Kerkelijk Leven

J. Owen centraal op tweede SSNR-lezing

„Theologie bedrijven
zonder Aristoteles”

Van een onzer verslaggevers
VOORTHUIZEN – „Wat van iedere reformator met enig recht kan worden gezegd, geldt ook van John Owen. Hij is een theoloog van de Heilige Geest”. Prof. dr. W. van 't Spijker sprak afgelopen zaterdag op de tweede SSNR-winterlezing (Stichting Studie der Nadere Reformatie) in Voorthuizen over John Owen en de puriteinse eindtijdverwachting.

„Iedere theoloog die zuiver vanuit de Reformatie zijn theologie wil opzetten, is theoloog van de Heilige Geest”, stelde de Apeldoornse predikant. „In de Middeleeuwen gold de kerk als uitlegger van de Schrift. De Reformatoren wezen daarentegen op de Heilige Geest als enige uitlegger van de Bijbel. Wel zijn er theologen die het onderwerp specifiek tot thema van hun theologie hebben gemaakt. Zo iemand was John Owen”. De Puritein was de eerste die een afzonderlijk werk schreef over de Heilige Geest.

Van 't Spijker wees op het reformatorisch karakter van Owens gedachten. „De Geest is voor hem de Geest van het Woord. Daarmee is ook al weer een reformatorisch thema aangereikt. Woord en Geest vormen een scharnier in de theologie”. In navolging van Luther wees Owen de scholastiek als theologische methode van de hand. „Owen verzet zich met kracht tegen de scholastieke theologie. Hij beschrijft deze als een verward mengsel van filosofie en theologie. Volgens hem gebruikt de scholastieke theologie termen en onderscheidingen die alleen in het brein van Aristoteles opkwamen. Men noemt dan de wijsbegeerte de dienstmaagd van de godgeleerdheid, maar zij heerst in feite over haar”, vatte Van 't Spijker samen.

Hij herinnerde eraan dat ook Luther heftig bestrijder is geweest van de scholastiek. „Luthers theologie ging uit van de stelling dat men alleen een goede theoloog kan worden, wanneer men dat wordt zonder Aristoteles. De hele filosofie gaat bij de Wittenberger de deur uit. Je moet alleen schrifttheoloog zijn”.

De hoogleraar noemde de scholastiek een beproeving en verzoeking voor de theologie. „De scholastiek probeert zaken in kaders en systemen te brengen. En als er iets is wat zich daar niet voor leent, is het de theologie. Op de Heilige Geest kun je geen systematiek toepassen”. Hij citeerde in dit verband een opmerking van Bucer, die ooit zei dat we nooit wijzer dan de Geest moeten zijn, die ons de termen van de Bijbel heeft gegeven.

Toekomstverwachting
De vraag naar de christelijke hoop bracht Van 't Spijker op het onderscheid tussen een persoonlijke toekomstverwachting en een verwachting van Gods Rijk. „Beide kunnen we nooit van elkaar losmaken. We moeten onszelf altijd de vraag stellen: Wat is de kwaliteit van ons verwachten? Verwacht je alleen een mooi toekomstvisioen, of verwacht je omdat je er zelf bij betrokken bent?” Volgens Van 't Spijker was de toekomstverwachting van de Puriteinen sterk ingebed in hun idee van het kerkzijn. „De meeste Puriteinen waren geen chiliasten in de zin van een duizendjarig rijk waarin Christus op aarde zal regeren. Zij zagen het Rijk Gods als een geestelijke grootheid, nauw verbonden met het idee van de theocratie. Als in Engeland hun idealen verwezenlijkt leken te worden, dan zagen zij de toekomst van Christus' rijk opengaan, met wijde perspectieven”.