Kerk en Godsdienst22 januari 2001

Ds. Molenaar wijst SRB-publiek op lijnen vanuit de Schrift

De dwaling van de overdoop

Van een medewerker
ROTTERDAM – In deze tijd gaan er nogal wat mensen vanuit de gereformeerde gezindte over naar de evangelische beweging. Het zijn vaak mensen, zei ds. P. Molenaar zaterdagavond tijdens een SRB-avond in Rotterdam, met een diep verlangen naar de overdoop. „De kinderdoop heeft voor hen geen waarde. Ze willen hun doop ervaren op een bijzondere wijze. Het moet hen een goed gevoel geven en daarom sluiten ze zich aan bij een gemeente met de volwassendoop en laten ze zich overdopen.”

Voor ruim zeshonderd jongeren keurde ds. Molenaar de overdoop af. „De Belijdenis van Nicea spreekt heldere taal: „één doop tot vergeving der zonden.” Als je een tweede doop begeert, dwaal je zeer. Er wordt wel erg gemakkelijk door sommigen overgedoopt, zonder dat ze zich bewust zijn hoe ze hiermee door de eerste doophandeling een streep zetten.”

De hervormde predikant uit Dordrecht zei dat de kerkenraad van zijn gemeente mensen de toegang tot het Heilig Avondmaal heeft geweigerd, omdat ze zich hadden laten overdopen.

Ds. Molenaar ziet de doop in de lijn van het verbond. „In Genesis 17 geeft God aan Abraham het bevel tot de besnijdenis. Hiermee liet Hij zien dat je alleen het verbond kan ingaan in de weg van de bloedstorting.”

Zij die alleen willen dopen op grond van persoonlijk geloof gaan totaal verkeerd met de Schrift om en zien de eenheid tussen het Oude en Nieuwe Testament niet, vindt de predikant. „Kolossenzen 2:10-12 spreekt toch boekdelen over het verband tussen besnijdenis en doop? Je doet tekort aan de Schrift als je dit verband verwaarloost.”

Gemeenschap
„Wie verbond zegt, zegt gemeenschap”, stelde de Dordtse predikant. „Dat zeggen we tegenover alle individualisme in de maatschappij, in de kerk en in de evangelische kringen. De gemeenschapsgedachte was in de Bijbel zo sterk, dat de kinderen zeker erbij hoorden.”

De predikant stond verder stil bij het bezwaar van de voorstanders van de volwassendoop, dat de kinderdoop onschriftuurlijk zou zijn. „Als gereformeerden zouden we ons alleen op de belijdenisgeschriften beroepen. Maar in het Nieuwe Testament lezen we dat de zichtbare belofte van de doop niet beperkt blijft tot de enkele gelovige, maar dat ook heel het huis bij die belofte betrokken wordt. Handelingen 2:39 laat zien, dat de belofte niet alleen is gericht op de verslagenen van hart, maar ook op de kinderen en allen die verre zijn. Bij Lydia lezen we, dat heel haar huis wordt gedoopt. Nergens wordt er gesproken van een bijzondere geloofsovergave van heel haar huis, maar allen worden wel gedoopt.”

Volgens ds. Molenaar hebben we het recht niet kinderen uit te sluiten van de doop. ”We doen dan tekort aan het Woord van de Heere en aan de beloften, die Hij bij de doop wil geven.”

Voorstellen
Het voorstellen van kinderen in de nieuwtestamentische gemeente is volgens de Hervormde predikant onschriftuurlijk. „Het wordt wel gedaan met een beroep op Jezus, Die in de tempel werd voorgesteld. Maar deze voorstelling was een oudtestamentische bepaling die gepaard ging met een offer. Nergens in het Nieuwe Testament lezen we van een voorstelling van een kind in de christelijke gemeente of een bevel daartoe. We vallen zo alleen maar terug tot oudtestamentische handelingen, die we een eigen invulling geven.”

Ds. Molenaar betreurt de gedachte van doop op grond van persoonlijk geloof. „In deze redenering zou er voor verstandelijk gehandicapten nooit een doop kunnen plaatsvinden, omdat ze niet het vermogen hebben het geloof te belijden. Een geweldig harde gedachte. Wat is het dan een zegen als ouders deze kinderen juist in de doop aan de Heere mochten overgeven.”

Appèl
De predikant wil geen onderscheid maken tussen kinderdoop en geloofsdoop. „Bij elke doop wordt geloof geëist. Ook als we onze kinderen ten doop houden, komt de Heere met de eis van het geloof. Kinderdoop en volwassendoop zijn bedoeld als een geloofsdoop. Het geloof gaat voorop. Maar als de doop moest afhangen van ons geloof, dan moesten Gods kinderen wel honderd keer worden gedoopt, omdat ze zo vaak afdwalen.”

De hervormde predikant sloot af met een indringend appèl. „Er zijn vragen genoeg rondom de doop. Maar wat heb jij van je eigen doop leren verstaan in je eigen leven? Het is immers waar, wat iemand heeft gezegd: leer de natie haar doop verstaan en ze zal behouden worden.”