Toenadering tussen chr. geref. en Nederlands geref. stagneert
Samenwerkingstrend verschuiftDoor S. C. Bax UTRECHT De samenwerking tussen christelijke gereformeerde en Nederlands gereformeerde kerken lijkt een zeker verzadigingspunt bereikt te hebben. Er ontstaan geen nieuwe samenwerkingsgemeenten. De blokkade die de laatstgehouden christelijke gereformeerde synode voor nieuwe samenwerking aanbracht, lijkt parallel te lopen met de ontwikkelingen in de praktijk. Nieuwe samenwerking is er juist met gereformeerde kerken vrijgemaakt.
Ds. K. T. de Jonge, christelijk gereformeerd predikant te Nieuwegein en ook predikant van de Nederlands gereformeerde kerk daar, geldt als een van de voortrekkers voor meer samenwerking tussen de drie kerkverbanden. Maar daar is kennelijk geen directe behoefte aan, concludeert hij. De christelijke gereformeerde synode gaf twee jaar geleden wél groen licht om met vrijgemaakte kerken samenwerking te zoeken. Die tendens lijkt nu door te zetten. Overleg Gisteravond had in de Utrechtse Jeruzalemkerk, in comité, het halfjaarlijks samenwerkingsoverleg plaats tussen kerkenraden van gemeenten die al dan niet geheel samen optrekken. Deelnemers zijn zeven samenwerkingsgemeenten van CGK en NGK in Alkmaar, Almere, Amsterdam (De Bron), Arnhem, Lelystad, Nieuwegein en Rotterdam (Alexanderpolder). Daarnaast nemen twintig samenwerkende gemeenten deel. Daar heeft bijvoorbeeld kanselruil plaats en soms de gemeenschappelijke viering van het avondmaal. Wie van deze ontwikkelingen op de hoogte wil blijven, kan terecht bij de website van het Gereformeerd Appèl (www.dit.is/gereformeerd-appel). Aard en intensiteit van de interkerkelijke contacten zijn wel zo divers dat de website vier categorieën onderscheidt. De site geeft inzicht in plaatsen waar enige vorm van toenadering tussen kerkelijke gemeenten is. De eerste categorie is waar GKV, CGK en NGK samen enige vorm van contact hebben: Amsterdam, Deventer, Doetinchem, Enschede, Hengelo, Lelystad, Rotterdam, Nieuwegein, Rijswijk, Zoetermeer, Zwolle en Steenwijk. Rotterdam is een verhaal apart. Daar zijn vier verklaringen, die door drie kerkenraden zijn goedgekeurd: GKV-Stad met NGK-Overschie, CGK-Centrum met GKV-Hillegersberg/Schiebroek, CGK-Zuid met GKV-Zuid en GKV-Oost met de samenwerkingsgemeente Rotterdam-Alexanderpolder (NGK/CGK). Symbool De tweede rubriek op de website gaat over de verhouding CGK en GKV. Dat varieert van de zusterkerkrelatie in Zoetermeer tot samensprekingen over een gezamenlijk ZOA-project in Hilversum. Kanselruil is er in Goes, waar men elkaars leden ook toelaat tot het avondmaal. In de praktijk functioneert dat echter niet. Het gaat meer om de erkenning dat we beide ware kerk zijn. Men zie de relatie als een symbool. Ook in Zuidlaren, Deventer en Enschede is er toestemming tot kanselruil. In Haarlem staan de kansels voor elkaar open, al sprak de classis uit dat de samenwerking met de NGK niet onder spanning mag komen. Onderhuids rommelt er dus wat. In Sneek streeft men naar kerkelijke eenwording. Winschoten is ook ver. De derde categorie betreft de verhouding tussen de GKV en de NGK, de kerken die tot in de jaren zestig nog één waren. Hier blijkt men op weg te zijn in de richting van al dan niet gefrustreerde samensprekingen en een enkele verklaring van overeenstemming. In Nieuwegein is kerkenraadsoverleg, in Maastricht komt men dichter bij elkaar. Op Urk vinden beide kerken elkaar en sprak men de intentie uit één te worden. Ten slotte is er de categorie waar CGK en NGK samenwerken. In Apeldoorn is sprake van vergaande samensprekingen en kanselruil, ondanks het feit dat Nederlands gereformeerd Apeldoorn zusters in het diakenambt heeft. In Eindhoven zijn er in de zomer gecombineerde diensten en wordt het avondmaal enkele malen per jaar samen gevierd. Op de website kun je niet zien dat de NGK van Eindhoven, net als die van Utrecht, vrouwelijke ouderlingen heeft. De principiële discussie lijkt daar een gepasseerd station. Ds. De Jonge denkt dat de eenheidsmarkt tussen de CGK en de NGK een beetje verzadigd is. Misschien dat men door inkrimping nog gedwongen wordt samen te gaan, anders zie ik geen verdere uitbreiding. Dat er pijn is vanwege het christelijke gereformeerde synodebesluit om verdere samenwerking tegen te gaan, blijkt onder andere uit de revisieverzoeken die omtrent dit besluit worden ingediend bij de volgende synode van de CGK. Ds. De Jonge ziet de 'samenwerkingssector' in een gedoogpositie. Pijn kan blijken als een nieuwe gemeente toestemming tot kanselruil wordt geweigerd met een beroep op de bewuste uitspraak. Achtergrond Ds. J. Westerink was preses van de christelijke gereformeerde synode die de samenwerking met de NGK in de ijskast zette en tegelijkertijd meer ruimte gaf om met de vrijgemaakten verder op te trekken. De predikant van Utrecht-West beziet samenwerking ook de toegestane in het licht van achterliggende vragen. Kerkelijke eenheid kan toch nooit alleen maar plaatselijk bedoeld zijn? Anders blijf je met verschillende situaties te maken krijgen. We moeten wel beseffen dat als we niet oppassen, het einde van het kerkverband snel in zicht is. Of je moet kiezen voor het Amerikaanse model, waar de nadruk op de plaatselijke gemeente ligt, zoals bij de Nederlands gereformeerden het geval lijkt. Het groene licht dat de laatste christelijke gereformeerde synode gaf om met vrijgemaakten verder te gaan, had volgens hem een bepaalde achtergrond. Er was weliswaar overeenstemming over de toe-eigening van het heil, maar het deputaatschap eenheid van de gereformeerde belijders in Nederland moest onderzoeken hoe dat in de praktijk gestalte krijgt. Dat lijken kerkenraden soms te vergeten. Er zijn bij de vrijgemaakten ontwikkelingen die vragen oproepen. Overigens hoor ik die vragen ook bij henzelf. Ik denk aan de invloed van het evangelische denken en aan een opkomende vorm van spiritualiteit die niet verward moet worden met bevinding. Met hun deputaten vonden we overigens overeenstemming, omdat zij de belijdenis, inclusief de Dordtse Leerregels, hartelijk beamen in plaats van die te bevragen. |