Kerk en Godsdienst26 juni 2001

Jeugdleider: Ik heb het gevoel dat ik wat aan jongeren kwijt wil

De haast van het verenigingswerk

Door J. van 't Hul
ZWAAGWESTEINDE – Sjoerd de Boer valt direct met de deur in huis: „Het doel van het jeugdwerk is het leiden van jonge mensen tot Christus. Of we dat kunnen? Nee. Dat kunnen wij niet. Het is zelfs een illusie om te veronderstellen dat de ene mens de andere mens tot Christus zou kunnen leiden. Dat ligt niet in ons vermogen. Dat is niet des mensen. Alleen God kan iemands hart raken.”

Daarmee blijft de doelstelling van het jeugdwerk voor De Boer wel recht overeind staan: het leiden van zielen tot Christus. „Dat vertaalt zich dan in het met elkaar nadenken over zaken zoals bekering, geloof, het Koninkrijk van God, de wederkomst. Daarbij mogen jongeren in alle openheid hun eigen gedachten naar voren brengen. Op dat punt onderscheidt jeugdwerk zich van de catechese. Op catechisatie is het vooral eenrichtingsverkeer. Daar gaat het vaak om eenzijdige overdracht van kennis. Op de jeugdvereniging probeer je het denken van jongeren te spiegelen aan de Schrift.”

Het valt De Boer vaak op dat jonge mensen erg op hun gevoel leven. „Ze voelen iets zus, of ze voelen iets zo. Dan vraag ik wel eens: Is dat gevoel van jou ook overeenkomstig de Schrift? Het gaat er toch niet om wat jij denkt, of wat ik voel? Het gaat erom wat God zegt. Iemands gevoel lijkt in deze maatschappij normbepalend te worden. Op de vereniging koppel ik dan wel eens terug: „Zeg Jan, of zeg Piet, vind jij je gevoel eigenlijk wel in de Bijbel terug?” Ons gevoelen moet getoetst worden aan wat het Woord zegt.”

Huiskamer
Sjoerd de Boer is afkomstig uit Den Helder. Acht jaar geleden verhuisde hij met zijn gezin naar het Friese Bergum. In de christelijke gereformeerde kerk van Zwaagwesteinde werd hij een jaar later al gekozen tot ouderling. Nog weer iets later vroeg de kerkenraad hem of hij leider wilde worden van de jeugdvereniging.

„In het verenigingswerk zat op dat moment weinig structuur”, zegt De Boer, met voorzichtigheid zijn woorden kiezend. „Er was een klein clubje jongeren dat elkaar altijd thuis ontmoette. Andere jongeren vonden het een grote drempel om daaraan mee te doen. Dat was een vreemde situatie. Het eerste wat ik gedaan heb, is de vereniging naar het kerkgebouw halen. Dat moet je niet bij iemand thuis doen. En vervolgens kwamen er statuten, notulen en een bestuur. De leden zeiden wel: „Maar dat zijn wij hier nooit gewend geweest”, maar we hebben het toch maar gedaan.”

De +16-vereniging Sjalom van Zwaagwesteinde telt momenteel zeventien leden, die om de tweede weken op zondagavond bij elkaar komen. De vereniging is aangesloten bij het Landelijk Contact Jeugdverenigingen (LCJ). De Christelijke Gereformeerde Kerken kennen ook de Christelijke Gereformeerde Jongeren Organisatie (CGJO). „LCJ en CGJO proberen contact met elkaar te houden”, zegt De Boer. „Maar iedereen kan objectief waarnemen dat de CGJO meer dan het LCJ uitgaat van de belevingswereld van jongeren. Daarbij zie je een bepaalde mate van verbondsautomatisme optreden. Binnen het LCJ zeggen we onomwonden: Zoals een mens geboren wordt, kan hij niet sterven. Ook jonge mensen niet.”

