Kerkelijk Leven

Ds. Veldhuijzen: „Homiletiek neemt een predikant aan de hand”

Hard werken op een stuk heilig land

Door J. M. D. de Heer
PUTTEN – Beknopt, helder, grondig. In enkele woorden vat ds. J. Veldhuijzen uit Putten zijn waardering samen voor het boek “Van tekst tot preek”, een handboek voor de prediking dat deze week verschijnt. „Een preek vraagt om een grondige voorbereiding. Wie beseft dat hij op de preekstoel de sleutels van het Koninkrijk der hemelen hanteert, zal niet wat aanrommelen”.

Een homiletiek. Dat is de officiële naam van een boek als dat van Klippert. Homiletiek, het woord staat voor preekkunde. Zo'n boek neemt je als ware bij de hand, zegt ds. Veldhuijzen, vanaf de tekstkeuze tot het uitspreken van de preek. „Een homiletiek wil predikanten een helpende hand bieden, praktische aanwijzingen geven voor het maken van een preek en, althans zo vergaat het mij, wat orde scheppen in de veelheid van gedachten die boven komt bij het overdenken van een bijbeltekst”.

Maaltijd
Niet iedereen zal een homiletiek nodig vinden. Als de inhoud van de preek maar goed is, doet de presentatie er niet zo toe, zeggen sommigen.

De predikant uit Putten gebruikt het voorbeeld van een maaltijd om de relatie tussen vorm en inhoud duidelijk te maken. „De manier waarop moeder tafel dekt, voegt niets toe aan de voedingswaarde van de maaltijd. Toch kan een onverzorgde tafel de eetlust behoorlijk bederven. Het eten kan goed zijn, maar moeder zal het prettig vinden als het gezin ook zin in de maaltijd krijgt”.

Toegepast op de praktijk van het predikantschap zegt ds. Veldhuijzen dat niemand door preekgaven op zich tot bekering komt. „Maar dat ontslaat dominees niet van de plicht om heel serieus met de preek bezig te zijn. De Heere, Zijn Woord en de gemeente zijn het waard. Op de preekstoel sta je op een vierkante meter heilig land, zei ds. C. den Boer. Je staat op de grens van tijd en eeuwigheid en hanteert er de sleutels van het Koninkrijk der hemelen. Daar kun je”, zegt ds. Veldhuijzen met nadruk, „niet wat aanrommelen”.

Hoekstra en Dijk
Wie het boekje van Wolfgang Klippert legt naast de “Gereformeerde homiletiek” van dr. T. Hoekstra en “De dienst der prediking” van dr. K. Dijk ziet direct een verschil. Hoekstra en Dijk zijn ongeveer drie keer zo dik. Hoekstra, en op hem voortbordurend Dijk, zijn heel grondig te werk gegaan, zegt ds. Veldhuijzen. „Ze behandelen ook de geschiedenis van de predikkunde en de plaats daarvan binnen het geheel van de theologische vakken. De opzet van Klipperts werk is beperkter, het woord handboek in de ondertiteling van de vertaling is misschien wel al te weids, maar daarom is het boek niet minder nuttig”.

Dr. A. van Brummelen uit Huizen kwam het boek van Wolfgang Klippert op het spoor. Hij kondigde het aan in het tijdschrift “Theologica Reformata”, wat op zijn beurt ds. Veldhuijzen nieuwsgierig maakte. Toen ze beiden het boekje gelezen hadden, waren de predikanten het snel eens dat een vertaling in het Nederlands nuttig kon zijn.

Ds. Veldhuijzen zocht contact met de auteur, die docent is aan het opleidingsinstituut van de Vergadering van Gelovigen in de Duitse plaats Wiedenest. De hervormde predikant zegt er meteen bij dat hij het jammer zou vinden als deze achtergrond van Klippert predikanten afschrikt om het boek te gebruiken.

B. G. Buisman uit Franeker vertaalde het boek in het Nederlands. Dr. Van Brummelen, drs. J. N. van den Hoorn (docent Duits in Amersfoort) en ds. Veldhuijzen corrigeerden de vertaling van het boek, rekening houdend met de Nederlandse situatie.

Stemgebruik
Vooral het praktische karakter van Klipperts boek spreekt ds. Veldhuijzen aan. In nog geen 170 bladzijden komen tal van onderwerpen aan de orde. Het kiezen van een tekst, de opbouw van de preek, maar ook stemgebruik, spreeksnelheid, gebaren en houding stelt Klippert nuchter en bondig aan de orde. „Het is natuurlijk onmogelijk om alle aanwijzingen in een preek in de praktijk te brengen. Je zou drie weken met de preek bezig zijn. Maar wel is het goed om jezelf telkens op te scherpen. Dat kan door de preken die je soms van collega's hoort, maar dit boek is er ook geschikt voor”.

„Tegelijkertijd”, zegt de hervormde predikant, „blijft de auteur in het oog houden dat preken een geestelijke bezigheid is. Daarom vraagt hij nadrukkelijk aandacht voor het mediteren over een bijbeltekst, wat predikanten onder tijdsdruk soms vergeten. Maak er tijd voor vrij, adviseert Klippert. En wees dan verlegen om de tegenwoordigheid van de Heere”.

Geen garantie
„De Duitse voorganger ziet ook de betrekkelijkheid van zijn boek in. De beste methode geeft geen enkele garantie voor de werking van de Heilige Geest. Er is geen armer mens dan een dominee die het alleen moet hebben van zijn prachtige bibliotheek. Dit besef sluit het gebruik van de middelen echter niet uit, maar in. Predikanten moeten niet vanuit een overgeestelijke houding verwachten dat de Heilige Geest hen altijd wel onmiddellijk zal bedienen. Zoals een bouwvakker op het bestek kijkt, in de gaten houdt of de materialen voorhanden zijn en nadenkt over de volgorde van de bouw, zo moeten predikanten, die bouwen aan de geestelijke tempel, goed nadenken over de opbouw van een preek.

Het gebruik van een handboek kan knabbelen aan de afhankelijkheid van de Heere. Maar omgekeerd garandeert het niet gebruiken van hulpmiddelen echt geen afhankelijkheid”.

Hebben dominees met een aantal jaar preekervaring nog behoefte aan een homiletiek?
„Ik denk dat het goed is als een predikant een homiletiek binnen handbereik houdt. Het frist de gedachten op. Preken is niet iets waarvan je op den duur kunt zeggen: Ik heb het onder de knie. Het blijft een worsteling om Gods heilige Woord recht te snijden. Prof. J. de Groot schreef eens: „Een prediker verdient deze erenaam niet als hij niet de angst zou hebben om de diepten van Gods Woord al te onvolkomen te peilen”. Het werk van een predikant, bedoelde hij, zal altijd onvolkomen blijven. Maar hij moet zich steeds afvragen of hij op de kansel zegt wat de Heere in Zijn Woord bedoelde te zeggen. Die vraag komt elke week terug.

Een predikant is naar Johannes 1 vers 43 als het goed is een Andreasfiguur, die de gemeente met alle vragen in verbinding met de Heere Jezus probeert te brengen. Daar zijn de mensen op de goede plaats, van Hem krijgen ze onderwijs, bij Hem genezen gebrokenen van hart. In dat licht zal geen enkele inspanning om een preek te maken te veel zijn”.

Mede n.a.v. “Van tekst tot preek; Handboek voor de prediking”, door Wolfgang Klippert, uit het Duits vertaald door B. G. Buisman; uitg. Groen, Heerenveen, 1997; ISBN 90 5030 623 3; 184 blz.; ƒ 39,95.