Tweede-Kamerverkiezingen 6 mei 1998 – Commentaar

Teleurstellend

6 mei 1998 – De stembus gaf gisteren behoorlijke verschuivingen te zien. Weliswaar niet zo als vier jaar geleden, toen het CDA twintig zetels verloor, maar het was toch ook niet niks. Acht zetels erbij voor PvdA en VVD en zes zetels winst voor GroenLinks. Daarentegen werd D66 bijna gehalveerd en ook het CDA moest behoorlijk inleveren.

De partijen moeten het tegenwoordig steeds meer hebben van de zwevende kiezers. Dat betekent dat een forse winst vier jaar later gemakkelijk kan omslaan in een groot verlies. Daar weet D66 van mee te praten.

Toch heeft het CDA meer reden om zich ongerust te maken. Na een dramatische nederlaag vier jaar geleden was er nu opnieuw verlies. Dit keer 'maar' vijf zetels. Bij elkaar betekent dat echter wel een halvering van de fractie in korte tijd. Ondanks het wisselen van leiders zakt de partij steeds verder weg.

Op herstel van hun oude machtspositie hoeven de christen-democraten niet te rekenen. De neergang van de partij heeft duidelijk structurele achtergronden. De kerkelijk meelevende achterban van het CDA slinkt en vergrijst. Zo heeft de partij onder de 65-plussers bijna evenveel aanhang als de PvdA. Voor de randkerkelijke en buitenkerkelijke kiezers, die in de tijd van Lubbers op het CDA stemden, heeft de partij, nu zij niet meer de lakens uitdeelt, veel van haar aantrekkelijkheid verloren.

Hoeveel kritiek men ook op het weinig christelijke karakter van het CDA mag hebben, met een verzwakt CDA wordt Nederland er niet beter op. Dat kan duidelijk zijn. Dit te meer daar het verlies van het CDA niet terechtkomt bij de kleine christelijke partijen. Vandaar dat gesproken moet worden van een teleurstellende uitslag.

Daarbij komt dat een lage opkomst zoals gisteren altijd in het voordeel is van de confessionele partijen. Maar daar viel ditmaal weinig van te merken.

Tot laat in de avond was het spannend of de derde SGP-zetel, die vier jaar geleden verloren ging, heroverd zou worden. Helaas bleek dat uiteindelijk toch niet zo te zijn.

De RPF boekte stemmenwinst, maar lang niet zo veel als men verwacht en gehoopt had. Met name ook omdat men rekende op een aanzienlijke toestroom van evangelische kiezers die voorheen thuisbleven. Dat neemt niet weg dat de partij de forse winst van vorige keer heeft kunnen consolideren en nog enigszins heeft kunnen vergroten.

Het GPV heeft minder reden tot vreugde. Daar liep het stemmental duidelijk terug, al bleven beide zetels behouden. Schutte heeft, evenals Jongeling voorheen, een kiezerskorps opgebouwd dat voor een belangrijk deel uit niet-vrijgemaakten bestaat. Voor deze groep vormt de RPF echter een minstens even aantrekkelijk alternatief, terwijl in vrijgemaakte kring een stem op het GPV minder vanzelfsprekend is dan voorheen.

Welk perspectief biedt deze verkiezingsuitslag voor een voortzetting van de paarse coalitie? Zijn veertien zetels voor D66 genoeg om mee te blijven doen? Waarschijnlijk wel, maar de partij zal zeker qua aantal ministersposten hoge eisen stellen.

Van belang voor de politieke verhoudingen is ook dat GroenLinks en de Socialistische Partij gisteren fors gewonnen hebben. Dat heeft de PvdA, ondanks haar eigen indrukwekkende succes, toch wat te zeggen. Kok zal meer dan voorheen de hete adem van deze radicaal linkse partijen in zijn nek voelen. Dat maakt een tweede paarse kabinet er niet stabieler op.