Kerkelijk Leven | 26 april 2000 |
Een lichtpuntje voor het CGBVan onze kerkredactie De synodevergadering van 3 april betekende voor het CGB een nieuw dieptepunt in de gereformeerde geschiedenis. Met grote meerderheid spraken de afgevaardigden namelijk uit dat prof. Den Heyer met zijn boek Verzoening binnen de grenzen van de belijdenis was gebleven. Het hoofdbestuur van het CGB was bijna voltallig aanwezig tijdens de bewuste synodevergadering. Onder hen was er echter niet één afgevaardigde. Dat er al een CGB-predikant in de synode zitting had, was meer een samenloop van omstandigheden. Ds. W. D. Omta uit Bunschoten verving als tertius namelijk zowel de primus als de secundus afgevaardigde, die beiden verhinderd waren. Het totaalaantal CGB-afgevaardigden in de synode was op één hand te tellen. Eenderde Tijdens synodezittingen van begin april, waarop ook het besluit omtrent Den Heyer viel, nam de vergadering een nadere regeling omtrent de afvaardiging naar de generale synode aan. Doel hiervan is de gereformeerde en hervormde regelingen op elkaar te laten aansluiten met het oog op het Samen-op-Wegproces. De particuliere synode van de Gereformeerde Kerken vaardigt tot nu toe altijd twee predikanten, twee ouderlingen en een diaken af naar de generale synode. Voor de volgende synode, die van Franeker in 2001, worden in november afgevaardigden gekozen, echter niet meer vanuit de particulieren synoden, maar vanuit de classes. Door middel van een rooster zal vanuit elke classis bij toerbeurt een predikant, een ouderling of een diaken worden afgevaardigd. Van de vijf afgevaardigden zullen twee predikanten, twee ouderlingen en een diaken achter de synodetafels zitting mogen nemen. Om de continuïteit in de synode te waarborgen, zullen de particuliere synoden in november wel een coördinerende rol krijgen in de verkiezingen van afgevaardigden. Positief Overigens waren er tijdens de discussie op de gereformeerde synode al synodeleden die stelden dat een classicale vertegenwoordiging een betere afspiegeling van het grondvlak in de synode met zich meebengt. Is de hoop van het CGB reëel? Een voorbeeld. Tegen de besluiten van de synode van Goes 1997 omtrent Den Heyer tekenden niet alleen tientallen plaatselijke kerken, maar ook complete classes bezwaar aan. Classis Dokkum bijvoorbeeld ging in appèl, classis Ommen stemde in met het bezwaarschrift van het CGB. Ds. Rienstra: Van zulke classes mag je zonder meer verwachten dat ze confessionele mensen naar de synode afvaardigen. Daarnaast waren er classes (Zwolle, Kampen, Almkerk) waarvan diverse plaatselijke kerken niet met de synodebesluiten konden instemmen. Zijn CGB-predikanten bereid in de synode zitting te nemen? Ds. Rienstra: We willen onze achterban de komende tijd aanmoedigen zich beschikbaar te stellen. Voor zichzelf ziet de CGB-secretaris geen taak weggelegd. Ik heb het te druk met andere bestuurstaken. Ds. A. W. W. de Ruiter, voorzitter van het CGB: Ik zie mezelf niet in de synode zitten. Voor een CGB-hoofdbestuurslid is het, denk ik, wijzer om een zelfstandige gesprekspartner van de synode te zijn. De gereformeerde synodepreses, ds. J. W. Doff, zegt in een reactie het een goede zaak te vinden als de afgevaardigden naar de synode een reële afspiegeling zijn van de gedachten en geloofsverwoordingen in de plaatselijke kerken. Ik verwacht dat de leden van de classes de kring goed rondkijken om te zien wie er in staat is dit verantwoordelijke werk op zich te nemen. Urk Vanuit Urk is hier wel bezwaar tegen aangetekend, zegt de Urker predikant en CGB-bestuurslid ds. D. C. Hellinga. Aan de regeling zal echter niet worden getornd. We zijn in Urk nu zover gekomen, vervolgt ds. Hellinga, dat we ons ernstig beraden of we hogere organen financieel moeten blijven steunen als we niet achter het beleid staan. Naast Urk collecteert ook de gereformeerde kerk van 's-Gravendeel niet meer voor het toerustingswerk vanuit het Landelijk Dienstencentrum, maar voor het Confessioneel Gereformeerd Toerustingswerk (CGT). Ds. Hellinga hoopt op zijn beurt dat het CGT in de toekomst door de landelijke organen zal worden gedragen. Of dit zal gebeuren, kan ds. Doff nog niet zeggen. Met alle modalitaire organisaties zijn gesprekken geweest. Het proces van overweging is nog aan de gang. De predikant zegt er wel zijn vragen bij te hebben als een kerk die afdrachten aan hogere organen inhoudt. Naar mijn gevoelen dreigen we dan toch op een onkerkelijke manier te gaan werken. |
![]() |