Gezondheid 7 december 1999

Hartfalen: een zich
uitbreidende epidemie

Door A. M. Alblas
Hart- en vaatziekten zijn in Nederland de voornaamste doodsoorzaak. Met 37 procent is deze ziekte in de totale sterfte al vele jaren koploper. Na de hartaanval en de beroerte is er in Nederland een derde hartkwaal sterk in opkomst: hartfalen.

Bij hartfalen is de pompfunctie van het hart aangetast. Hartfalen is in Nederland de meest voorkomende oorzaak van ziekenhuisopname van met name oudere patiënten. „Voordat de problemen ontstaan, worden deze vaak al heel lang behandeld met hartversterkende middelen, plaspillen en met medicijnen die de weerstand van de bloedstroom door hart en bloedvaten verminderen”, zegt prof. dr. J. H. Kingma, cardioloog en klinisch farmacoloog in het Sint Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein.

Kingma is als voorzitter van het Cardio Vasculair Onderwijs Instituut (CVOI) te Utrecht permanent bezig met de evaluatie van oude en nieuwe farmacotherapeutische strategieën. Met 34 cardiologische klinieken in Nederland heeft hij een onderzoek gedaan in het kader van een wereldwijde studie naar nieuwe geneesmiddelen tegen hartfalen: de zogenaamde A2-antagonisten.

Niet opzienbarend
De resultaten wilde hij met zijn Werkgroep Cardiologische Centra Nederland (WCN) presenteren, ware het niet dat de uitkomsten niet opzienbarend waren. Derhalve geen openbare presentatie. Toch wil Kingma wel wat zeggen over de studie. Uit de Elite I-studie was al gebleken dat A2-antagonisten, onder andere het medicament Losartan, een vermindering van sterfte bij hartfalen van 30 procent te zien geeft.

Uit de Elite II-studie zou moeten blijken dat de nieuwe geneesmiddelen het veel beter doen dan de oude. Aan deze studie namen 288 onderzoekscentra in 45 landen deel, die van juni 1997 tot in juli 1999 in totaal 3152 oudere patiënten met symptomatisch hartfalen volgden. Uit de gerandomiseerde dubbelblinde studie (de ene patiënt kreeg het nieuwe middel, de andere het oude) bleek, dat de nieuwe middelen het niet veel beter doen dan de oude, behoudens dat ze minder bijwerkingen hebben.

Uit de vermindering van bijwerkingen zou de 30 procent sterftereductie te verklaren zijn. „De sterke verwachting die wij hadden is dus niet uitgekomen. We hadden een doorbraak verwacht in de behandeling van hartfalen, maar daar is geen sprake van. Wel kunnen we spreken van een behoorlijke kwaliteitsverbetering van leven voor de patiënten”, zegt Kingma.

De Utrechtse cardioloog is een beetje teleurgesteld. „Als we voor 200 aids-patiënten in Nederland iets vinden waar een handjevol wat aan heeft, dan wordt daar een enorme ophef over gemaakt. Als we voor enkele honderdduizenden patiënten met hartfalen een verbetering van kwaliteit van leven kunnen bewerkstelligen, dan mag dat geen naam hebben.”

Kingma: „Het is moeilijk om alles wat we in de geneeskunst doen te bewijzen. Onderzoek wordt steeds meer een onderdeel van het vak. Ooit is de medische wetenschap begonnen met een droom: „Ik heb een droom gedroomd.” Daarna werd de droom geloof: „Alles wat ik doe is goed.” Toen kwam de autoriteit: „Ik heb het van mijn leermeester gehoord!” Nu baseren we de medische wetenschap op bewijs: „Alles wat ik doe, moet bewezen zijn.”

„Begrijp me goed”, zegt Kingma, „alles doen op grond van ervaring is in de medische wetenschap ook niet altijd een juiste raadgever!”

Prijs
Volgens de Utrechtse cardioloog en hoogleraar in de farmacologie is hartfalen de prijs die we betalen voor een succesvolle aanpak van hart- en vaatziekten. „Het is een onvermijdelijk boemerangeffect van het aanvankelijk succes van vroeg ingrijpen”, zegt Kingma.

„Vanaf de geboorte is de levensloop van de mens bepaald; ook de ziekten die zich zullen openbaren. Je kunt die levensloop zien als een cirkel. Uiteindelijk is het midden daarvan getekend door overlijden. Aan het begin van de cirkel, onderaan, is het voor iedereen een gegeven dat je risicofactoren in je draagt. Met een goed advies zou je de cirkel kunnen verlaten en verder gezond leven. Of je wordt ziek, er blijkt niets aan te doen en je draait meteen naar het middelpunt van de cirkel: overlijden. Een andere mogelijkheid is dat je een behandelbare aandoening krijgt, bijvoorbeeld hartklachten door kransslagadervernauwing. Dat kan behandeling noodzakelijk maken, zoals dotteren (PTCA). Je kunt een infarct krijgen, al of niet met restverschijnselen. Ten slotte beland je in de groep patiënten met ernstig hartfalen. Zo is de cirkel weer rond.”

Voor die laatste groep, patiënten met ernstig hartfalen, is in het Sint Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein tegenwoordig een speciale polikliniek ingericht. Kingma: „Een nieuwe vorm van zorg, nodig om enerzijds de groeiende stroom patiënten met hartfalen op te vangen en de verpleging te ontlasten en anderzijds om tegemoet te komen aan de wens naar zorg op maat.”