Kerk en Godsdienst22 augustus 2001

Van Dijke wil Nederlands comité om Armeense kerk te helpen

„Hier kan zo veel met weinig geld”

Door A. de Jong
MIDDELBURG – Het land en zijn inwoners zijn in Nederland nauwelijks bekend. Toch behoort het tot Europa, al ligt het in het uiterste zuidoosten. ChristenUnie-leider Van Dijke vestigt graag de aandacht van de gereformeerde gezindte op dit bijzondere land, waar het christendom zeer oude papieren heeft. „God doet in Armenië bijzondere dingen. Bij de snelle groei van de kerk kunnen de mensen daar onze steun goed gebruiken.”

Vorige week bezocht Van Dijke voor de tweede maal in zijn leven Armenië, het geboorteland van zijn schoonzoon. Net als een jaar geleden was hij diep onder de indruk van de cultuur, de geschiedenis, de godsdienst en de mentaliteit van dit eeuwenoude volk. „Ik heb dit keer de opening van de Armeense Olympische Spelen meegemaakt. Omdat in het land zelf maar een paar miljoen Armeniërs wonen en de rest van dit volk, zo'n 6 miljoen mensen, over de hele aardbol verspreid woont, organiseert men eens de zoveel jaar in het moederland een soort van pseudo-Olympische Spelen. Toen ik daar zat in een vol stadion, en de sporters voorbij gelopen waren, begonnen ze die spelen met een openbaar gebed. Zoiets is in Nederland toch onvoorstelbaar!”

Geen moslim
Dit jaar vieren de Armeniërs dat zij 1700 jaar geleden als eerste natie op de wereld het christendom aannamen als staatsgodsdienst. Nog altijd noemt elke Armeniër zichzelf zonder aarzeling christen. Van Dijke: „Natuurlijk past daarbij van onze kant enige reserve. Als je een Armeniër vervolgens vraagt: Heb je de Bijbel wel eens gelezen? Dan is er een grote kans dat hij ontkennend antwoordt. In het door islamitische landen omringde Armenië betekent christen zijn in de eerste plaats: géén moslim zijn.”

Acht van de tien Armeniërs behoren, althans nominaal, tot de Armeens-Orthodoxe Kerk, ook wel de Apostolische Kerk genaamd. Volgens de traditie zou deze kerk gesticht zijn door de apostelen Bartholomeüs en Thaddeüs. Het is een kerk die qua liturgie en geloofsbeleving dichter bij het rooms-katholicisme dan bij het protestantisme staat.

Daarnaast is er in Armenië echter een kleine, maar sterk groeiende Evangelische Kerk. Het is juist deze kerk, die zich evangelisch noemt maar veel overeenkomsten vertoont met de westerse protestantse kerken, die Van Dijke sterk fascineert. „De contacten die ik er heb gehad met leiders en leden van de kerk gaven mij het beeld van een bevlogen, bijbels denkende gemeenschap, waar het persoonlijk geloof in Jezus Christus centraal staat.”

Sportzaal
In de Armeense stad Vanadzor (120.000 inwoners) bezocht Van Dijke vorige week een evangelisch kerkgebouw in aanbouw. „Voor een apostolische Armeniër is de kerk een buitengewoon heilige plaats op een hoge berg, waar je, als je heel vroom bent, zo af en toe naar binnen gaat. De evangelische kerk van Vanadzor wordt midden in de stad gebouwd. Aanpalend komt een lokaal waar vrouwen kunnen handwerken, een zondagsschoolruimte en een sportzaal waar de jeugd kan volleyballen. Zo proberen deze protestanten uit te drukken dat de kerk bij het leven van alledag hoort en dat de christelijke gemeente een levensgemeenschap behoort te zijn.”

De Evangelische Kerk in Armenië telt, naar een schatting van de belangrijkste man in dit kerkverband, ds. René Léonian, zo'n 10.000 leden. Zij vormt een federatie met het wat kleinere kerkverband van de baptisten. Sinds een jaar of vier hebben beide kerken samen een theologische opleiding, waar vorig jaar en dit jaar de eerste afgestudeerde studenten afkwamen. Een deel van hen trekt het land in om de gemeenten als voorganger te gaan dienen.

Dat er voor de nieuwe voorgangers werk aan de winkel is, heeft Van Dijke op zijn twee reizen door Armenië wel gemerkt. „De Evangelische Kerk in Armenië maakt een verbazingwekkende groei door. Belangrijke factor daarin zijn de zomerkampen die zij voor kinderen, ook van niet-kerkelijk meelevende ouders, organiseert. Vorig jaar kwamen op die kampen 7500 kinderen. Dit jaar waren het er 10.000. Jongeren hebben er een grote belangstelling voor het Woord van God. Momenteel is men bezig om vervolgstappen te zetten door ook voor tieners activiteiten te ontwikkelen. Jongeren van begin twintig brengt men onder in catechesegroepen.”

Stormachtige groei
De protestanten in Armenië zijn een kleine groep, die veel aan de weg timmert. „Door de vele activiteiten en door de stormachtige groei loopt men echter tegen budgettaire grenzen op”, stelt Van Dijke vast. „Dit jaar ben ik in Nagorno-Karabach geweest: de omstreden Armeense enclave in Azerbeidzjan. Ook daar heeft de Evangelische Kerk kinderkampen.

In de hoofdstad Stepanakert heeft zij van de regering een groot, maar oud gebouw ter beschikking gekregen. Daarin runt de kerk nu een weeshuis met ongeveer honderd wezen. Ze worden daar niet alleen gevoed en gekleed, maar krijgen er ook christelijk onderwijs. Een deel van het gebouw is echter zo vervallen dat het niet bruikbaar is. Met financiële hulp uit Nederland zou dat opgeknapt kunnen worden. Er is daar zoveel goed werk te doen.”

Van Dijke loopt over van de ideeën. „Het zou toch mooi zijn als christelijke gemeenten in Nederland banden zouden aangaan met christelijke gemeenten aldaar, om elkaar tot steun te zijn, niet alleen met geld, maar ook met adviezen. Mijn ideaal zou zijn: één-op-één-relaties, bijvoorbeeld tussen de gemeente van Middelburg en die van Jerevan.”

„Natuurlijk moet er wel ergens een centraal aansturingspunt zijn”, mijmert de politicus verder. „Ik denk aan een groepje Nederlanders dat samen een comité vormt, misschien uit verschillende kerken, en dat zich daarvoor in gaat zetten. En verder: wat zou het mooi zijn als Nederlandse hoogleraren, bijvoorbeeld uit Apeldoorn, gastcolleges zouden kunnen geven in Armenië.”

Wasmachines
In de praktische hulpverlening heeft Van Dijke al een flinke aanzet gegeven. Zijn eigen gemeente, de christelijke gereformeerde kerk van Middelburg, bestemde haar kwartaalcollecte voor een bejaardenhuis in de Armeense hoofdstad Jerevan. Een bejaardenhuis dat, met behulp van de Armeense Evangelische Kerk, bestuurd wordt door de Duitse diacones Hanna Christenn. Van Dijke kon zuster Hanna enkele maanden geleden 5000 dollar overhandigen. Het geld is inmiddels al gebruikt voor de aanschaf van twee grote wasmachines: in een flink bejaardenhuis toch wel het minste dat nodig is.

Van Dijke: „Je kunt in dat land met voor onze begrippen weinig geld zo ontzettend veel bereiken. Met 1500 dollar kun je een heel kinderkamp financieren, met alles erop en eraan. Dat zijn voor Nederlandse gemeenten bedragen die te overzien zijn.”