Kerk en Godsdienst24 oktober 2000

P. J. Vergunst: We willen wildgroei voorkomen

Niet vernieuwend, maar bewarend

Van onze kerkredactie
HUIZEN – Het hertalen van de kerkelijke formulieren is „niet vernieuwend, maar juist conserverend.” De bedoeling is, aldus drs. P. J. Vergunst, dat de inhoud van wat in de formulieren aan schatten ligt opgeslagen, bij de gemeenteleden komt. „Dat in de lijn van Handelingen 2 ieder in zijn eigen taal –dat is ook in eigentijdse taal– geloofsonderricht ontvangt.”

Drs. P.J. Vergunst
„Onder ons is een behoorlijke wildgroei”, licht de algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond toe. „Veel dominees hertalen al lezend. Zo krijgt ieder zijn eigen formulier.” Het initiatief van het hoofdbestuur is volgens hem bedoeld om dergelijke wildgroei te voorkomen en eenheid te bewaren.

Hij is niet bang dat de nieuwe uitgave een splijtzwam in de gereformeerde gezindte wordt. „De meeste predikanten lichten bepaalde passages nu immers zelf al toe. De tekst ligt ook dicht genoeg bij de vanouds bekende.”

Het deputaatschap ”Uitgave schriftberijmingen en herziening van de liturgische formulieren” van de Christelijke Gereformeerde Kerken heeft al om een aantal exemplaren gevraagd. Of predikanten van de Gereformeerde Gemeenten ook al lezend aanpassen, is Vergunst onbekend, maar wie onder hen belangstelling heeft, kan ook een boekje verkrijgen. Vergunst vindt zelf dat er in de nieuwe uitgave niets verloren gaat, maar hij staat ervoor open als „broeders uit verbondenheid verbeteringen willen aanreiken.”

Vaste uitdrukkingen
Het criterium bij het hertalen is geweest of voor mensen van vandaag begrijpelijk is wat de reformatorische vaderen hebben bedoeld. „Een vaste uitdrukking als ”vreze des Heeren” heeft echter zo'n bijbelse lading dat je die niet kunt vertalen. Dat wordt ook moeilijk bij sommige geladen zinnen uit het avondmaalsformulier ter gedachtenis aan Christus' lijden.” Zo komt het ook, aldus Vergunst, dat in het eerste deel van het avondmaalsformulier weinig is veranderd. „Daarmee is de verstaanbaarheid ook niet in het geding. De woorden liggen dicht bij de geloofsbeleving.”

Naar bijvoorbeeld de uitdrukking „zichzelf mishagen”, die is blijven staan, is wel uitvoerig gekeken. Als je met behulp van een 17e-eeuws glossarium (verklarende woordenlijst, red.) zoekt en je kijkt naar de context, kom je uit bij „verfoeien”. Toch heeft de commissie hiervoor niet gekozen, omdat het afbreuk doet aan de inhoud, legt Vergunst uit. „In verfoeien zit iets van: Foei. Pas op. Het gaat in mishagen om „tot berouw komen”. Daarom was dat voor ons onvervangbaar. We wisten geen beter woord. En bij ons gold heel sterk: Bij twijfel niet inhalen. We wilden geen verraad aan de inhoud plegen.”

Dat blijkt voor Vergunst op meer punten. Hoewel velen in de gemeenten moeite hebben met het feit dat het huwelijksformulier inzet met de „velerhande tegenspoed en kruis” die de gehuwden gewoonlijk vanwege de zonde overkomt, heeft de commissie die notie toch willen laten staan. „Het is de praktijk van het leven.” Wel is de zin omgegooid en zijn „kruis en moeite” verhuisd naar de tweede helft.

Een verzoek om de passage uit het doopsformulier „Dewijl dan nu de Doop in de plaats der Besnijdenis gekomen is” aan te passen, is niet gehonoreerd. Een wijziging in de richting van „aangezien de doop een soortgelijke betekenis heeft als de besnijdenis voor de Joden” zou te grote theologische implicaties hebben en om meer bezinning vragen. Bovendien, voegt Vergunst daaraan toe, staan de woorden zo ook in de Catechismus en de Nederlandse Geloofsbelijdenis. „Daarin kun je niet zomaar wijzigen.”

Zondenregister
Dat de wijziging in het zondenregister in het avondmaalsformulier verder strekt dan het taalkundige zal geen weerstand oproepen, verwacht Vergunst. „Onze hertaling blijft dicht bij de tien geboden.” Verslaving is nieuw opgenomen, maar het is bewust algemeen gehouden. „Een concrete opsomming geven, is een onbegaanbaar pad. Het noemen van drugs en alcohol zou dan voor de hand liggen, maar tegenwoordig heb je ook internet- en computerverslaving. En wie weet wat er over acht jaar is. Een opsomming geven” –hij waagt zich er dan ook niet aan– „is altijd moeilijk. Wat vandaag actueel is, is dat volgend jaar niet meer. Het zou ook tekortdoen aan het karakter van de kerkelijke formulieren”, vindt Vergunst.

Je kunt volgens hem ook niet zeggen dat de rovers en de spelers uit het formulier weg zijn. „Welnee. De opsomming eindigt met: „kortom, allen die zich in woord en wandel als ongelovigen gedragen.” We hebben tien items genoemd, met een vrij breed vangnet eronder. Het komt op het hart aan.”