Kerk en Godsdienst 30 oktober 2000

Tweede deeluitgave gepresenteerd

NBV wil kritiek
op vertaling
serieus nemen

Van onze kerkredactie
HAARLEM – „Vijandschap bewerk ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw geslacht en het hare, zij verbrijzelen jou de kop, jij bijt hen in de hiel.” Zo luidt de nieuwe versie van de moederbelofte in Genesis 10:15, die in de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) staat. De tweede deeluitgave van de NBV wordt vanmiddag gepresenteerd. De begeleidingscommissie zegt de kritiek op de vertaling serieus te nemen.

De tweede deeluitgave van het oecumenische megaproject, ”Werk in uitvoering 2”, bevat de bijbelboeken Genesis, Zacharia, Tobit (een van de canonieke boeken), Markus, 1 Korinthe en Openbaring, en 31 psalmen. In 1998 verschenen reeds de boeken Esther, Prediker, Jona, Handelingen en het apocriefe boek Judith.

„Vertalen geschiedt nooit in een vacuüm”, schrijft de begeleidingscommissie in de toelichting op de nieuwe deeluitgave. De een leest volgens de commissie de vertaling als het Woord van God, de ander leest haar als ware het literatuur, vergelijkbaar met Homerus of Dante, eenderde leest de Bijbel om iets over de cultuur van het klassieke Jodendom te weten te komen. De NBV wil zowel een kerkbijbel als een cultuurbijbel zijn. Zij kiest voor „hedendaags natuurlijk Nederlands.”

Lezers kunnen opnieuw op de vertaling reageren. Na het verschijnen van de eerste deeluitgave, in 1998, kwamen ongeveer 350 brieven met 1500 vragen en kritische opmerkingen binnen. De „vele honderden” brieven over de weergave van de Godsnaam zijn hierbij buiten beschouwing gelaten. Ongeveer 700 mensen protesteerden tegen de weergave van de Godsnaam met HEER, die volgens hen te mannelijk is. In andere kring houdt men vast aan de aanduiding HEERE. Over de Godsnaam nemen de besturen van het NBG en de Katholieke Bijbelstichting (KBS) begin volgend jaar een besluit.

Ongeveer 40 procent van de reacties op de eerste deeluitgave vormde voor de commissie aanleiding om nog eens naar de desbetreffende passages of vertaalregels te kijken. De vertaalregels zijn op sommige punten bijgesteld. Er zijn nog geen aanpassingen gedaan aan de reeds vertaalde en voorlopig vastgestelde bijbelteksten, „ook al zijn er passages die zo veel kritiek gehad hebben dat vrijwel zeker is dat ze veranderd zullen worden.” Dat zal echter pas gebeuren in een eindredactionele ronde, wanneer alle boeken vertaald zijn en er een overzicht bestaat van alle kritiek.

Standaardeditie
De vertaling van ongeveer veertig bijbelboeken is inmiddels afgerond. Het gehele project, dat ongeveer 20 miljoen gulden kost, moet in 2004 klaar zijn. Ruim zestig supervisoren uit meer dan twintig christelijke en Joodse kerkgenootschappen beoordelen de proeven. Onder hen bevinden zich prof. dr. J. van Bruggen, dr. A. Noordegraaf, prof. dr. H. G. L. Peels en dr. M. J. Paul.

De NBV moet voor de meeste Nederlandse en Vlaamse kerken de standaardeditie worden en tegelijk een breed, buitenkerkelijk publiek aanspreken. Een aantal kerken uit de gereformeerde gezindte zal de Statenvertaling niet voor de NBV willen inruilen.

Het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk beziet de mogelijkheden om te komen tot een revisie van de Statenvertaling. Vanuit evangelische kring is er het initiatief om een aangepaste rooms-katholieke Willibrord-editie te krijgen. De onderhandelingen hierover met de Katholieke Bijbelstichting lopen nog steeds, aldus nieuwtestamenticus drs. G. van den Brink, die hierover verder geen mededelingen wil doen.