Tweede-Kamerverkiezingen 6 mei 1998

Bukman op laatste vergaderdag Kamer ontspannen en jolig

„Samen gelachen én ons geërgerd”

Door A. de Jong
DEN HAAG – De Tweede Kamer was gistermiddag in haar oude samenstelling voor het laatst bijeen. Een weemoedig moment voor de 65 volksvertegenwoordigers die in de nieuwe Kamer niet terugkeren. Voor hen straks geen vragenuurtjes meer, geen procedurevergaderingen of spoedoverleg. Toch was de sfeer tijdens de laatste vergadering allerminst gedrukt of gelaten.

Vanzelfsprekend waren er plechtige momenten. Bijvoorbeeld toen de vier kamerleden herdacht werden die in deze zittingsperiode zijn overleden: B. Esselink (CDA), B. van Erp (VVD), M. van Traa (PvdA) en C. Zonneveld (CD).

Voor het overige toonde de Kamer zich echter ontspannen en geanimeerd. De stemming was er vooral een van verbroedering. „Samen hebben we de afgelopen vier jaar vergaderd, samen hebben we gelachen, samen hebben we ons geërgerd”, aldus Bukman.

De kamervoorzitter, die voor zijn doen gisteren ongekend humoristisch was, mocht maar liefst 24 vertrekkende kamerleden benoemen tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. Afscheid nemende parlementariërs die hun ambt meer dan tien jaar hebben bekleed, kregen van Bukman een lintje opgespeld. Onder hen CDA'er A. Lansink („Het is Nederland niet onbekend gebleven dat u de Kamer gaat verlaten”), zijn fractiegenoot W. Mateman („Ik verklap geen geheim als ik zeg dat u binnen uw fractie een eigen mening had: dat was namelijk vaak op de gang te horen”) en PvdA'er H. Vos („Vanwege uw vele contacten in de industriewereld wel 'onderminister van economische zaken' genoemd”).

Ook Janmaat had vanwege zijn tienjarig kamerlidmaatschap gedecoreerd moeten worden, maar het feit dat de CD'er een strafblad heeft, verloste de kamervoorzitter van de plicht ook hem een lintje op te spelden. De driekoppige CD-fractie, van wie vandaag niemand in het parlement terugkeert, was gisteren trouwens in haar geheel afwezig.

Homo's
Bukman prees zijn fractiegenoot R. Smits „voor de bijdrage die u geleverd hebt aan de emancipatie van homo's en voor de vanzelfsprekende wijze waarop u met dit aspect van uw persoonlijkheid omging”. Smits stond in 1985 op de 58e plaats op de CDA-kandidatenlijst en kwam desondanks in de Kamer. Bukman: „Tsja, toen kon dat nog”.

Maar liefst drie landbouwprominenten namen gisteren afscheid van de Kamer: de CDA'er R. van der Linden (voor de Limburgers: „Us Renéke”), de VVD'er P. M. Blauw („landbouw-Piet”) en de PvdA'er S. Huys. De bescheiden en bedaarde Huys werd door Bukman nog even herinnerd aan de confronterende wijze waarop hij bij zijn aantreden in de Kamer de minister van landbouw toesprak. Huys zei toen: „Ik wil u niet vergelijken met een bekend product uit mijn regio, te weten de asperges, want dat zou ik een diskwalificatie van dit product vinden!”

In zijn afscheidswoord ging de kamervoorzitter kort in op het functioneren van de Tweede Kamer en de ontwikkelingen daarin in de afgelopen jaren. Hij toonde zijn afkeuring over het feit dat de Kamer er steeds meer een gewoonte van maakt bepaalde onderwerpen meer dan eens te behandelen: in schriftelijke vragen, in commissieverband én in plenaire vergaderingen. „Dit politieke haasje-over-springen bevordert de effectiviteit van het parlement niet”.

Sneer
Voor het overige is de oernuchtere Bukman in grote lijnen zeer tevreden over het reilen en zeilen van de Kamer, „maar op kleine punten zijn er altijd verbeteringen mogelijk”. En met een sneer naar paars: „Gelukkig heeft de Kamer straks tijd in overvloed om interne verbeteringen door te voeren. Met een vuistdik regeerakkoord hoeft er hier immers nauwelijks meer vergaderd te worden?” Wat Bukman betreft komt er „eerder een getailleerd (bondig, AdJ) dan een gedetailleerd regeerakkoord”.

Ook aan zijn eigen functioneren wijdde de kamervoorzitter enkele woorden. „Ik heb veel plezier beleefd aan mijn werk. Het was ietsje gecompliceerder dan ik gedacht had. Vaak laveerde ik tussen wijsheid en eigenwijsheid”. Het gestuntel met microfoons en procedures lijkt Bukman voorgoed vergeven. Ondervoorzitter Zijlstra: „We zijn vertederd geraakt door de onhandigheid waarmee u met de knopjes omging”.

Kleine zalen
Het voornemen van VVD-leider Bolkestein om een lijvig regeerakkoord te schrijven kreeg ook zware kritiek van het afscheidnemende CDA-kamerlid Beinema. De nestor van de Kamer (lid sinds 1975) mocht namens alle vertrekkende kamerleden het woord voeren. Hij herinnerde op nostalgische wijze aan de oude vergaderzaal van de Kamer, „waar oppositie en coalitie elkaar nog letterlijk recht in de ogen keken”. De uit AR-kring afkomstige Zeeuw had wel eens gehoord dat in kleine zalen de spanning en emoties veel sneller oplopen. Zijn snedige conclusie: „Het is dus nog maar de vraag of het paarse kabinet het in de oude vergaderzaal even lang had uitgehouden als nu”.

De CDA'er buitte zijn kans om zonder spreektijdbeperking of fractiediscipline het woord te voeren maximaal uit. Fijntjes oefende hij kritiek „op die partijbesturen die binnen hun partij voor een ongezonde overdosis aan vernieuwing zorgen”. Toch gunde de in het vak vergrijsde volksvertegenwoordiger de vele nieuwkomertjes een bondig advies: „Zorg dat je wat te zeggen krijgt, hebt en houdt”. Een advies om woord voor woord te herkauwen.