De paardenwei werd zendingsveld

Ds. Van der Meij, predikant in Driebergen, sprak op de zendingsdag van de classis Utrecht binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken. Duizend mensen kwamen zaterdag naar het Zeisterbos, waar de zendingsdag over ”Verstaan wat je leest” in de openlucht werd gehouden.

Ds. Van der Meij sprak over ”Gods Koninkrijk, ver weg en dichtbij”. „Voor zending hoef je geen grote reizen meer te maken. Nederland is multicultureel geworden. Dat kan iets bedreigends hebben, maar we mogen het ook zien als een van God gegeven mogelijkheid om tot hen te spreken van die ene Naam.” Volgens hem hoort dit tot de verantwoordelijkheid van een christen. „Het hoeft niet eens met veel woorden te zijn. Een woord uit hét Woord en uit het hart komt altijd over.”

Hoofd en hart
Eerder op de dag sprak ds. P. D. J. Buijs over ”Gods Woord, een open Boek”. De Veenendaalse predikant benadrukte dat de Bijbel verstaan meer is dan rationeel begrijpen. „Kennis is van groot belang. Als het niet in je hoofd zit, kan het ook niet in je hart komen. Maar bij verstaan ben je zo door het Woord gegrepen, dat het helemaal door je heen gaat.”

In een paar zinnen schetste ds. Buijs de boodschap van de Schrift. „De mens als kroonjuweel op Gods schepping is gevallen en daardoor de dood waardig. God zendt echter Zijn Zoon om de straf voor de zonden van Zijn volk te betalen. In de Schrift gaat het om de mogelijkheid van wedergeboorte en de noodzaak van bekering, waarbij er tweeërlei uitkomst is: hemel of hel. Die inhoud is klip en klaar. Voor een kind duidelijk.”

Hij erkende evenwel dat de Bijbel moeilijke passages bevat. „Het is ook goed op vragen hierover serieus in te gaan. Maar is het belangrijk dat we alles sluitend krijgen? Soms wordt er gepraat over allerlei moeilijkheden om het ene nodige maar te omzeilen.”

De predikant gaf een tip mee. „Doe met de moeilijkheden in de Bijbel net zoals met de botten van een karbonade. Leg ze maar terug aan de rand van het bord. Dan blijft er nog genoeg vlees over. Het gaat immers om Hem, Wiens vlees waarlijk spijs is en Wiens bloed waarlijk drank is.”

Volgens ds. Buijs heeft de gerichtheid van de kamerling op Gods Woord ons wat te zeggen. „Wie zoekend gemaakt is door de Heere wordt getrokken tot Zijn Woord. Zo bekeert Hij zondaars. Niet door met toeters en bellen het Woord op de maat van de postmoderne mens te brengen. Alleen het Woord heeft Hij als middel ingezet. Laten we in onze beeldcultuur niet wijzer zijn dan God”, waarschuwde hij.

Drijfveer
Ds. L. A. den Butter uit Culemborg sprak over ”Gods middelen, nodig en heenwijzend”. „De Heere heeft de weg van het Woord gekozen om zalig te maken. God zoekt een zondaar te behouden en daarvoor schakelt Hij mensen in, die dienstbaar mogen zijn aan dit ene doel.”

Ds. Den Butter ziet de zendingsijver voortvloeien uit het leven met de Heere. „Als je iets van de rijkdom in het Woord hebt leren ontdekken, kun je dat niet meer voor je houden.” Toch gaat de diepste drijfveer van een dienstknecht volgens hem verder. „Daarachter staat het heilige moeten om de Heiland bekend te maken aan zondaren. Er is de bewogenheid met het heil van de naaste. Er is de liefde van Christus die ons dringt.”

De zendingsopdracht is volgens hem gericht aan de gehele gemeente. „Wie Christus kent als Zaligmaker heeft de innerlijke drang om in zijn eigen situatie op zijn eigen wijze de weg van het Goddelijke Woord te bevorderen.”

's Morgens was er een zendingsverhaal voor de kinderen. 's Middags gaf ds. H. Korving uit Kerkwerve namens deputaten buitenlandse zending informatie over het zendingswerk van dr. B. van der Toren in het Afrikaanse Bangui.