In regio's bezuinigen
SoW-kerken nog niet

Gisteren werd bekend dat de bovenplaatselijke arbeidsorganisatie van de drie SoW-kerken 30 procent moet bezuinigen. Bij ongewijzigd beleid ontstaat in 2005 een tekort van 7 miljoen gulden. Dit kan oplopen tot 14 miljoen gulden in 2007. Dat is zo'n 30 procent van de 44 miljoen gulden die via het quotum, de verplichte afdracht van de gemeenten voor het bovenplaatselijke werk, binnenkomt. De diaconale inkomsten staan hier buiten. Overigens bieden deze cijfers, aldus voorlichter K. van der Kamp, geen nieuws. Die waren al langer bekend.

Het is nu wel duidelijk dat de selectieve vacaturestop en het stimuleren van vervroegde uittreding van personeel voor 2001 te weinig oplevert. Toch kan H. G. Dane, ambtelijk secretaris van de stuurgroep, de conclusie dat er dus gedwongen ontslagen moeten vallen niet onderschrijven. Dane legt uit dat het natuurlijk verloop ongeveer 10 procent bedraagt. „In die sfeer is een heleboel te regelen.”

Maar op korte termijn blijkt het volgens hem heel lastig om binnen het bestuurlijke beleid resultaat te halen. Zo is er voor diverse vacatures gekozen voor een tijdelijke opvulling. „Dat levert op dit moment niets op, maar op de langere termijn natuurlijk wel. Daar zit spanning in. Een jaarbegroting is ook maar een momentopname.”

Het probleem is, aldus Dane, dat de quotuminkomsten en het werk dat daaruit gefinancierd moet worden steeds iets verder uit de pas gaan lopen. De inkomsten dalen licht, omdat is afgesproken dat in de jaren 2003 tot en met 2005 de bijdragen telkens met 1,5 procent omlaaggaan. Tegelijk stijgen de kosten, onder meer vanwege inflatie en salarisverhogingen. En dat betekent dat er van de inkomsten steeds minder werk gefinancierd kan worden. „Met dat gat moet iets gebeuren.”

Volgens Dane hoef je niet noodzakelijk aan ontslagen te denken, maar kun je ook zoeken naar andere financieringsbronnen. Uit onderzoek moet blijken welke perspectieven daarin zitten.

Opbouwfase
De regionale dienstencentra, die momenteel in een opbouwfase verkeren, blijven in ieder geval tot november buiten schot, aldus Dane. „De synode heeft een- en andermaal uitgesproken dat de regionale dienstencentra drie jaar vanaf het moment dat ze beginnen gevrijwaard zijn van bezuinigingen. Dat is het beleid tot nu toe.” Dane kan niet zeggen of het triomoderamen genoodzaakt is dit uitgangspunt in november ter discussie te stellen.

Hoe de personeelsleden op de ombuigingsoperatie reageren is nog moeilijk vast te stellen, omdat zij, net als de synodeleden, pas gisteren een brief op de mat vonden. Dane verwacht niet dat het bericht „als een bom inslaat.” „Het is niet echt nieuw. Gaandeweg is het thema ombuiging al in het personeelsblad aan de orde geweest. Er is mij nog niets van een wervelstorm gebleken”, verklaarde de ambtelijk secretaris gistermiddag.

Hij beklemtoont desgevraagd dat de financiële problemen „echt losstaan” van de gezamenlijke huisvesting die de drie SoW-kerken eind 1999 in Utrecht betrokken. „Bedrijfseconomisch is de inhuizing een verantwoorde operatie geweest.”