Kabinetscrisis 19 mei 1999

Kok wil nog wel een tijdje doorgaan

Van onze redactie digitale media
DEN HAAG – Demissionair premier Kok denkt er niet over zijn loopbaan te beëindigen nu zijn tweede kabinet voortijdig is gevallen. Tijdens het debat in de Tweede Kamer over het aftreden van het kabinet, zei Kok vanavond dat hij hoopt nog verschillende missionaire periodes mee te maken.

De 60-jarige regeringsleider heeft zich niet eerder zo duidelijk over zijn toekomstplannen uitgesproken. In de PvdA wordt al enige tijd gesproken over de wijze waarop de opvolging van de partijleider moet worden geregeld.

Met of zonder Kok als premier, PvdA en VVD willen in ieder geval allebei een poging doen het tweede paarse kabinet te lijmen. Voor de liberalen is daarbij ook een samenwerking van alleen PvdA en VVD denkbaar. PvdA-fractievoorzitter Melkert sluit die mogelijkheid echter zo goed als uit. Hij vindt dat de coalitie van karakter verandert als D66 er niet meer deel aan deel. Dat zou buiten het verkiezingsmandaat van vorig jaar vallen, meende hij.

Melkert wil eigenlijk alleen praten over voortzetting van de driepartijencoalitie. Weliswaar heeft D66-leider De Graaf duidelijk gezegd van geen lijmpoging meer te willen weten, maar Melkert heeft de hoop dat de democraten daar na een nachtje slapen wat genuanceerder over denken. „D66 legt het hoofd te snel in de schoot.”

Overtuigd
Melkert is overigens ervan overtuigd dat Dijkstal de afgelopen dagen al het mogelijke heeft gedaan om Wiegel tot andere gedachten te brengen. Maar hij stelt vast dat dat niet is gelukt. „De VVD is niet in staat gebleken het benodigde aantal stemmen te leveren.” Dat feit kan betekenis hebben in een eventuele toekomstige samenwerking met de liberalen, liet Melkert doorschemeren.

De PvdA- en VVD-bewindslieden hebben D66 vandaag aangeboden het referendum opnieuw in te dienen bij de Tweede Kamer voor eerste lezing. De finale afweging in de Eerste Kamer zou dan pas in 2003 plaatsvinden. De senaat is dan van samenstelling veranderd en wellicht wel bereid het referendum aan te nemen.

Maar de D66-bewindslieden vonden dit „een onvoldoende politiek antwoord op de ontstane politieke situatie”. Fractieleider De Graaf sprak later in de Kamer van „een fopspeen.”

De Graaf ging wel in op het aanbod van Melkert om samen de invoering van het referendum als initiatiefvoorstel in te dienen. Melkert zei daar snel werk van te willen maken. Dijkstal sloot zich vooralsnog niet bij dit initiatief aan.