Gemeenteraadsverkiezingen 4 maart 1998

Van Dijke erg blij met gestage groei

RPF: Wij zouden best
kunnen meeregeren

Van onze binnenlandredactie
NUNSPEET – „Dat de peilingen van de laatste tijd niet deugden wisten we eigenlijk al wel, maar dat vermoeden is nu in elk geval bewaarheid. Ik ben ontzettend blij met de groei die de RPF doormaakt. Het is geen opvallend snelle groei, maar hij is wel gestaag”.

Dat zei RPF-lijsttrekker L. van Dijke gisteravond als reactie op de verkiezingsuitslag op het moment dat de meeste gemeenten waren geteld. „Het beeld is nog niet helemáál duidelijk, maar op veel plaatsen is sprake van groei. In Veenendaal zijn we met zeven zetels (voorheen zes) de grootste fractie. Op Tholen, in Ede en in Papendrecht boekten we winst, ook in Soest kwam de felbegeerde zetel erbij. Ik ben heel blij voor al onze mensen in Elburg, Oldebroek, Alblasserdam, Rhenen, Montfoort, Urk, Barneveld, Middelharnis en nog een hele rij andere plaatsen dat hun enorme inspanning is beloond. Of kijk naar Utrecht, waar de RPF-jongeren heel fantastisch werk hebben geleverd”.

De winst van het CDA is die partij van harte gegund, zegt Van Dijke. „Tel ik echter de vergelijkende cijfers voor de landelijke verkiezingen voor PvdA en CDA bij elkaar op, dan hebben ze een derde partij nodig om aan een meerderheid te komen. De kleine christelijke partijen zouden daarvoor best in aanmerking kunnen komen, we zijn op z'n minst een met D66 vergelijkbare grootheid. Het is helemaal geen gek idee als die partijen mee zouden gaan doen in een kabinet van PvdA en CDA. Wij leveren al steeds meer wethouders. Het is echt een heel leuke optie om over na te denken”.

Van Dijke zegt bezorgd te zijn over het verschijnsel dat in de plaatsen waar het CDA verloor, die stemmen niet massaal naar de kleine christelijke partijen zijn gegaan, „al zal dat vast en zeker ook met de invloed van de lokale partijen te maken hebben”, aldus de RPF-lijsttrekker. Verhoudingsgewijs groeit de RPF van de drie kleine christelijke partijen het hardst, zegt Van Dijke.

Verlies D66
Over het grote verlies van D66 zegt hij: „Ik heb te doen met die partij, maar ben absoluut niet rouwig om deze grote neergang. De leus die deze partij bij de kamerverkiezingen van 1994 voerde, was “D66 staat voor niets”. Nu, dat is de afgelopen vier jaar ten volle bewaarheid: de partij staat voor niets. Ik heb sympathie voor de mensen die D66 vertegenwoordigen, maar hun politieke gedachtegoed, zo ze dat al hebben, zullen we absoluut niet missen”.