Gezondheid | 12 oktober 1999 |
Zeven liter kokend waterAdriënne, onze oudste dochter was jarig. En omdat er familie zou komen, had mijn vrouw een pan met zeven liter water op het vuur gezet voor macaroni. Ik lag boven te slapen en hoorde op een gegeven moment een vreselijk gegil, een hoop herrie en heen-en-weergeren. Wat Dick van der Meulen beneden aantrof, staat nog altijd op zijn netvlies gebrand. Net als op dat van zijn vrouw Geertje: Het water kookte. Jonathan, toen twee, stond op een stoeltje, 30 centimeter van het fornuis. Naar mijn idee had ik alle veiligheidsmaatregelen in acht genomen. Ik stond ernaast, wilde een pak macaroni pakken en draaide me om. Ineens kukelde Jonathan van de stoel af en nam in zijn val die pan mee. Zeven liter kokend water. Ik dacht: hier kan ik niks meer aan doen. Bloed kun je stelpen, maar dit... De eerste dagen waren verschrikkelijk. Jonathan lag op de intensive care en verkeerde in levensgevaar. (...) Zijn hoofdje was verbrand, z'n schouders, een bovenarmpje en een oksel. Dick: Die eerste dagen dat ik mijn zoontje zo zag liggen, helemaal in het verband, met een opgezwollen gezicht, een slangetje in zijn neus, een infuus in een voet en dat het nog onzeker was of hij erdoor zou komen... Dat was om gek van te worden. Geertje: Dick had hem al gezien. Hij kwam mij halen. Toen we hem daar zagen liggen, zakte ik helemaal in elkaar. De tranen biggelden over mijn wangen, verder voelde ik stom verdriet. Verdriet dat je woordeloos maakt. De eerste keer dat ik zijn rug zag bij de verzorging, had ik ook het idee: dit kind is verminkt, dit kind is kapot. (...) Het was mijn kroelventje geweest. Maar toen ik hem zo zag liggen, was het mijn kind niet. Ik durfde hem ook niet op te pakken. Jonathan leek zijn ouders aanvankelijk niet te accepteren. Dick: Hij wilde niet dat wij hem eten gaven. Dat vonden we niet erg, want ze hadden ons erop voorbereid. (...) Als ik 's ochtends om een uur of elf kwam, na het bad en de wondverzorging, dan was hij niet te genieten. Moe als hij was van die badbeurt, de wondverzorging, de pijn en de ellende. Ik liet hem gewoon zijn gang gaan. In de vijfde week hoorden Dick en Geertje dat Jonathan weer mee naar huis mocht. Geertje: Toen zijn ze begonnen ons voor te bereiden op zijn wonden en littekens. Tijdens de badbeurt hield Dick hem vast en dat is op video vastgelegd. Die opnames hebben we samen met de pedagoog bekeken in de speelkamer, die voor die gelegenheid werd afgesloten. (...) Nadat wij samen de video hadden bekeken, organiseerde Hetty, de pedagogisch medewerker van het ziekenhuis, een middagje uit voor het hele gezin. Eerst bekeken we de video, daarna gingen we met z'n allen wandelen. Jonathan mocht voor het eerst mee naar buiten, jasje aan. Hetty ging mee en ook dat werd opgenomen op de video. Na terugkomst kregen we limonade en bekeken we ook die opnames. Het was gewoon een feestje. Jonathan begon al te gillen voordat je hem aanraakte. Op zijn rug waren nog een aantal open plekken. Voor de verbandwisseling zette ik hem op tafel. Zodra ik zijn hemd uitdeed, bleef hij als een mummie zitten. Wel maaide hij met z'n armen. (...) Hoe minder verband hij om had, hoe banger hij werd. Dan wist hij: Nu kom ik in mijn nakie te zitten, nu komt dat enge weer: de korstjes er een beetje afhalen, pluisjes van het verband uit de wonden halen. Dat deed vreselijk pijn. En ja, het was heel naar om te doen, maar het gaf ook voldoening. Wij hebben negen gezonde kinderen. We hebben ons wel eens afgevraagd: waarom Jonathan, waarom ons gezin? Voor Dick en Geertje was het ongeval een bevestiging van hun geloof. Geertje: In de Bijbel lezen we waardoor de narigheid en de ellende in de wereld is gekomen. En dus ook in ons gezin. Omdat wij mensen fouten maken, zonden begaan. Wij geloven ook in de voorzienigheid. Ik bedoel hiermee dat niets per toeval gebeurt. (...) Ik denk dat de Heere ons heeft willen doen inzien: één seconde en je bent er niet meer. Toen Jonathan daar op de grond lag met die pan water over zich heen, kon ik echt ineens helemaal niks. Wij geloven dat de Heere hem heeft genezen. De dokters mochten hem helpen en dat is Gods zegen. Dick: De verbrande huid was grotendeels zo ontzettend snel genezen, dat de dokter zei: In mijn loopbaan heb ik nog niet meegemaakt dat zulke ernstige brandwonden zo snel genezen. Dit en meer vertellen Dick en Geertje van der Meulen in het gisteren verschenen boek Onderhuids, verhalen van mensen met brandwonden. Naast de geschiedenis van Jonathan staan er nog vier aangrijpende verhalen in het boek dat de Nederlandse Brandwonden Stichting (NBS) uitgeeft om bij te dragen aan begrip voor de problematiek van slachtoffers van brandwonden. Meer begrip van mensen in de directe omgeving van het slachtoffer. Maar zeker ook meer begrip bij mensen werkzaam in de (psychosociale) hulpverlening, die lang niet altijd raad weten met de problematiek van brandwondslachtoffers, aldus Hans van Nassau, directeur van de NBS in zijn voorwoord. N.a.v. Onderhuids, verhalen van mensen met brandwonden; uitg. Nederlandse Brandwonden Stichting, Beverwijk, 1999; ISBN 90 800638 4 3; 200 blz.; 39,95. |
![]() |