Kerk en Godsdienst26 juli 2001

”Luctor et emergo” Oldebroek kent geen belijdenisgeschriften

Vrijheid, openheid en intimiteit

Door J. R. A. Dekker
OLDEBROEK – ”Luctor et emergo”, ik worstel en kom boven. In het Veluwse dorp Oldebroek denkt bij deze Latijnse woorden bijna niemand aan de provincie Zeeland. Bij het horen van het woordje ”Luctor” wijzen ze je daar de weg naar een bescheiden kerkgebouw, dat de spreuk op de voorgevel heeft staan. De ”geloofsgemeenschap Oldebroek” komt hier al sinds 1894 bij elkaar. „Wij houden van intimiteit. Daardoor ontstaat diepgang in de geloofsbeleving.”


G. J. Veldhoen, een geboren en getogen Oldebroeker, is in het dagelijks leven wethouder. Begin twintig was hij toen hij als hervormde jongen de eerste samenkomst bij ”Luctor” meemaakte. „Dat was een belevenis”, zegt hij nu, zo'n 25 jaar later. „Er was geen liturgie. Mensen gaven zomaar spontaan een lied op. De intimiteit van de samenkomst sprak me erg aan.” Na enige tijd besloot hij de ene zondag hervormd te kerken en de andere bij ”Luctor” door te brengen. Begin jaren '90 maakte hij met zijn gezin de definitieve overstap.

De wortels van ”Luctor et emergo” gaan terug tot het gezelschapsleven van de 19e eeuw. Rond 1860 beginnen zich daaronder twee richtingen af te tekenen: een die steeds calvinistischer wordt en een die steeds duidelijker evangelische trekken vertoont. Als in 1860 ds. L. H. A. Bähler in het naburige Oosterwolde predikant wordt, blijkt hij met name op de laatste groep invloed te hebben.

De predikant brengt in 1875 een bezoek aan het Engelse Brighton en wordt gegrepen door een opwekking die daar gaande is, zegt Veldhoen. „Een jaar later komt het ook in Oldebroek onder leiding van ds. Bähler tot een opleving. Na het vertrek van de predikant, in 1880, blijven de ”beeldersen” –zo worden ze genoemd– samenkomen in particuliere bijeenkomsten.” Zij vervreemden zich hoe langer hoe meer van de hervormde kerk. Er ontstaat behoefte aan een eigen gebouw, dat in 1894 gereedkomt. ”Luctor et emergo”, gaat het heten. Het is de vrouw van ds. Bähler die de naam voorstelt. Voorgangers uit eigen kring gaan voortaan de diensten leiden.

Vereniging
„En dat is nog steeds zo”, zegt Veldhoen. „We hebben er negen, die volgens een bepaald rooster zondags in de samenkomsten voorgaan.” Behalve deze lekenpredikers heeft de gemeente ook ouderlingen en medewerkers. Zelf is Veldhoen al weer drie jaar voorzitter van het bestuur. Want ”Luctor” is geen kerk maar een vereniging. Het bestuur is verantwoordelijk voor alle stoffelijke zaken.

Om de sfeer in de gemeente te tekenen, vertelt de wethouder hoe een zondagse ochtendsamenkomst in het algemeen verloopt. „Voor de dienst zingen we altijd veel. We gebruiken daarvoor een eigen zangboek met een selectie uit de bundels van Johannes de Heer, Glorieklokken en Opwekking. In de samenkomst zijn voor de begeleiding alle instrumenten geoorloofd. Behalve een orgel en een piano gebruiken we soms ook blaasinstrumenten of een drumstel.”

Aan de gemeentemededelingen wordt veel aandacht besteed. „We vertellen niet alleen wie er ziek zijn, maar ook wat ze mankeren en bijvoorbeeld welke uitslagen ze van de arts hebben gekregen. De bidstond die daarna volgt, is open. Iedereen is vrij om een gebed uit te spreken. Na de samenzang nodigt de voorganger uit om een getuigenis te geven. Niemand is daartoe verplicht natuurlijk. En vervolgens houdt de voorganger een toespraak, die het karakter van een soort preekje heeft.”

