Meditatie

Lampen

„ …welke haar lampen namen, en gingen uit, de bruidegom tegemoet”.
Matthéüs 25:1b

Deze maagden namen hun lampen van de uiterlijke belijdenis van het christelijk geloof. De dwaze maagden –dat zijn de mondchristenen– hadden die met de wijze –de oprechten– voorzover het uiterlijke aangaat gemeenschappelijk. Hoe behoort u, o kind des Heeren, het ware geloof in Jezus Christus met de mond en het hart in het openbaar te belijden. Net zoals deze maagden deden, met de lamp van hun belijdenis der waarheid in de hand. Petrus vermaant ons als hij zegt: „Zijt altijd bereid tot verantwoording”. Ja, de lamp van onze belijdenis moeten wij niet alleen met de mond, maar ook met de werken helder laten branden.

Wat zijn dan diegenen te bestraffen die zich schamen Jezus Christus in het openbaar te belijden. Zelfs de goddelozen schamen zich niet zonden te bedrijven en openlijk vrijuit te spreken, zoals in Sodom. Zouden wij ons dan schamen Christus en Zijn dienst te belijden?

Maar zeg mij eens, u die de lamp van uw belijdenis zo verlaat en verwerpt, hoe zal het u vergaan? Overdenk toch welke verschrikkelijke straf de Zoon Gods over u zal brengen in de grote dag van het oordeel. Hoe zult u die verdragen?

Maar gij,o christenzielen, draagt als maagden uw lamp, schaamt u de lamp van uw belijdenis niet. Dan zal Christus u hiernamaals voor God Zijn Vader en al Zijn engelen eren, volgens Zijn zoete en genadige belofte: „Een iegelijk die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik belijden voor Mijn Vader, die in de hemel is.”

W. Smetterus, predikant te Buyrick
(Sions wijze en dwaze maagden,1677)

$