Ds. Van Vreeswijk in de Waarheidsvriend:
Hervormde Kerk is op zoek naar haar identiteitVan onze kerkredactie HUIZEN De nieuwe kerkorde betekent een verzwakking inzake het gereformeerd belijden, maar het op je plek blijven is wel de enige mogelijkheid om te voorkomen dat je je geloofwaardigheid als kerk in de samenleving helemaal verliest, evenals naar je eigen jongeren, die er niets van begrijpen. Die hebben er geen antenne voor, en geen bereidheid zich erin te verdiepen. Dat zegt ds. B. J. van Vreeswijk in een interview in de Waarheidsvriend, het orgaan van de Gereformeerde Bond, van deze week. De hervormde preses stelt dat vanwege de geweldige energie die gestoken wordt in de vereniging van de drie kerken, weinig andere vragen echt aan de orde komen. Dat geeft een verlamming aan de feitelijke presentatie van de kerk. We zijn momenteel wat aan het zoeken naar onze identiteit. Na de terzijdeschuiving van de verzoening door prof. P. Smits is er een soort compromis gevonden hoe we als modaliteiten in ons samen hervormd zijn met elkaar kunnen leven. Echt theologische kwesties zijn er daarna niet meer geweest. Ik heb het gevoel dat ook de rechterflank wat ingeslapen is, door Samen op Weg wakker geworden is en de strijd opnieuw is begonnen. Geen ander kerktype Ds. Van Vreeswijk stelt dat hervormden moeten erkennen dat er binnen de Gereformeerde Kerken nog heel wat orthodox denkenden zijn. Dat dreigen we over het hoofd te zien, omdat de afvaardiging naar de synode modalitair gezien veel minder kerkbreed plaatsheeft dan bij ons. Hij vindt het onwaarachtig als gesuggereerd wordt dat door Samen op Weg er een wezenlijk ander kerktype ontstaat dan er nu in de praktijk is. Hij vraagt zich verder af of men nog kerkbreed in staat is om aan elkaar vragen te stellen en antwoorden te formuleren. We zijn misschien zelfs dankbaar dat we er vanwege Samen op Weg niet aan toekomen. Ook binnen de rechterflank van de kerk leeft een sterk individualisme, dat de ander onvoldoende ziet. Versmalling Ds. Van Vreeswijk betreurt de versmalling in eigen kring. In de generatie voor hem kon men ondanks alle verschillen toch één zijn. Ik heb het al niet meer meegemaakt dat confessionelen en bonders toegang hadden tot elkaars kansel. In de twintig jaar dat ik in de kerk ambtelijk dien, is het versneld nog smaller geworden: het krediet voor elkaar is weg, de sfeer is minder geestelijk, meer menselijk-verdachtmakend, wat ik dodelijk acht. We hebben onze handen meer dan vol aan onze eigen richting. Dat komt door de individualisering, die ook de ambtsdragers treft. Een van de trieste ontdekkingen van de laatste jaren van de hervormde preses is dat er in de Gereformeerde Bond veel meer afgescheiden denken zit dan hij ooit wist. Daar komt het indivualisme bij. En men kan ook personen en zaken niet scheiden. Een voorbeeld? Per jaar zie ik het aantal gemeenten aan de rechterkant afvallen waar men mij vraagt voor een preekbeurt, terwijl ik er na de diensten nooit enige discussie over de prediking heb gehad. |