Geen belijdenisgeschriften
De grondslag van ”Luctor” is „het Woord van God en de erkenning van Jezus Christus als Heiland der wereld.” Belijdenisgeschriften staan er niet in. Met zo'n grondslag liggen de individuele meningen van gemeenteleden op diverse punten soms mijlenver uiteen, geeft Veldhoen toe. „Maar dat is geen probleem. Als de kern maar overeind blijft.”

En wat is die kern? „Voor iedereen is er gelegenheid om eeuwig leven door Jezus Christus te verkrijgen. Voorwaarde is dat je je zonden belijdt en Hem aanneemt als Zaligmaker. Daarbij hoort onlosmakelijk dat je ook van dat geloof getuigt.”

Is er binnen ”Luctor” een bepaalde visie op de leer van de uitverkiezing of zicht op de eindtijd? „Er zijn individuele gemeenteleden die daar een bepaalde kijk op hebben. Maar als gemeente is dat niet het geval.” Spreken in tongen vindt in ”Luctor” niet plaats. „Maar als het in de toekomst zal gebeuren, moet daar wel ruimte voor komen”, vindt Veldhoen.

De sacramenten van doop en avondmaal worden in ”Luctor et emergo” beide bediend. De gemeente kent zowel volwassen- als kinderdoop. Ook staat het ouders vrij hun kind op te dragen. „Wij willen van de doop geen strijdpunt maken.” Tijdens het avondmaal gaan brood en beker de rijen door. Ook zijn er soms kinderen die daaraan deelnemen. „Wij laten het aan de ouders over om te beoordelen of hun kind daar aan toe is. Iemand moet natuurlijk wel weten wat hij doet als hij het avondmaal gebruikt.”

Wijde omtrek
De bezoekers van de samenkomsten komen uit de wijde omtrek van Oldebroek. Als 'grensplaatsen' noemt Veldhoen Nunspeet, Dronten, Kampen, Wezep en 't Harde. 's Morgens trekt ”Luctor” ongeveer 600 mensen. Zo'n 200 van hen komen bijeen in een buurtgebouw in de buurtschap Oostendorp, die tussen Oldebroek en Elburg ligt. 's Avonds is het kerkje in Oldebroek groot genoeg om alle bezoekers te bergen. Plannen voor nieuwbouw liggen al klaar. Maar het wordt een gebouw waar niet meer dan 500 mensen in kunnen. „Dat doen we heel bewust”, zegt Veldhoen. „Wij vinden dat intimiteit en een open karakter van de gemeente alleen gewaarborgd zijn als we een beperkte schaal hanteren. Als we uit de nieuwbouw groeien, moeten we kijken op welke andere locatie we ook samenkomsten kunnen beleggen.”

Zendingswerk is bij ”Luctor” niet een liefhebberij van een groepje enthousiastelingen, maar hoort tot de kerntaken van de gemeente. Maar liefst dertien zendelingen zijn uitgezonden en worden financieel ondersteund. Ieder van hen heeft een speciale thuisfrontcommissie, die de directe contacten onderhoudt en praktische hulp verleent tijdens een verlofperiode. Verder proberen voorgangers en ouderlingen de bezoekers maximaal te motiveren om de zending in te gaan.

Geen spanningen
Behalve ”Luctor et emergo” kent Oldebroek, dat zo'n 7000 inwoners telt, een hervormde gemeente, een gereformeerde kerk, twee vrije oud gereformeerde gemeenten en een vrije evangelische gemeente. Onderlinge spanningen zijn er volgens Veldhoen niet. Met de hervormden, gereformeerden en vrij evangelischen samen verspreidt ”Luctor” een paar keer per jaar evangelisatiemateriaal. De relatie met de vrij evangelischen noemt hij zelfs „geweldig”. „Met hen wisselen we soms voorgangers uit. Ook het Leger des Heils heeft een warm plekje in ons hart.”

Kerkisme blijkt de wethouder vreemd te zijn. „Ons streven is niet in de eerste plaats om veel mensen naar onze eigen samenkomsten te trekken. Het gaat ons niet om zielenáántal maar om zielsbehóúd.”

Dit is het eerste deel in een zesdelige serie over de vrije gemeente. Volgende week donderdag deel 2.