Kerkelijk Leven

Russische baptistenleider beleefde emigratie als deportatie

Vins: Mijn kruis is niet zwaar

Door ds. N. Velichko
KIEV – „Er is geen grotere schat dan Christus. Dit voel je des te beter wanneer ze Hem van je willen afnemen en ze je verbieden deze rijkdom aan anderen te verkondigen. Want alle mensen hebben Christus nodig!” Dat schreef de zondag overleden baptistenprediker Georgi Vins in 1970 in een rondzendbrief aan onze baptistengemeenten. Typerende woorden van het “internationaal symbool voor de vervolgde kerk”.

„In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goede moed: Ik heb de wereld overwonnen”. Die belofte liet de Heere Zijn volgelingen na. Ze zijn voluit bewaarheid in het leven van Georgi Vins. Als kind leerde hij al wat het betekende te behoren tot de „vijanden van het volk”. Uit de verhalen van zijn ouders wist hij dat zijn opa Jacob Vins voorganger was van de baptistengemeente in Samara en daarom werd gearresteerd. Zijn vader Peter diende als prediker de gemeente van Blagoveschenk. Begin jaren dertig koos de Unie van Baptisten in het Verre Oosten hem tot voorzitter. Voor de communistische machthebbers gold Peter als een gevaarlijk mens. Driemaal werd hij gearresteerd en in 1937 door de KGB geëxecuteerd.

Hoop
De tragische familiegeschiedenis weerhield Georgi er niet van om in het spoor van zijn vader te treden. Kort na de Tweede Wereldoorlog legde hij in de gemeente van Kiev getuigenis af van zijn hoop op Christus en ontving hij de heilige doop. Sindsdien mocht onze gemeente regelmatig zijn indringende prediking horen, die doortrokken was van het brandend verlangen om zondaren tot bekering te bewegen.

In 1961 sloot hij zich aan bij de beweging voor hervorming van de kerken, die haar stem verhief tegen de meegaande houding van de kerkelijke leiding in Moskou ten opzichte van het communistische regime. Vins en zijn vrienden wezen erop dat christenen Gode meer gehoorzaam moeten zijn dan de mensen, zeker als duidelijk is dat de overheid de kerk wil vernietigen. Onomwonden weigerde Vins om kinderen uit de kerk te weren en het evangelisatiewerk stop te zetten.

Die keus betekende dat Georgi door het Kremlin als een van de belangrijkste staatsvijanden werd beschouwd. De haat verhevigde toen hij in 1963 werd gekozen tot secretaris van de landelijke raad van niet-geregistreerde baptisten. Vins reisde als evangelist voor heel de voormalige USSR naar de verste uithoeken van ons onmetelijke land om de broeders te bemoedigen. Zijn reizen hadden vaak iets weg van een vlucht. Meestal kon hij slechts enkele uren op een plaats zijn. Dan moest hij weer vertrekken, omdat de KGB hem op de hielen zat.

Met open vizier
Toch was Vins geen echte ondergrondse werker. Met open vizier trad hij de overheid tegemoet. Samen met de voorzitter van de broederraad, Gennadej Kroetsjkov, ging hij enkele keren door de deuren van de 'rode burchten' in Moskou om vrijheid voor de gemeenten te bepleiten. Als het om de zaak van de hemelse Koning ging, vreesde hij geen vorst of overheid.

Vins heeft zijn standvastigheid tweemaal moeten bekopen met een arrestatie. In 1966 veroordeelde het gerecht hem tot drie jaar strafkamp in de noordelijke Oeral-regio. De straf had niet het resultaat dat het Kremlin wenste. Na zijn vrijlating zette de uiterlijk verzwakte Vins zich met hernieuwde krachten in voor de gemeenten. Wij in Kiev zagen hem nauwelijks; zijn vrouw en kinderen ontmoetten hem zelden. Toch wisten we dat hij zich dag en nacht inspande voor de belangen van onze gemeenten. Niet in het minst doordat hij een van de stuwende krachten was achter de geheime drukkerij Christianin.

