Gezondheid 2 november 1999

„Geen kraamzuster
met koortslip bij baby”

Door W. van Hengel
„Mag een kraamzuster met een koortslip een baby verzorgen?” Het antwoord van prof. dr. J. J. Roord, kinderarts-infectioloog in het Academisch Ziekenhuis van de Vrije Universiteit in Amsterdam: „Als je een andere kraamverzorgster kunt krijgen, zou ik dat adviseren.”

Zo'n 220 consultatiebureauartsen, afkomstig uit heel Nederland, bezochten afgelopen donderdagavond in het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) het symposium ”Zuigeling en immuniteit”. Centraal stond het afweersysteem van (te vroeg geboren) baby's en hoe vaccinaties en (borst)voeding dat kunnen beïnvloeden.

De afweer van pasgeborenen en zeker die van te vroeg geboren kinderen is niet te vergelijken met die van volwassenen. Bepaalde witte bloedcellen die bacteriën doden, zijn nog niet zo beweeglijk. Zij kunnen zich, op jacht naar ziekteverwekkers, minder goed in de bloedbaan verplaatsen. De dunne huid en de slijmvliezen vormen ook nog niet die sterke verdedigingslijnen tegen ziekteverwekkers zoals later in het leven. „Dat maakt een pasgeborene vatbaarder voor infecties. Het kind kan bijvoorbeeld slechter omgaan met virussen”, aldus Roord. Vandaar ook dat de kraamzuster met een koortslip, veroorzaakt door een bepaald type herpesvirus, beter even met ziekteverlof kan gaan.

Antistoffen moeder
Via de moeder krijgt het kind een aanzienlijke hoeveelheid antistoffen mee, met name tijdens de laatste weken van de zwangerschap. De passieve immuniteit die het kind daardoor verwerft, biedt echter slechts tijdelijke bescherming tegen een beperkt aantal ziekteverwekkers, zoals die van bof, mazelen en rode hond, en hersenvliesontsteking veroorzaakt door Haemophilus influenza b, (Hib). „De passieve immuniteit tegen Hib loopt echter snel terug, vandaar dat het Hib-vaccin al twee maanden na de geboorte bij de eerste vaccinatie wordt toegediend en de vaccins tegen bof, mazelen en rode hond (BMR-prik) pas na 14 maanden”, aldus Roord.

Ondanks dat het afweersysteem van de jonge zuigeling nog volop in ontwikkeling is, is het kind volgens hem goed in staat te reageren op vaccinaties, mits die op het juiste tijdstip en in de juiste samenstelling worden toegediend.

Voor de opvatting dat een daling van het aantal infecties door vaccinaties kinderen vatbaarder zouden maken voor allergische aandoeningen als astma, eczeem en hooikoorts ziet Rood weinig grond. „Indrukwekkende gegevens van een Duits onderzoek lijken daarop te wijzen, maar recente uitkomsten van Scandinavische en Britse studies onder meer dan 100.000 kinderen bieden weinig steun voor deze theorie”, aldus Roord.

Volgens drs. J. Labadie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu is er in het begin van de jaren '90 door het Amerikaanse Institute of Medicine veel onderzoek gedaan naar de (vermeende) bijwerkingen van vaccinaties. Hieruit bleek bijvoorbeeld dat het kinkhoestvaccin koortsstuipen en bewustzijnsverlies kan veroorzaken en mogelijk ook een degeneratieve hersenziekte. Er is echter geen verband gevonden met wiegendood, spasmen, stuipen zonder koorts, het Reye-syndroom (een ernstige hersenaandoening), epilepsie, meningitis en leer- en aandachtsstoornissen.

Er wordt goed naar bijwerkingen van vaccinaties gekeken. Dat blijkt volgens Labadie onder meer uit het feit dat een vaccin tegen het Rotavirus (een verwekker van diarree) in de VS al snel na introductie begin 1999 van de markt is gehaald. Aanleiding waren verschillende gevallen van invaginatie, waarbij stukken darm instulpen en afsterven als niet snel wordt ingegrepen.

Onderbelicht
De media gaan vaak uitgebreid in op de uitkomsten van studies die bijwerkingen van vaccins lijken aan te tonen. Als uit grote vervolgonderzoeken in latere jaren dan het tegendeel blijkt, verschijnen die resultaten niet meer in de pers. „Een vervelend verschijnsel”, aldus Labadie.

Als voorbeelden noemde hij studies in Engeland en de VS die wezen op een mogelijk verband tussen kinkhoestvaccinatie en het ontstaan van astma en allergie. Latere Zweedse onderzoeken bevestigden die resultaten niet, maar het publiek werd daarover nauwelijks geïnformeerd.

Dezelfde gang van zaken deed zich voor rond een Engels onderzoek naar de BMR-prik en een mogelijk verband met autisme en suikerziekte. In uitgebreide vervolgstudies in Engeland en Finland werd geen relatie aangetoond.

Opvallend is volgens Labadie de jaarlijkse afname van het aantal gevallen van wiegendood door diverse zorgadviezen. „De suggestie van sommigen dat wiegendood wordt veroorzaakt door vaccinaties, lijkt dus onjuist. Het aantal vaccinaties is namelijk niet afgenomen.”

RS-virus
Het RS-virus is een belangrijke verwekker van bovenste luchtweginfecties. In het 'topjaar' 1998 moesten maar liefst 4000 kinderen in het ziekenhuis worden opgenomen vanwege een RS-virusinfectie. Doormaken van een infectie geeft slechts een immuniteit van enkele maanden. „Het kind kan de ziekte een jaar later dus weer krijgen”, aldus mevrouw dr. S. Geelen, kinderarts-infectioloog in het UMCU.

Een vaccin tegen het RS-virus is er niet. Van een ooit ontwikkeld vaccin werden kinderen nog zieker dan van het RS-virus zelf. Nieuw is de ontwikkeling van de monoklonale antistof palivizumab (merknaam Synagis), dat in augustus in Nederland werd geregistreerd. Het leidt tot een daling van 55 procent van de ziekenhuisopnamen bij kinderen die zeer gevoelig zijn voor het virus. Een probleem vormen de kosten, tussen de 5000 en 9000 gulden per maand. Voorlopig wordt het middel dan ook alleen toegepast bij kinderen die veel te vroeg geboren zijn.

Borst- en flesvoeding
Moedermelk is nog altijd de favoriete voeding voor baby's, ook voor te vroeg geboren kinderen, aldus neonatoloog prof. dr. N. H. Lafeber, verbonden aan het Academisch Ziekenhuis van de Vrije Universiteit. „Uit onderzoek blijkt dat er bij prematuren minder infecties optreden als ze borstvoeding krijgen.”

Nieuw is de ontwikkeling van flesvoeding (Similac Advance) die, net als borstvoeding, nucleotiden bevat. Deze stoffen leveren een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van het afweersysteem, zo is uit onderzoek gebleken.