdat hij zijn eigen hart kende, wist hij ook wat er in anderen kon omgaan. Bunyan wilde dat mensen zich zouden herkennen in Christen, de hoofdpersoon van De Christenreis. Niet overvragen Ds. De Vries waarschuwde voor het overvragen van de zeventiende-eeuwse Puritein, onder meer naar aanleiding van de vraag waar God in het leven van Christen begint. We moeten ervoor oppassen vragen te stellen die Bunyan zelf niet bedoeld heeft. Bunyan beschrijft de inwendige roeping in beelden, in de gang van Christen uit de stad Verderf, via de smalle poort, langs het kruis, naar het hemels Jeruzalem. Het is heel moeilijk aan te geven waar God precies in het leven van Christen is begonnen. Dat maakt het boek juist zo knap. In de praktijk van het christelijk leven is het begin immers vaak moeilijk aan te geven. In wezen is dit ook niet het belangrijkst. Het kruis in de Christenreis is geen absoluut moment, stelde de Elspeetse predikant. De zekerheid van het geloof is een aangevochten bezit. In die gedachte lijkt Bunyan sterk op Luther. De zwaarste aanvechtingen krijgt Christen immers niet voor maar na het kruis. Ook Luther heeft enerzijds heel sterk de zekerheid van het geloof geleerd, anderzijds bleef het bij de reformator altijd: We zijn bedelaars. Ds. De Vries wees in dit verband op twee klippen die vermeden moeten worden. Het is verkeerd om te zeggen: Je mag niet zeker zijn, of: Onzekerheid maakt het geloof pas echt. Ik denk dat in onze gezindte de bedelaarsgestalte vaak ten koste gaat van de zekerheid in Christus. Aan de andere kant is het niet goed altijd te zeggen: Je moet zeker zijn. Dan wordt de zekerheid des geloofs een wet. |