Erfgenamen van Groen | 27 februari 1998 |
Van den Berg: Groen was vooral beginselpoliticusTot in de wortels verwantDoor B. J. Spruyt Van den Berg is allang met het werk van Groen van Prinsterer vertrouwd. Hij heeft mij vanaf het begin gegrepen en geïnspireerd. Op bepaalde momenten werd zijn gedachtengoed voor mij persoonlijk wel bijzonder actueel. Dat heb ik vooral tijdens de debatten over de Algemene wet gelijke behandeling ervaren. Dat was een aangrijpende discussie, waarin ik de strijd der geesten heb gevoeld. Je merkte hoe de revolutiegeest in dat wetsvoorstel doorwerkte: alle normen, waarden en begrippen werden stelselmatig omgekeerd. Groens doorschouwing van die geest der revolutie is voor Van den Berg het meest waardevolle in diens werk. Groen was zijns inziens geen stelselbouwer. Hij probeerde alle ontwikkelingen, zowel in de politiek als in de kerk, te herleiden tot de wortel waaruit zij voortkwamen. Hij ging altijd ten minste één laag dieper. Overal waar hij de geest van de revolutie ontwaarde, was zijn kritiek radicaal. En omdat hij geen stelsel tegenover een ander stelsel plaatste, maar het liberale stelsel vanuit tijdloze principes bestreed, werd Groen door Thorbecke in het parlementaire debat regelmatig buiten de orde verklaard. Groen zag in dat een neutrale staat onmogelijk is. Als de Bijbel als bron van de staatkundige orde wegvalt, ontstaat er ruimte voor antichristelijke opvattingen. En die worden vervolgens met staatsdwang aan het volk opgelegd. Dat voorzag Groen al en dat is nu aan de orde. Koerswijziging Volgens Van den Berg heeft Groen die koerswijziging van 1857 aan het einde van zijn leven herroepen. Die koerswijziging bestond overigens vooral in het kiezen voor een nieuwe tactiek. Als de staatsinstellingen, inclusief het onderwijs, niet meer christelijk waren, dan moesten die instellingen ook volstrekt neutraal zijn. De veerkracht van de christelijke natie, zoals Groen dat noemde, moest vervolgens in staat zijn die instellingen te herkerstenen. Het pleidooi voor bijzonder onderwijs was slechts het middel om het doel van de herkerstening van Nederland te bereiken. Dat conflict tussen het oude ideaal en het opgeven daarvan heeft ook de strijd tussen de oude Antirevolutionaire Partij en de SGP bepaald. En die lijnen lopen tot op vandaag door in de verschillen tussen GPV, RPF en CDA enerzijds en de SGP anderzijds. Al die partijen kunnen zich volgens Van den Berg met een zeker recht op bepaalde passages bij Groen beroepen. We moeten hem niet willen monopoliseren. Vooral ook niet omdat Groen geen uitgewerkte stelsels heeft nagelaten. Het punt van de soevereiniteit in eigen kring, bijvoorbeeld, is bij Groen helemaal nog niet zo helder. Hij is qua postuur zo groot dat hij boven alle partijen verheven is. Maar voor de SGP is hij vooral de beginselpoliticus, die de doorwerking van de revolutiegeest analyseerde en bestreed. Wat dat betreft is de SGP tot in de wortels congeniaal met Groen. Verwantschap Juist omdat Groen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Abraham Kuyper en de filosoof Dooyeweerd, geen systemen maar een bepaalde houding heeft nagelaten, blijft hij actueel. Ik noemde al de discussie over de Algemene wet gelijke behandeling. Maar ook op andere punten blijven zijn inzichten ook voor nu van belang. Groen bestreed bijvoorbeeld de gelijkstelling van volkssoevereiniteit en parlementaire democratie. Dat is ook de lijn van de SGP geweest in de debatten over het referendum en de gekozen burgemeester of premier. In zijn visie op de Nederlandse geschiedenis heeft Groen de hand van God in ons vaderlandse verleden benadrukt. De Tachtigjarige Oorlog was de strijd om God naar Zijn Woord te kunnen dienen. Daarvan willen wij als SGP geen afstand doen. En juist daarom keren wij ons tegen het proces van Europese eenwording. Er is één belangrijk verschil tussen de tijd van Groen en de onze, vindt Van den Berg. De grote afval die hij voorzag en vreesde, is nu voluit werkelijkheid geworden. Wij kunnen nu geen beroep meer doen op de veerkracht van een christelijke natie. Voor onze boodschap bestaat in het parlement geen voedingsbodem meer. Terwijl Thorbecke juist heel goed begreep waar Groen het over had. Roeping |
![]() |
![]() |