Gezondheid 7 december 1999

Meer baby's onder behandeling

Scheef hoofd
door rugligging

Door Alice de Stigter-de Jong
Baby's mogen niet op de buik te slapen worden gelegd, omdat dan de kans op een onverwachte dood (wiegendood) toeneemt. Sinds ouders het advies krijgen om hun kleintje op de rug te slapen te leggen, is er echter sprake van een duidelijke toename van het aantal zuigelingen met een scheef hoofdje.

De kinderfysiotherapeuten Willy Groen en Lieke van Amstel krijgen de laatste jaren steeds meer baby's met een afgeplatte schedel onder behandeling. „Eerst kreeg je één kind per jaar doorverwezen, maar na verloop van tijd werd dat één kind per week. In eerste instantie werd er helemaal geen link gelegd met het nieuwe advies om de baby op de rug te laten slapen”, vertelt Willy. Samen met Lieke is zij verbonden aan Ziekenhuis Hilversum. Ze geven onder andere houdings- en bewegingsadviezen om de motorische ontwikkeling van kinderen van nul tot één jaar in goede banen te leiden.

Een scheefstaand hoofdje wordt meestal veroorzaakt doordat een baby te veel in dezelfde houding ligt: op de rug met het hoofdje naar dezelfde kant. In deze houding wordt het kind niet gestimuleerd om de spieren te oefenen. Een kind dat slappe nek-, schouder- en armspieren heeft, heeft moeite met omrollen en blijft dus lang in deze houding liggen.

De kinderfysiotherapeuten zijn duidelijk in hun oordeel: „Rugligging veroorzaakt veel scheve schedels.” Toch willen zij duidelijk niet tornen aan het advies een baby op de rug te laten slapen. Juist de buikligging is bij het slapen een duidelijke risicofactor voor wiegendood, naast het gebruik van een dekbedje, roken tijdens de zwangerschap en in de omgeving van het kind, en extra vermoeidheid na een lange reis of een drukke verjaarsvisite.

Stikken
Uit een Nederlands onderzoek naar wiegendood bleek dat een dekbed in veel gevallen medeoorzaak is. Vooral in buikligging kan een baby zich makkelijker in de lengte verplaatsen. Het kind kan dan stikken doordat het met neus en mond omlaag op het dekbed ligt, met het hoofd onder het dekbed terechtkomt of zelfs met het hoofd in de hoes van het dekbed verward raakt. In plaats van het dekbed wordt de laatste jaren het gebruik van een babyslaapzak aanbevolen. Wil men baby's tot een halfjaar die zichzelf al op de buik kunnen draaien, veilig laten slapen, dan moet er een hulpmiddel aan te pas komen. Een probaat middel hierbij is volgens kinderartsen de babyslaapzakriem. Deze wordt door de armsgaten van de slaapzak en onder het matras getrokken, heel stevig aangetrokken en met een kliksluiting gesloten. De zuigeling houdt op deze manier wat bewegingsvrijheid, maar kan niet omrollen.

De laatste tijd lijkt het aantal kinderen met een scheve schedel wat af te nemen, is de ervaring van Willy. In de omgeving waar de kinderfysiotherapeut werkt, wordt tegenwoordig door het consultatiebureau een kleine brochure meegegeven voor de ouders met houdings- en bewegingsadviezen om een symmetrische houding bij het kind te bevorderen. Veel consultatiebureaus geven nu ook vaker het advies een kind, als het wakker is, onder toezicht een poosje op de buik te laten liggen. Op die manier worden de spieren geoefend en krijgt een baby er plezier in om eens anders te liggen of overeind te komen.

Voorkeurshouding
Sommige kinderen hebben bij de geboorte al een duidelijke voorkeursligging omdat ze waarschijnlijk ook zo in de baarmoeder hebben gezeten. Als je een kind dan ook nog in diezelfde houding laat slapen, voedt, verschoont en op de rug in de box legt, is het niet verbazingwekkend dat dochter of zoon een voorkeurshouding heeft. Andere baby's kunnen een voorkeurshouding ontwikkelen omdat ze altijd met het hoofdje naar één kant in hun ledikantje worden gelegd.

Willy Groen en Lieke van Amstel krijgen de meeste baby's in hun praktijk die vier en vijf maanden oud zijn. Meestal hoeft een zuigeling met een asymmetrische ontwikkeling niet lang in behandeling. De baby's die blijven volharden in hun voorkeurshouding hoeven meestal hooguit zes keer behandeld te worden in een paar maanden.

De schedel van een kleine baby, die voornamelijk uit kraakbeen bestaat, groeit het eerste halfjaar ongelooflijk hard. Door de druk van het liggen kan de schedel wat afgeplat worden. Dat zie je aan het achterhoofd, maar vaak ook aan de slaap. Bij baby's met een scheef hoofd, staan de oortjes meestal niet op gelijke hoogte. „Het bot is week en wordt platter door de ligging. Het kind voelt dat die platte kant lekkerder ligt, maar daardoor wordt de schedel plat en gaan het ene oortje en wangetje meer naar voren staan”, is de ervaring van de kinderfysiotherapeuten.

