PS CGK wijst
appèls inzake
'Zoetermeer' af

Op 18 oktober 2000 besloot de classis de kerk van Zoetermeer toestemming te verlenen om nauwer samen te leven met de plaatselijke Nederlands gereformeerde kerk. De appèllanten stelden op grond van artikel 33 van de kerkorde, de plaats van de diakenen in de Nederlands gereformeerde kerk van Zoetermeer en het besluit van de generale synode van 1998 inzake de relatie met de Nederlands Gereformeerde Kerken dat de classis deze toestemming niet had mogen verlenen.

De christelijke gereformeerde synode besloot in 1998 dat er in principe geen toestemming meer gegeven kan worden voor nauwer samenleven op plaatselijk niveau met Nederlands gereformeerde kerken. De synode sprak ook uit een uitzondering wordt gemaakt voor gementen waar men plaatselijk vergevorderd is met samensprekingen.

In de Nederlands gereformeerde kerk van Zoetermeer zijn de diakenen geen lid van de kerkenraad maar is er een diaconale raad los van de kerkenraad. Beurtelings is een mannelijk of vrouwelijk lid daarvan in de consistorie en kerkenraadsbank aanwezig, meldde ds. P. J. Weij, Nederlands gereformeerde predikant te Zoetermeer, eerder.

De particuliere synode van het Westen concludeerde gisteren op grond van een commissierapport dat de appèlschrijvens op de eerste twee punten de nodige grond uit de Schrift, belijdenis en/of kerkorde misten en dat ten aanzien van het derde punt het besluit van de classis 's-Gravenhage niet onjuist was. Daarom besloot de vergadering de appèls af te wijzen, zei scriba ds. G. van Roekel desgevraagd.

Een van de appellanten van de kerk van Rijnsburg deelde desgevraagd mee te overwegen niet in beroep te gaan bij de generale synode. Dit mede omdat de PS van het Westen de synode gevraagd heeft naar een nadere verklaring van haar besluit van 1998. Het gaat dan om de vraag wanneer er precies sprake is van „vergevorderde” samenspreking. De kerk van Zoetermeer beroept zich namelijk op deze clausule die de synode in haar besluit aanbracht.