Tweede-Kamerverkiezingen 6 mei 1998

Democraten proeven zoetigheid uit wrange vrucht

D66 viert veertiende zetel

Door P. Chr. van Olst
AMSTERDAM – Niets, helemaal niets wees erop dat D66 zojuist een dramatisch verlies had geïncasseerd toen partijleider mevrouw Borst gisteravond rond half tien de hoge, ronde en vooral volle Sonestakapel in Amsterdam binnenkwam.

De zaal vol democraten ging op in langdurig applaus, gejoel en gefluit. En alsof ze zojuist de verkiezingen gewonnen had, hief mevrouw Borst de armen in de lucht om het zich allemaal te laten welgevallen. Met veertiende zetels ging D66 goed over de magische drempel die mevrouw Borst in de verkiezingscampagne had opgeworpen. Meer dan een halvering van haar partij kon ze niet accepteren, zo luidde de stoere taal van de sterke vrouw in de Nederlandse politiek. Tien zetels vond zij niet genoeg voor deelname aan een volgend paars kabinet. De kiezer, die toch zo'n kabinet wenste, was gewaarschuwd.

De boodschap leek over te komen bij het electoraat. In de opiniepeilingen bleef D66 iets uit de benarde positie van minder dan tien zetels. Maar het was mevrouw Borst en haar gevolg niet genoeg. De ruif werd nog iets opgetrokken. Het moesten er ten minste dertien zijn en dan nog zat de partij in een schemerzone wat eventuele regeringsdeelname betreft. Gisteren konden de democraten de vrucht van haar geslepen manipulatie plukken. En die smaakte eerder zoet –het gezichtsverlies was voorkomen– dan wrang (verlies is natuurlijk bitter). Dat laatste proefden de niet-herkozen kamerleden iets meer.

Gemaskeerd
De magische grens van mevrouw Borst lag er, werd gehaald en het verlies was gemaskeerd. Natuurlijk waren er gisteravond in Amsterdam democraten die even moesten slikken toen zij de binnendruppelende resultaten vergeleken met het succes van vier jaar geleden. Maar desalniettemin, het was een beetje feest in de Sonestakapel. „Ik steek m'n handen iets minder hoog in de lucht dan Wim Kok”, wilde mevrouw Borst nog wel toegeven. En dat de uitslag in vergelijking met die van 1994 teleurstelde, kon ze niet ontkennen. Verder maakte ze in haar speech geen woord vuil aan het verlies. Borst bedankte haar kiezers, haar campagneteam en „allen die na de gemeenteraadsverkiezingen de moed bijeen hebben geraapt om de uitslag nog op dertien en niet op tien zetels te laten uitkomen”, zo zei ze, nog onwetend van de veertiende zetel.

Ontlading
De ontlading kwam met de definitieve prognose die halverwege de uitslagenavond werd gepresenteerd. De aanvankelijke prognose wees nog op twaalf zetels. „Belabberd”, zei fractievoorzitter De Graaf toen. Volgens de democraat was dat „een uitslag die niet uitnodigt tot kabinetsdeelname. Wij willen op eigen kracht dertien zetels”.

Toen de definitieve prognose uitwees dat die er zouden komen, was de zaal te klein. Kamerleden vlogen elkaar in de armen en gewone partijleden feliciteerden elkaar als was het zinkend schip zojuist gered. De enige die daar nog wat somber liep te kijken en er in ieder geval voor uitkwam dat verliezen erg vervelend is, was De Graaf. „Dertien zetels is ten minste wel een legitimatie voor kabinetsdeelname”, vond hij toch ook wel. „Je hebt nu een poot om op te staan, man”, zo voegde een enthousiastere partijgenoot hem toen. „Een pootje”, wilde een zuinige De Graaf wel erkennen. „En daar gaat onze fractie morgen over praten”.

Uit niets bleek gisteravond dat het verlies van D66 ten koste gaat van partijleider Borst. Waar verliezende lijsttrekkers dikwijls kritiek over zich krijgen uitgestort, wordt zij op handen gedragen. In eigen partij staat zij symbool voor het welslagen van de politiek van extra legitimatie die D66 in de dertiende zetel aan de kiezer vroeg. Zeker voor een partij als D66 is het vreemd dat zo'n strategie zo veel instemming kan ontmoeten. In werkelijkheid is het chantage van de kiezer, spelen met macht en een breuk met het partijpolitieke verleden, waarin forse verliezen geen beletsel voor regeringsdeelname vormden.