Leo Baeck-prijs voor bejaard Duits echtpaarBERLIJN De Leo Baeck-prijs is dit jaar uitgereikt aan het bejaarde echtpaar Berthold en Else Beitz uit Essen. De centrale raad van Duitse joden eert hen voor de redding van veel joden die anders in een concentratiekamp terecht waren gekomen. De onderscheiding werd gisteren in Berlijn overhandigd in aanwezigheid van Bondspresident Johannes Rau. Beitz was vanaf 1941 bedrijfsleider bij een aardoliebedrijf in Oekraïne bij de huidige Poolse stad Lwow. In die functie heeft hij talloze joden in zijn fabriek een onderduikadres verschaft. Het echtpaar gaf in de eigen woning ook onderdak aan vrouwen en kinderen. Verder heeft het joden geholpen bij de vlucht over de grens naar Hongarije. Na de oorlog heeft het echtpaar zich ingezet voor verzoening tussen joden en christenen en tussen Duitsland en Israël. Berthold Beitz, inmiddels 86, is nog steeds voorzitter van de Alfred Krupp von Bohlen und Halbach-stichting. Hij heeft jarenlang een hoge post bij het Krupp-concern bekleed. De Leo Baeck-prijs, die sinds 1957 wordt toegekend, is genoemd naar de opperrabbijn van Berlijn. Hij werkte daar sinds 1912. Hoewel hij aan de nazi-terreur had kunnen ontkomen, koos hij ervoor bij zijn mensen te blijven. In 1943 werd Baeck met leden van de joodse gemeente naar het concentratiekamp Theresienstadt gedeporteerd. Hij overleefde het kamp en ijverde tot zijn dood in 1956 voor verzoening. Van zijn hand verscheen in 1905 het standaardwerk Das Wesen des Judentums. |