De eerste maanden zijn voor de ontwikkeling van het kind belangrijk, benadrukt Willy Groen. Of het nu gaat om tillen, dragen, in bed, uit bed, aan borst of fles, uit- en aankleden, spelen en knuffelen, de houding die bij het kind wordt gestimuleerd is essentieel voor de ontwikkeling.

Buikligging
Een van de belangrijkste adviezen die de fysiotherapeuten geven, is het op de buik leggen van baby's als ze wakker zijn. Juist de buikligging is voor de motorische ontwikkeling van alle kinderen heel belangrijk. „Deze houding stimuleert het hoofd optillen, de strekking, het voortbewegen. In buikligging oefent het kind zijn balans. Een kind moet gaan tollen, draaien. Die bewegingen heeft het nu en straks overal bij nodig.”

Sommige baby's willen pertinent niet op de buik liggen. Willy en Lieke adviseren die ouders om het kind zittend tegen de borst te houden en zelf langzaam op de rug te gaan liggen, waardoor het kind automatisch op de buik komt te liggen. „Het is vaak een kwestie van spelenderwijs oefenen. Alle oefeningen hebben als doel het kind in alle situaties naar z'n moeilijke kant te laten draaien. Je bent toch met je kind bezig bij het verzorgen, in bad doen, voeding geven en spelen. Als je dit consequent doet, zie je vrij snel resultaat”, is de ervaring van Willy.

De twee kinderfysiotherapeuten hebben het liever niet over oefeningen. „Het gaat om een andere houding. Je kleedt het kind toch aan, legt het toch in de box, voedt en verschoont het toch, dan kun je het net zo goed iets beter doen.”

Symmetrie kan ook worden gestimuleerd door de baby tijdens het voeden en verschonen in de lengterichting voor je te leggen, zodat je het recht in de ogen kunt kijken.

„Als het kind de fles krijgt, kun je een kind met een voorkeurshouding het beste voor je op schoot leggen, terwijl je zelf je knieën hebt opgetrokken. Ook bij borstvoeding adviseren we om het kind na het voeden in de lengte op de benen te leggen. Hierbij is het oogcontact heel belangrijk. Als het kind dan nog zijn hoofd naar de voorkeurskant draait, kun je het lokken met een speeltje, je stem of handen. Ook als het kind in de wieg veel naar rechts kijkt, is het goed om speelgoed links te leggen. Kijkt het graag naar het licht, dan kun je het bedje regelmatig andersom neerzetten of anders opmaken. Ook bij het optillen zie je vaak dat moeder of vader een voorkeurshouding heeft. Het is goed het kind dan ook eens aan de andere kant van borst en schouder te leggen.”

Al jaren wordt er discussie gevoerd over het nut van de zogenaamde helmtherapie voor kinderen met een afgeplatte schedel. De meningen van deskundigen lopen hierover nog steeds uiteen. Kinderen die een helm krijgen voorgeschreven, zijn minstens een halfjaar oud. De helm wordt volledig naar het hoofdje van de baby gevormd en aangepast, en moet vooral 's nachts in bed worden gedragen. Daardoor wordt de afplatting gecorrigeerd. Omdat nooit bewezen is dat de afplatting van het hoofd na anderhalf jaar niet zonder hulpmiddelen over zal zijn, vinden veel artsen en fysiotherapeuten zo'n helm echter absoluut niet nodig.

Autostoeltje
Een trend die de fysiotherapeuten ook waarnemen, is dat baby's in huis of op de crèche een flink deel van de dag doorbrengen in een babystoeltje. Ook op die manier wordt het kind niet gestimuleerd om de spieren te oefenen. Willy Groen: „Een autostoeltje is voor in de auto. We hebben soms het idee dat ouders hun kind heel lang in zo'n stoeltje laten zitten. Het wordt wel het zet-maar-neer-stoeltje genoemd. Ze zetten het stoeltje soms overal neer: bij het eten koken staat het op het aanrecht, tijdens het eten staat de baby in het stoeltje zelfs wel op de tafel. Het is juist belangrijk dat een kind als het wakker is in de box of op een kleed op de grond ligt. Juist daar kan het de spieren goed ontwikkelen. Het kind moet alle bewegingen zelf leren ontdekken en je moet het die kans en tijd geven.”

Hoewel loopstoeltjes nog steeds volop verkocht worden, zijn Willy Groen en Lieke van Amstel fel tegen het gebruik ervan. Ook consultatiebureaus wijzen op de negatieve effecten van het buizen frame waarin een broek hangt. „Een kind gaat door een loopstoeltje vaak te vroeg peddelen met de benen. Het leert zodoende niet zelf om te rollen of te gaan staan om ergens bij te komen. Op zo'n manier laat je een baby vele fases vooruitlopen en wordt een deel van de ontwikkeling overgeslagen. Een bijkomend nadeel is dat een kind zich makkelijk naar de tafel met hete koffiekopjes kan werken met alle gevolgen van dien, terwijl het daar op eigen kracht nog helemaal niet kon komen.”

Minder moeite hebben de twee met het gebruik van een draagdoek. „Er zijn ouders die er graag gebruik van maken totdat het kind een maand of zes is. Het is wel afhankelijk van het gewicht van de baby en de soort draagdoek. Het is ook weer niet goed om een groot deel van de dag met je baby in een draagdoek te sjouwen, maar als deze beperkt gebruikt wordt, zijn we er niet op tegen.”