Gezondheid 19 oktober 1999

Vroeggeboorte vergroot
risico op slechtziendheid

Kinderen die te vroeg worden geboren, hebben een verhoogde kans om blind of slechtziend te worden. Het grootste risico lopen kinderen die voor de 32e week van de zwangerschap ter wereld zijn gekomen. Het is van belang bij deze kinderen oogheelkundig onderzoek te verrichten.

Dat stelt N. Schalij-Delfos in haar proefschrift waarop zij morgen hoopt te promoveren aan de Universiteit Utrecht.

In de eerste maanden na de geboorte is prematurenretinopathie (ROP), een aandoening aan het netvlies, de belangrijkste bedreiging voor de ontwikkeling van het gezichtsvermogen. Het netvlies begint zich te ontwikkelen in de zestiende week van de zwangerschap en is pas na negen maanden voltooid. Bij te vroeg geboren kinderen is de ontwikkeling dus nog niet afgerond.

ROP kan in het eerste stadium bij ongeveer de helft van de patiëntjes met succes worden behandeld. In het eindstadium is er niets meer aan te doen en leidt de aandoening tot blindheid. Daarom is tijdige opsporing van belang. Surfactant, een stof die te vroeg geboren kinderen krijgen om de ontplooiing van onrijp longweefsel te bevorderen, blijkt ook de kans op ernstige vormen van ROP te doen afnemen, aldus de promovenda.

Kinderen die voor de 32e week van de zwangerschap zijn geboren, hebben een duidelijk verhoogde kans om scheel te gaan kijken, een lui oog te krijgen of een bril te moeten dragen. Op vijfjarige leeftijd had bijna de helft van de 130 kinderen die Schalij-Delfos onderzocht, een of meer van deze oogafwijkingen.

Zij pleit ervoor te vroeg geboren kinderen oogheelkundig te laten onderzoeken als ze een jaar oud zijn, als ze 2,5 zijn en vlak voor ze naar de basisschool gaan. Momenteel worden in Nederland jaarlijks tien tot twaalf kinderen door ROP blind of slechtziend. De promovenda verwacht een stijging van dit aantal, omdat het medisch-technisch mogelijk is steeds jongere baby's in leven te houden.