Kerk en Godsdienst20 april 2001

Een dominee die het niet begrijpt

Door J. M. D. de Heer
NIJVERDAL – Hij begrijpt het niet. Echt niet. Wat de eeuwen door als het hart van het christelijk geloof is beleden, de voldoening door Jezus Christus aan het kruis, wordt geconfronteerd met forse kritiek. Prof. dr. C. J. den Heyer schrijft zijn „lijst bezwaren” in een boek, bekent in een nieuw boek dat de belijdenisgeschriften „onmogelijk” de formulering van zijn geloof kunnen zijn, maar de gereformeerde synode verheft haar stem niet. Ds. P. Schravendeel: „Hoe kunnen de kerken nu nog handhaven voluit achter de gereformeerde belijdenis te staan?”

Ds. Schravendeel, gereformeerd emeritus predikant te Nijverdal, was actief betrokken bij de behandeling van de bezwaren tegen de verzoeningsleer van dr. H. Wiersinga. Tijdens de synode van Haarlem 1973 schreef hij samen met de latere synodepreses ds. C. Mak een rapport waarin ze de standpunten van Wiersinga afwezen. Enkele commissieleden waren het daar niet mee eens en stelden een minderheidsrapport op. De synode vroeg de commissie op haar beurt tot een eensluidende positiebepaling te komen. Dat lukte door de afwijzing van Wiersinga's proefschrift iets af te zwakken. De synode nam de besluitvoorstellen van de commissie aan, maar daarop kwam zo veel protest dat de vergadering in november 1974 toch weer voor een scherpere formulering koos. Nu kwam er protest vanuit de progressieve vleugel in de kerken.

Het zou tot maart 1976 duren voordat de zaak-Wiersinga zou worden afgerond. De synode sprak toen uit geen verantwoordelijkheid te willen dragen voor het tekortdoen aan het Evangelie zoals Wiersinga dat had gedaan. Een tuchtprocedure tegen de Amsterdamse predikant zat er echter niet in, omdat zijn kerkenraad Wiersinga door dik en dun steunde.

Vlag
Het kerkvolk als geheel was in die tijd nog confessioneel, zegt ds. Schravendeel 25 jaar later. „En ook de meerderheid van de synode stond echt voor het klassieke belijden over de verzoening. Dat is helaas veranderd.” In de jaren tachtig verschijnt namelijk het woord ”pluraliteit” in het kerkelijk spraakgebruik. Dat is inmiddels gaan functioneren als een vlag om ook standpunten zoals die van Den Heyer toe te laten.

Wat is er bij ds. Schravendeel blijven haken van de zaak-Wiersinga? „Ik herinner me nog goed –ik stond in die tijd in Middelharnis– dat ik in de metro vanaf Rotterdam-Zuidplein naar Centraal Station zat, op weg naar het synodebureau in Leusden. Ik dacht: Is het wel de moeite waard dat ik me zo druk maak? Toen viel mijn oog op de vele allochtonen die ik op de perrons zag en dacht: Stel dat zij in vertwijfeling eens een gereformeerde kerk binnenstappen, dan hebben ze er toch recht op dat het Evangelie van de verzoening hoog wordt gehouden?”

Vertekening
Is de zaak-Wiersinga nog actueel, na 25 jaar? „Ja. De gereformeerde synode heeft vorig jaar een verschil gecreëerd tussen Wiersinga en Den Heyer. Wiersinga zou als dogmaticus bezwaar hebben aangetekend tegen de klassieke verzoeningsleer, terwijl Den Heyer als exegeet te werk ging. Dit is echter een vertekening van de werkelijkheid. Wiersinga heeft tegenover ds. Mak en mij uitdrukkelijk verklaard dat hij vanuit de exegese tot kritiek op de klassieke verzoeningsleer kwam, exact zoals Den Heyer in zijn boek ”Verzoening” te werk is gegaan. Helaas wil de synode hier niet aan en zo houden ze Den Heyer als exegeet de handen boven het hoofd.”

Veel gereformeerden zeggen: Een strikte binding aan de belijdenisgeschriften past niet in een tijd waarin zo veel kerkmensen moeite hebben met de klassiek gereformeerde leer. Accepteert u deze breedte van de kerken?

„In zekere zin niet. Gemeenteleden kunnen heel verschillend geloven –ik heb als predikant nooit de behoefte gehad hun een bepaalde visie op te leggen– maar op de preekstoel moet het Evangelie in zijn volle breedte bewaard blijven. Dat geldt temeer voor het hart van het Evangelie, de voldoening door Jezus Christus. Als we dat verzwijgen of onder kritiek stellen, wat voor woord hebben we dan nog in een wereld die vol is van onrecht, die roept om verzoening?”

„Bovendien, we hebben als Gereformeerde Kerken in het verleden met elkaar afspraken gemaakt over de binding aan de Drie Formulieren van Enigheid. Die afspraken zijn duidelijk. Niemand heeft de vrijheid om op eigen initiatief te gaan bepalen waar we wel of niet meer achter kunnen staan.”

Kennis
Ds. Schravendeel maakt zich ondertussen zorgen over de bekendheid met het gereformeerde belijden binnen de Gereformeerde Kerken. Wie kent de confessie nog? schreef hij vorig jaar.

De predikanten?

„Ik ben bang dat velen nauwelijks vertrouwd zijn met de belijdenisgeschriften.”

De synodeleden?

„Velen niet, vrees ik. Ik heb zelf als synodelid vaak gedacht: Als je een klein beetje je Heidelbergse Catechismus zou kennen, had je dit niet gezegd.”

Als nu aan het einde van de middag blijkt dat er een punt staat achter de zaak-Den Heyer, als nu blijkt dat de synode zijn standpunten accepteert?

„Ik vermoed dát de synode dit besluit. Voor mij zal de zaak dan een onbevredigend slot hebben. Al dat gerommel aan het klassieke belijden heeft me de achterliggende jaren verdriet gedaan.”

Zie ook:
Den Heyer: Gereformeerde theologie heeft geen bestaansrecht