Kerk en Godsdienst17 januari 2001

Pakistani en Jubilee Campaign leggen de vinger bij pijnpunt

„Matig de wet op godslastering”

Van onze kerkredactie
LAHORE/DRIEBERGEN – De organisatie Jubilee Campaign houdt in ons land al geruime tijd een actie om aandrang uit te oefenen op de regering van Pakistan om de zogenaamde wet op de godslastering te schrappen. Er zijn 50.000 handtekeningen binnen. De Pakistaanse Raad voor Sociale Zorg en Mensenrechten schreef deze week een brief naar de regering met het verzoek de gevreesde wet, waarvan dikwijls christenen het slachtoffer worden, te matigen.

In het wetboek van strafrecht van Pakistan is een wet op de godslastering opgenomen (artikel 295 B en C). Deze artikelen bepalen dat, wanneer iemand de koran beledigt, hij veroordeeld moet worden tot levenslang. Als iemand de profeet Mohammed onteert, wacht hem op grond van deze wet de doodstraf.

Wat veel Pakistaanse christenen en mensenrechtenorganisaties dwarszit is dat justitie bij veroordeling op grond van deze wetten genoegen neemt met ooggetuigenverklaringen. Het is voldoende als vier moslimmannen of twee moslimmannen en vier moslimvrouwen hetzelfde getuigen. Het getuigenis van een niet-moslim heeft geen waarde.

De wet wordt in de praktijk regelmatig misbruikt om geschillen tussen christenen en moslims te beslechten. Wanneer iemand is aangeklaagd wegens godslastering maar niet ter dood veroordeeld wordt, schroomt de extremistische moslimminderheid niet om het recht in eigen hand te nemen en een menigte op te hitsen tot buitenrechtelijke executie van de aangeklaagde persoon. De politie durft niet op te treden tegen de moslimextremisten in het land. Jubilee Campaign is van mening dat de wetten op de godslastering zo snel mogelijk uit het Pakistaanse wetboek van strafrecht geschrapt moeten worden.

Zorg
Muhammad Ijaz Noori, de voorzitter van de Raad voor Sociale Zorg en Mensenrechten, heeft een brief gestuurd naar de minister van Binnenlandse Zaken, generaal Pervaiz Musharaf Sahib. Hij schrijft bezorgd te zijn over het beeld dat buiten Pakistan van hun land bestaat, vanwege de bewuste wet en het misbruik daarvan, waartegen nauwelijks wordt opgetreden. Noori zegt te spreken namens diverse organisaties die zich met name met de rechten van minderheden, vrede en de interreligieuze dialoog bezighouden. Noori wijst erop dat zijn organisatie een zogenaamde non-gouvernementele organisatie is.

In zijn brief legt de voorzitter uit dat zijn organisatie graag staat binnen de traditie van de islam „waarin het goede gezocht wordt voor alle mensen, ook de niet-moslims. De zegeningen van de profeet raken ook diegenen die hem niet volgen.” Daarom pleit zijn organisatie voor gelijke behandeling van moslim en niet-moslims, zoals christenen. „Discriminatie van mensen vanwege geloof of kleur mag in Pakistan niet voorkomen”, aldus Noori, die zelf moslim is, aan de minister. Hij verwijst naar diens speech tijdens een bijeenkomst over mensenrechten, eerder dit jaar in de Pakistaanse hoofdstad Islamabad. „We beschouwen u als een vooruitstrevend en matig moslim.”

Misbruik
Na uitvoerig betoogd te hebben wat de bedoeling is van de islamitische wetgeving wijst hij voorzichtig op het misbruik van de wetten dat voorkomt. Dan verwijst Noori naar de manier waarop een vreedzame demonstratie vorige week, op 10 januari, door de politie bruut uiteen is gedreven. Daarbij tekenden zeventien demonstranten bezwaar aan tegen de manier waarop soms de zogenaamde wet op de godslastering wordt uitgevoerd. „Zij brachten in herinnering dat er mensen zijn omgebracht, eigendommen vernield, kerken te gronde gericht en mensen het land hebben verlaten uit angst slachtoffer van blinde willekeur te worden.”

Noori vraagt de uitvoering van de wet te matigen. Daarop vraagt Noori de minister degenen die nog gevangen zitten op beschuldiging van de wet vrij te laten, zodat het aanzien van Pakistan in de wereld weer stijgt.

Afsluiting
Jubilee Campaign wil de handtekeningenactie op 1 maart van dit jaar afsluiten. Het totale pakket hoopt de organisatie in maart of april aan te bieden aan de ambassade van Pakistan in Den Haag. E. van Middelkoop van de ChristenUnie heeft al aangegeven dat hij in principe bereid is mee te gaan naar de ambassade.

In de komende weken doet Jubilee Campaign zijn best het aantal handtekeningen verder uit te breiden en het draagvlak onder parlementariërs te verbreden. Omdat in de politieke praktijk van alledag blijkt dat het recht op godsdienstvrijheid vrij breed op steun kan rekenen, zal men zich daarbij niet beperken tot de (kleine) christelijke fracties.