Symbool
Zijn tweede arrestatie, in 1974, trok internationaal veel aandacht. Dankzij de vele brieven die Georgi's moeder Lydia naar het buitenland schreef, pleitten vooraanstaande leiders uit de internationale gemeenschap voor een eerlijk proces en –later– voor zijn vrijlating. De bekende dissident Andrej Sacharow schreef een brief aan de Wereldraad van Kerken, die tot op dat moment nauwelijks had geprotesteerd tegen de vervolging in ons land. De secretaris-generaal van de Wereldraad liet Moskou weten verontrust te zijn over het lot van ds. Vins. Georgi werd het symbool van de lijdende kerk, een rol waarin hij zich niet echt gelukkig voelde. „Ik ben een van de miljoenen die het kruis moeten dragen. Er zijn er die het zoveel zwaarder hebben. Christus maakt mijn last licht”, schreef hij me eens.

Alle protesten mochten niet baten. Onvergetelijk is de laatste week van januari 1975. In Kiev werd het proces tegen ds. Vins gehouden. Een oneerlijk proces, waarin hij werd veroordeeld tot vijf jaar strafkamp en vijf jaar verbanning. Na de uitspraak van de rechter reageerde de predikant met: „Amen, de naam van Christus zij geprezen”. Toen de aanwezige atheïsten in een bulderend gelach uitbarstten, sprong zijn dochtertje Natasja op een stoel en riep: „Papa, de kerk zal niet sterven, net zo min als de liefde van Christus. Met Hem bent u in de gevangenis toch vrij”. Als leden van de gemeente zongen we hem toe toen hij in de boevenwagen werd afgevoerd.

Spionnenruil
Aan de gevangenschap van broeder Vins kwam een eind toen hij in 1979 door tussenkomst van de Amerikaanse president Carter werd geruild tegen twee Sowjet-spionnen. Vins ervoer zijn vertrek naar de Verenigde Staten als een deportatie. „Rusland is mijn vaderland, daar ben ik geboren en herboren. Daar gaf God mij een taak in Zijn koninkrijk”, schreef hij ons in een brief.

In het vrije Westen bleef hij zich inzetten voor zijn „broeders in het vaderland”. Jarenlang trad hij namens de niet-geregistreerde broederraad op als officieel vertegenwoordiger in het buitenland. Als zodanig bepleitte hij de vrijheid van gemeenten bij de groten der aarde. Vins had gesprekken met de presidenten Carter en Reagan. Daarin volgde hij zijn eigen lijn: Georgi was een dissonant in het koor van de humanistische mensenrechtenbeweging. „Onze strijd is geestelijk”, liet hij weten. Naast deze activiteiten was hij dag en nacht bezig om vanuit het Westen goede lectuur naar ons land te laten verzenden. Zo baande God een weg die ds. Vins niet begreep, maar die toch nuttig was voor de kerk.

Verwijdering
De ballingschap in de Verenigde Staten werd voor Vins dubbel bitter toen hem zijn functie als officieel vertegenwoordiger van de broederraad werd ontnomen en veel gemeenten in Rusland hem niet meer wilden laten spreken. De inmiddels gegroeide verschillen van inzicht over levensstijl veroorzaakten verwijdering tussen Vins en zijn broeders. Aan beide zijden werd de pijn gevoeld.

Toch bleef het gevoel van verbondenheid latent aanwezig. Het gebed voor elkaar verstomde niet. En Georgi bleef zich tot het laatst inspannen voor zijn broeders 'thuis'. Toen enkele maanden geleden zich een kwaadaardige hersentumor openbaarde, was zijn grootste zorg dat het werk voor de christenen in de voormalige Sowjet-Unie moest doorgaan. Na een slopende ziekte is hij begin deze week overleden. Terwijl zijn vrouw op zijn verzoek uit de Bijbel las, overleed hij. Met dat Woord had hij geleefd, daarmee wilde hij ook sterven.