Jongeren 5 juli 2001

Stichting Safe Skate leert leerlingen remmen met remblokjes

Op vier wieltjes over het schoolplein

Door Mariska Wolters
Help! Danny zit op de grond. Zijn benen vooruitgestoken. Aan zijn ene voet zit een skate. Aan de andere zit-ie bijna. Steeds als Danny zijn veters wil strikken, rolt hij vooruit. En dan zit hij dus weer. Een paar meter verder op de stenen van het schoolplein. Dat hij straks zelfs zal slalommen met die roldingen onder z'n voeten, gelooft hij nu absoluut nog niet.

Skaten is mateloos populair op het Christelijk Lyceum in Zeist. Bijna alle brugklasleerlingen zwieren over het plein. We gaan morgen een coopertest doen, had hun gymleraar verteld. Het was dus een grote verrassing toen ze wilden gaan gymen en het hele plein tot skatebaan verbouwd bleek te zijn.

”Stichting Safe Skate Nederland” staat er op grote borden en op de T-shirts van de instructeurs die halsbrekende toeren uithalen. De stichting organiseert voor het eerst in heel Nederland gratis skatelessen voor leerlingen. Met de ”skate clinics”, zoals de stichting de lessen noemt, wil ze de veiligheid en de skatevaardigheid onder de aandacht brengen.

Hoewel het aantal blessures dit jaar voor het eerst gedaald is, krijgen toch jaarlijks nog 13.000 skaters een ongeluk. Meer dan de helft van de letsels bestaat uit fracturen aan pols en onderarm. Verder komen heel wat skaters thuis te zitten door kneuzing, verrekking of scheuring van gewrichtsbanden.

Remblok
Natascha is geen beginneling meer. Ze skate iedere dag wel een uur of twee. „Meestal in het winkelcentrum, of in de halfpipe, dicht bij ons huis.”

Stoer vertelt ze dat ze tegenwoordig geen bescherming meer draagt. „Dat zit allemaal zo onhandig”, zegt ze. Ze heeft met haar vader mot gehad over het remblok achter op haar skates. „Op de halfpipe moet dat ding eraf, anders val je. Maar ik wil hem er liever helemaal niet meer op, want zonder die remblokken ben je veel wendbaarder.”

Kristoff van de Broeck, die vandaag de leider van de instructeurs is, herkent het remblokkenverhaal van Natascha. „Dat doen heel veel jongeren.” Gevaarlijk, vindt hij. Want op die manier kun je niet goed remmen.

Natascha ontkent dat. „Ik draai altijd een paar rondjes. Ik sta vanzelf een keer stil.” Kristoff: „Vanzelf een keer, ja. Maar dat kan best een paar meter duren. Als er een auto aankomt of een fiets, moet je acuut kunnen stilstaan.” Natascha: „Op het fietspad of de grote weg is dat rondjes draaien inderdaad niet erg handig.”

Stilstaan
Dat veel jongeren de techniek van het remmen nog niet goed onder de knie hebben, blijkt even later. Wanneer Kristoff één keer fluit, moet iedereen stilstaan. Hoe, dat maakt nu nog niet uit. De jongeren blijken heel inventief. Wanneer je tegen elkaar aanbotst, sta of lig je vanzelf stil. Ook wanneer je je met een vaart tegen het hek aan laat vallen, lukt dat. De vloer blijkt ook een handig stopmiddel. Door je knieën. Bam! En je rolt geen meter meer verder.

Stapje voor stapje leren de jongeren hoe het wél moet. Goed door je knieën, rug recht, handen vooruit, rechterbeen naar voren. Bij Danny gaat niet alles even soepel. Maar na drie keer oefenen, doet ook hij zijn been een stukje vooruit.

Om goed te kunnen remmen, moet het been nu alleen nog naar beneden. Met de achterkant van de skate tegen de grond. En lukt het dan ook nog niet, dan moet je ervoor zorgen dat je zover mogelijk door de knieën gaat. Op die manier komt er meer kracht op het remblokje te staan.

Slappe lach
De groep oefent verder. Anderhalf uur duurt de les, maar niemand die zich een moment verveelt. Zelfs de meiden die in het begin stennis maakten omdat ze geen zin hadden (of beter: omdat ze eigenlijk niet durfden), hebben er nu plezier in. Ze krijgen steeds de slappe lach als een van hen de opdracht van Kristoff goed probeert uit te voeren. Want om het echt goed te doen, moet je wel een paar keer oefenen.

Dat evenwicht bewaren heel moeilijk is, blijkt wanneer de hele groep even later op één been over het plein zoeft. Er wordt flink gesteggeld. Vooral door Danny, die al blij is dat hij nu eindelijk op twee benen beweegt en tot stilstand komt zonder te vallen. Ook de meiden die langs de kant zijn komen zitten, krijgen oog voor zijn gestuntel. Hoe de 'stoere' gasten ook hun best doen de aandacht van het vrouwelijk geslacht te trekken, alleen Danny lukt dat.

Hoopje hondenpoep
Als afsluiting leggen de instructeurs in sneltreinvaart een hindernisbaan aan. Met pylonen en een kleine schans wordt de werkelijkheid nagebootst. „Op het fietspad kun je ook wel eens iets tegenkomen wat je moet ontwijken”, vertelt Kristoff. „Een hoopje hondenpoep, bijvoorbeeld.”

Wie het trottoir af moet, heeft veel aan de oefening met de pylonen en het schansje, waar je al springend af en overheen moet zien te komen. En wie schetst even later mijn verbazing? Zelfs Danny hoeft tijdens het skaten niet meer bang te zijn voor honden.

Skate jij ook graag? Of heb je juist een grondige hekel aan skaten? Reageer op dit artikel! (Vermeld wel je naam en leeftijd.)

Binnengekomen reacties