Gezondheid 9 november 1999

Werking interferon
onvoldoende aangetoond

Het geneesmiddel interferon wordt in de medische praktijk vaker toegepast dan wetenschappelijk te verdedigen is. Die conclusie trekt apotheker en medisch historicus T. Pieters in zijn proefschrift over de geschiedenis van „het wondermiddel” interferon.

Pieters verrichtte onderzoek naar de grillige geschiedenis van interferon. Aanvankelijk gezien als een wondermiddel tegen virusziekten en kanker, heeft interferon zich een stevige plaats op de markt veroverd als een „beloftevol onderdeel van combinatietherapie” bij die ziekten.

Pieters stelt vast dat bij de beoordeling van de werkzaamheid van een geneesmiddel subjectieve afwegingen een rol spelen. Heeft een geneesmiddel een gering effect bij onbehandelbare ziekten als multiple sclerose, zoals interferon, dan komen die subjectieve afwegingen om de hoek kijken. Patiënten hopen dat zij er baat bij hebben en artsen zijn geneigd het voor te schrijven. „Industrie, wetenschappers, artsen en patiënten houden elkaar in een houdgreep van belofte en hoop”, zegt Pieters, die afgelopen vrijdag aan de Universiteit van Maastricht promoveerde.

Interferon werd in 1957 ontdekt en korte tijd omarmd als 'antiviruspenicilline'. Halverwege de jaren zestig raakt het al in de vergetelheid. Eind jaren zeventig is het plotseling voorpaginanieuws als wondermiddel tegen kanker. „De eerste resultaten waren veelbelovend”, aldus Pieters. Het gevolg was hooggespannen verwachtingen, niet alleen bij patiënten maar ook bij artsen. De vraag is zo groot dat er zwarte handel ontstaat.

Nader onderzoek liet tegenvallende resultaten en grote bijwerkingen zien. Het medisch establishment (zoals het nationaal gezondheidsinstituut in de VS) is dan het eerste om alle verwachtingen te temperen. „Het is bang dat anders de eigen geloofwaardigheid in het geding komt.” Begin jaren tachtig lijkt het middel voorgoed uit beeld.

Maar de farmaceutische industrie heeft er al zo veel geld ingestoken, dat zij er toch iets mee wil. Zij stelt grote hoeveelheden interferon gratis ter beschikking voor onderzoek in de kliniek. In 1985 blijkt het te werken bij een zeldzame vorm van leukemie: in 80 procent van de gevallen volgt genezing.

Hoewel de te verwachten omzet klein is, wordt het middel geregistreerd. De weg ligt dan open naar meer lucratieve toepassingen. Het krijgt een ander profiel, als stof die het immuunsysteem kan oppeppen. Het wordt vooral aangeprezen als „middel erbij”, een toepassing waarvoor een geneesmiddel op zich nooit geregistreerd wordt. „Vrijwel geruisloos heeft het zich opgewerkt van marginaal middel tot een van de meest voorgeschreven geneesmiddelen ter wereld.”