Kerkelijk Leven1 april 2000

'Zieneres' lijkt kwade
genius sekte te zijn

KABUMBA – Acht jaar nadat Joseph Kibwetere zijn gezin verliet om een apocalyptische sekte te helpen oprichten, hangen verbleekte foto's van hem nog bij zijn vrouw aan de muur, naast plaatjes van Jezus, Maria en de paus. Ze herinneren haar aan betere tijden, zegt Therese Kibwetere – voordat de zich zieneres noemende Credonia Mwerinde zich met een zuster en twee nichten in haar huis binnendrong en het leven van haar man overnam.

Joseph Kibwetere, een voormalig schoolbestuurder met een grote belangstelling voor rooms-katholieke profeten, wordt algemeen beschouwd als de leider van de Beweging tot Herstel van de Tien Geboden van God. Maar volgens zijn echtgenote Therese was het Mwerinde, en niet haar man, die heerste over de sekte. Mwerinde stond er bekend als de ”Programmeur”, zegt zij. „Als er iets moest gebeuren dan was het Credonia.”

Wie de sekte leidde, zal verantwoordelijk worden gesteld voor de gruwelijke massamoord op de leden ervan. De politie heeft inmiddels bekendgemaakt dat er in totaal 924 lijken zijn geteld in en rond gebouwen van de sekte, waarvan er nu nog één moet worden doorzocht. Daarmee overstijgt het Ugandese drama 'Jonestown', de massale zelfmoord van volgelingen van Jim Jones in het oerwoud van Guyana, waarbij in 1978 913 mensen omkwamen.

Opstand
Kibwetere, Mwerinde en andere sekteleiders hadden voorspeld dat de wereld op 31 december zou vergaan. De autoriteiten denken dat de aanhangers, toen de voorspelling niet uitkwam, tegen de leiding in opstand zijn gekomen en daarop zijn vermoord. De Ugandese autoriteiten zijn van plan deze week aan Interpol te vragen internationale arrestatiebevelen uit te vaardigen tegen Kibwetere, Mwerinde en drie andere sekteleiders.

Het drama begon op 17 maart met een brand in de kerk van de sekte in Kanunga. Tot nu toe was gezegd dat daarbij 330 mensen waren omgekomen, maar gisteren maakte de politie bekend dat de stoffelijke resten in de verkoolde massa bijna niet te onderscheiden waren geweest en dat het dodental op grond van nader onderzoek is verhoogd tot 530.

Sommige familieleden van de 64-jarige Kibwetere denken dat hij is omgekomen bij de brand, maar anderen menen dat hij is ontkomen. Waar Mwerinde zich op het moment van de brand ophield, is niet bekend. Over haar heeft inmiddels de man met wie zij vroeger samenleefde een boekje opengedaan. Deze Eric Mazima laat weinig heel van Mwerindes imago als godvruchtige zieneres. Toen het paar samen nog een winkel in spiritualia dreef, had zij geen blijk gegeven van bijzondere belangstelling voor godsdienst en stond zij bekend als een mannenverleidster, zegt hij.

Pas nadat de zaak over de kop was gegaan, begon zij rond te vertellen dat de maagd Maria aan haar was verschenen in een grot in Ngakishenyi in Zuidwest-Uganda. „Ze ging maar eens per jaar naar de kerk”, zei Mazima donderdag in een vraaggesprek in Kahunga. „Zondagen waren om zaken te doen. Ze was op geld uit.” Volgens Mazima was de leiding van de Beweging tot Herstel van de Tien Geboden van God grotendeels een familiezaak en waren vier van de „twaalf apostelen” van de sekte familieleden van de 48-jarige Mwerinde.

Boegbeeld
Een week na de beweerde „verschijning” op 24 augustus 1988 ging Mwerinde bij Mazima weg. Kibwetere ontmoette zij vier maanden later in Nyamitanga, waar de schoolbestuurder met vrouw en kinderen heen was gegaan om naar haar getuigenis te luisteren.

Kibweteres zoon Juvenal Mugambwa zegt dat Mwerinde haar vader vertelde dat Maria haar naar Nyamitanga had gestuurd om een man te vinden met de naam Kibwetere, die haar en haar familieleden mee naar zijn huis zou nemen om vandaar haar boodschap over de wereld te verspreiden. Dezelfde avond nog nam Kibwetere Mwerinde, haar zuster en twee andere vrouwen mee naar huis. Mugambwa beschrijft zijn vader als het perfecte boegbeeld in een land waar een groepering zonder man aan het hoofd niet serieus wordt genomen. „Hij had status, hij had geld en hij had een auto.”

Na enkele dagen trokken Joseph Kibwetere en zijn vrouw in bij Mwerinde in de kamer die zij en de drie andere vrouwen hadden betrokken. Therese zegt dat zij geen seksueel contact meer mocht hebben met haar man. Mugambwa vermoedde dat zijn vader een seksuele relatie met Mwerinde had en dat ergerde hem. „Iemand die met God praat, moet rechtschapener zijn.”

Opvliegend
Volgens moeder en zoon ontpopte Mwerinde zich al snel als een opvliegend en wreed persoon, die Kibweteres kinderen sloeg en van iedereen strikte gehoorzaamheid eiste, waarbij zij voortdurend benadrukte rechtstreeks namens Maria te spreken. Na enkele maanden mocht er niet meer worden gesproken en moest men zich van gebarentaal bedienen. Het aantal dagelijkse maaltijden werd teruggebracht van drie naar twee en twee dagen per week moest er worden gevast. Naarmate het huis voller raakte met volgelingen werden moeders en kinderen van elkaar gescheiden.

Mwerinde regeerde via visioenen, zegt Mugambwa. Zij placht zich in een kamer af te zonderen om „programma's van de maagd Maria” te ontvangen. Dan kwam zij weer naar buiten, aldus Mugambwa, met de „van God gekregen” mededeling dat Maria boos was omdat de mensen te veel zondigden en dat God daarom een eind zou maken aan de wereld. Vooral de kinderen hadden te lijden onder Mwerindes wreedheid, zegt hij. Zijn zusters kregen slaag en zo'n zestig kinderen werden door Mwerinde verbannen naar een schuur waarvan de ramen waren dichtgespijkerd. Ze moesten slapen op de aarden vloer en velen kregen schurft. Mugambwa zelf was tegen die tijd door Mwerinde in de ban gedaan. „Als ik de kinderen een snoepje wilde geven, weigerden zij en maakte zij een teken alsof ik de satan was.”

Na drie jaar eisten familieleden van Kibwetere dat hij de vier vrouwen uit huis zou zetten. Toen hij weigerde, stuurden zij de vrouwen zelf weg. Daarop vertrok Kibwetere met hen. „Hij zei dat wij zijn kinderen niet waren en zij (Therese) niet zijn vrouw.” Kibwetere verhuisde met Mwerinde naar haar vroegere woonplaats Kahunga, waar hij „bisschop” werd in de beginnende sekte en zich als zodanig ging kleden. Slechts eenmaal keerde hij terug naar Kabumba, voor een begrafenis. Tegen zijn familie zei hij gedurende het bezoek geen woord.