Pleitgrond
„Voor het LCJ is het Woord uitgangspunt voor het jeugdwerk. En in dat Woord lezen we dat een mens bekeerd moet worden. Daarbij is ook voluit oog voor Gods beloften. Van onszelf uit kunnen we daarop geen rechten laten gelden. De doop is voor ons de enige pleitgrond. We mogen erop pleiten dat God in Zijn Woord belooft dat Hij in zondige mensen wil wonen en werken.”

Jeugdleider Sjoerd de Boer ervaart van tijd tot tijd een gevoel van onmacht. „Je vraagt je wel eens af waar je het voor doet, wat het oplevert. Maar het is onze opdracht om te zaaien. We willen zo graag vruchten zien, iets van de oogst zien, maar dat is ons niet altijd gegeven. Jeugdwerk is simpelweg Gods opdracht. De ene zondagavond ga je wat akelig naar huis, de andere zondagavond kan het zomaar gebeuren dat je in een jongen of in een meisje iets van verandering waarneemt. Soms bespeur je dat een onverschillige knaap plotseling belangstelling krijgt, of dat een ongeïnteresseerd meisje zomaar even in haar hart laat kijken. Dan schep je weer moed.”

De Boer draait op de vereniging niet om de hete brij heen. „Pas hebben we het over de wederkomst gehad. Aan het einde van de avond ben ik het hele rijtje langsgegaan: „Zeg joh, als de Heere nu morgen wederkomt, kun jij dan Hem ontmoeten?” Ik heb het iedereen gevraagd, stuk voor stuk. En bijna iedereen moest zeggen: Nee, dat zou niet kunnen. Twee waren er die dat niet zeiden. Die twee zeiden niets.”

Inleidingen
De verenigingsavonden in Zwaagwesteinde verlopen tamelijk traditioneel. Er wordt gezongen, Bijbel gelezen, notulen gelezen en goedgekeurd, er wordt een inleiding gehouden, waarna men in groepjes een aantal vragen bespreekt. Uiteindelijk wordt er besloten met een plenaire nabespreking, zingen en gebed.

„Het blijkt voor jongeren erg moeilijk te zijn om een goede inleiding te maken”, zegt De Boer, door ervaring wijs geworden. „Daarom gebruiken we de boekjes Handreiking van het LCJ. Met drie deeltjes daarvan komen we precies het hele seizoen rond.”

Is de jeugd in deze flitsende beeldcultuur nog ontvankelijk voor een verenigingsavond met een inleiding en een nabespreking? „Men zegt inderdaad dat je daar de jeugd niet meer warm voor krijgt. Maar dat is gewoon niet waar. Jongeren hebben juist behoefte aan antwoord op hun vragen. Waar je wel voor moet oppassen, is dat je verstaanbaar blijft. Je hoeft in je omgang met jonge mensen niet nodeloos archaïsch te doen.”

Rijk en arm
Waarom leent Sjoerd de Boer zich voor jeugdwerk? „Omdat het mooi is om met jongeren om te gaan. Dat sowieso. Ik heb het gevoel dat ik wat aan ze kwijt wil, dat ik wat aan ze kwijt kan.”

Wát dan? „Kennis van de Schrift. En het besef dat het Woord een levend Woord is, dat het geen dode letter is. Ook al besef ik iedere keer weer dat ik dat niet kan, toch wil ik overbrengen hoe goed het is om de Heere te dienen en hoe arm het is om de wereld achterna te lopen. De Heere wil niet dat er enigen verloren gaan. Hij wil dat allen behouden worden. God laat geen bidder staan. Ik probeer ook over te brengen dat het haast heeft om bekeerd te worden. Het kan misschien geen dag meer lijden.”

Profiel: Sjoerd de Boer uit Bergum (Friesland). Gehuwd en vader van vier kinderen. Leeftijd: 45 jaar. Beroep: bedrijfsadviseur in de woonbranche. Kerkelijk aangesloten bij de christelijke gereformeerde kerk te Zwaagwesteinde (ongeveer 500 zielen). Daar is De Boer ouderling en leider van de jeugdvereniging Sjalom +16.

Dit is de eerste aflevering in de serie ”Tot dienst bereid”. We maken een zomer lang kennis met het vrijwilligerswerk in de kerk.